VRIJESCHOOL – Lezen (12-3)

.

Bij de regelmatig terugkerende berichten dat het met het Nederlandse onderwijs niet goed gaat, was er een tijdje geleden één, speciaal over het slechte leesniveau.
Ook al betrof het hier een onderzoek onder 15-16jarigen, wat er van het bericht bleef hangen, was toch vooral dat ook het primair onderwijs het resultaat van het onderzoek zich aanrekende.

Op 17 april 2024 verscheen in het NOS-journaal de hoofdinspectrice van het onderwijs, die – vooral ook gebaseerd op het hier genoemde en van kanttekeningen voorziene onderzoek over het ‘slechte leesresultaat’ – haar mening gaf, ook met de opmerking dat ‘het niet overal slecht gaat’ en ‘dat we van elkaar kunnen leren’.

Van elkaar leren is m.i. o.a. ook ‘luisteren naar wat anderen zeggen’ – in dit geval b.v. over ‘begrijpend lezen’. 
Een artikel daarover staat op deze blog hier.

Trouw, 18-12-2023
.

De leesvaardigheid daalt, grote kans dat ‘begrijpend lezen’ een van de daders is 

.

Opnieuw is de leesvaardigheid van Nederlandse kinderen gedaald. Een opvallende mogelijke oorzaak is het vak ‘begrijpend lezen’, dat buiten Nederland nauwelijks bestaat. Wat is er mis mee? 

Stel dat we het snelle dalen van de leesvaardigheid van Nederlandse kinderen als een misdaad zouden zien. Dan komt bij veel
onderwijsexperts al snel een verdachte in beeld: het vak begrijpend lezen – dat alleen in Nederland op die manier wordt gegeven. Eerder deze maand bleek uit de zogeheten Pisa-studie dat de Nederlandse leesvaardigheid nu onder het gemiddelde ligt van de 36 deelnemende landen. [Let op de kanttekening van Gert Biesta: het betrof 15-16-jarigen]

 ‘Begrijpend lezen’ heeft niet alleen gehandeld, ‘de opkomst van de smartphone bij kinderen’ en ‘ouders die minder voorlezen’ waren waarschijnlijk medeplichtig, om over tal van andere mogelijke mededaders maar te zwijgen. Maar ‘begrijpend lezen’ is een intrigerende schurk, vermomd in een jas van goede bedoelingen. 

Wie leest, gebruikt daarvoor bewust en onbewust ‘leesstrategieën’. Denk aan: eerst kijken naar de kop, of letten op signaalwoorden zoals ‘maar’ of ‘omdat’ in de tekst. Met het idee dat die leesstrategieën bestaan, is niet zoveel mis, zegt Erna van Koeven, hoofddocent bij de lerarenopleiding van Hogeschool Windesheim. Het ging pas fout toen leerlingen (vanaf begin jaren negentig) die strategieën bewust moesten leren, in een apart vak met een eigen methode: ‘begrijpend lezen’. In veel gevallen gaat dat zo: leerlingen krijgen een losstaande tekst voor hun neus -bijvoorbeeld een versimpeld krantenartikel – en moeten daar vragen over beantwoorden.
Leerlingen die thuis al veel taal en veel kennis meekrijgen, uit boeken bijvoorbeeld, of door te kijken naar het Jeugdjournaal, weten er wel raad mee. Andere kinderen hebben veel meer moeite met begrijpend lezen. 

Oppervlakkig lezen

Dat merkte ook Mariska Okkinga in het onderzoek dat ze in 2018 deed naar de meest gebruikte methode: Nieuwsbegrip.
Leerlingen op het vmbo met een grotere woordenschat deden het mét die methode even goed (maar niet beter) als de controlegroep die les kreeg zonder die methode. Leerlingen met een kleinere woordenschat deden het na twee jaar slechter dan hun tegenhangers die de methode niet kregen. 

Waarom werken losse teksten niet goed? “Kennisontwikkeling is de basis van begrip”, zegt Van Koeven. “Als je langer aan een thema werkt, en daar meer teksten over leest en er langer over nadenkt, ga je die teksten beter begrijpen. Dan bouw je aan taal.” Door de combinatie van teksten en vragen gaan leerlingen oppervlakkig lezen, zegt Okkinga. Ze lezen eerst de vraag, en gaan dan in de tekst op zoek naar het antwoord. ‘Zoekend lezen’ dus. Beter is ‘studerend lezen’: lezen om daar wijzer van te worden. Maar bij het onderwijs in begrijpend lezen ontbreekt vaak zo’n doel. Het is volgens Okkinga geen toeval dat Nederlandse 15-jarigen met name slecht scoren op onderdelen die te maken hebben met ‘diep begrip’ van een tekst: reflecteren op teksten en teksten evalueren. Dat leren ze volgens haar niet voldoende bij begrijpend lezen, en daar worden ze ook niet op getoetst in Nederland. 

Er is nog een probleem. Lange tijd werkten de methodes met versimpelde teksten, zodat elke leerling mee zou kunnen komen in de klas. De dupe zijn – opnieuw – juist de kinderen die thuis minder taal meekrijgen. Juist zij zouden op school rijkere taal voorgeschoteld moeten krijgen, omdat dat thuis niet gebeurt, zegt Van Koeven. Bovendien zijn versimpelde teksten vaak juist moeilijker te begrijpen, bijvoorbeeld omdat signaalwoorden ontbreken. Inmiddels is een kentering gaande: uitgevers proberen juist weer rijkere teksten op te nemen. 

Van Koeven vindt dat begrijpend lezen helemaal ‘niet als apart vak zou moeten bestaan’. Begrijpend lezen zou een onderdeel moeten zijn van de rest van het onderwijs, bijvoorbeeld in wereldoriëntatie. En leesstrategieën zou je niet expliciet moeten aanleren. “Als je een tekst over dat thema leest met als doel om kennis op te doen, ga je je vooraf afvragen: wat weet ik al, waar zou deze tekst over gaan. Dat zijn leesstrategieën. Via een thema zoals ‘de middeleeuwen’ maken kinderen zich die dan op een natuurlijke manier eigen.” 

Het best werkt het als een leerkracht er andere teksten over dat thema bijhaalt en kinderen erover laat lezen, schrijven en vertellen. En samen met hen leest, liefst in kleine groepjes, en daarbij en passant laat merken hoe hij leesstrategieën gebruikt. In de praktijk hebben leerkrachten weinig tijd zo’n les voor te bereiden, en zijn de groepen groot. Terugvallen op een hapklare les begrijpend lezen, uit een methode die alle collega’s ook gebruiken, is dan wel heel verleidelijk. 

 .

Schrijven en lezen: alle artikelen

Algemene menskunde: alle artikelen

Vrijeschool in beeld: alle beelden

.

3203-3015

.

.

.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.