VRIJESCHOOL – 7e klas – voedingsleer (6-5)

.
Evenals andere artikelen in de reeks ‘7e klas voedingsleer’ gaat dit niet direct over de periode. Er zal soms over ‘warmte’ gesproken (moeten) worden. 
Daarom zijn de artikelen daarover hier bij elkaar gehouden, al zouden ze ook elders geplaatst kunnen worden.

.

Weledaberichten nr.171 winter 1996

.

Warmteprocessen

.

Het gebruik van warmte bij de bereiding van geneesmiddelen

Ziekteprocessen kunnen worden beschouwd als eenzijdigheden die verwant zijn met bepaalde natuurprocessen. Als de relatie tussen een bepaald proces in de natuur en het ziekteproces herkend wordt, dan wordt deze ‘natuurkwaliteit’ omgevormd zodat ze voor de mens bruikbaar wordt als geneesmiddel. Uniek voor Weleda is dat deze omvorming gebeurt door middel van acht zogenaamde warmteprocessen. Door gebruik te maken van de verschillende warmteprocessen, kunnen verschillende kwaliteiten van planten zodanig omgezet worden, dat ze hun werking hebben op specifieke lichaamsdelen.

Macereren

Door macereren ontstaan de zogenaamde koude aftreksels. Deze kunnen door verschillende vormen van maceratie (letterlijk: inweken) ontstaan. Bijvoorbeeld door verse planten(delen) in een aardewerken vat te overgieten met een mengsel van water en alcohol. Dit blijft dan 10 tot 14 dagen bij een temperatuur van 17°-20°C staan, en er wordt af en toe in geroerd. Dit proces berust op het principe van de osmose tussen de plantenbrij en het water-alcoholmengsel. Hierdoor ontstaat een tinctuur.

Koude aftreksels zijn wat hun werking betreft te vergelijken met rauwkost. Zij vergen de inzet van het totale lichaam: het hele organisme moet meewerken om de stof te verwerken. Daarom werken ze op het hele lichaam, tot in de periferie van het zenuwstelsel toe (bijvoorbeeld in het middenoor).

Digereren

Digereren is eigenlijk ‘verteren’: de plantenbrij wordt net zo lang op een temperatuur van 37°-40°C gehouden tot de hele massa vloeibaar is geworden (verteerd is). Dit kan soms negen maanden duren.

Het geneesmiddel wordt op deze manier ‘voorverteerd’ en door dit te doen op lichaamstemperatuur, vindt het middel een makkelijke aansluiting bij de zogenaamde ritmische processen (bloedcirculatie, ademhaling). Veel geneeskrachtige planten voor het hart worden aan dit proces onderworpen.

Infunderen

Het Latijnse werkwoord ‘infundere’ betekent overgieten of opgieten. De eenvoudigste vorm daarvan is thee zetten. Deze bewerking wordt voornamelijk toegepast bij zachtere planten delen zoals bladeren, bloemen, loof en toppen. De fijn gemaakte kruiden worden met alcohol vermengd en blijven dan 15 minuten staan. Hierna wordt het mengsel met kokend water overgoten en 5 minuten aan de kook gehouden. Het mengsel blijft na afkoeling 24 uur lang afgesloten staan en wordt daarna uitgeperst en gefilterd. Omdat het mengsel bereid wordt in een afgesloten vat, blijven de etherische oliën behouden.

Deze aftreksels worden vooral toegepast in het gebied van de grovere vertering en om de activiteit van de klieren op te wekken of soms te verzwakken (in het geval van salie).

Koken

Het kookproces wordt toegepast bij harde, gedroogde plantendelen, zoals wortels, bast en hout en bij gedroogde vruchten en zaden. Dit gebeurt met behulp van een terugvloeikoeler, waardoor de vluchtige bestanddelen na condensatie weer in het afkooksel terug kunnen vloeien.

Wat gekookt is, is makkelijker verteerbaar en vergt van het lichaam minder inspanning dan bijvoorbeeld koude aftreksels. Daardoor komt de werking van afkooksels niet tot in de periferie van het lichaam, maar concentreert zich op het stofwisselingssysteem.

Roosteren

De gedroogde planten worden bij een temperatuur van 165°-200°C verhit in een gesloten ketel. Bij roosteren wordt de celstructuur van de plantendelen vernietigd, waardoor zeer veel nieuwe aromatische en andere vluchtige stoffen worden gevormd. Bij koffie bijvoorbeeld konden tot nu toe 700 componenten worden vastgesteld. Deze vluchtige bestanddelen verbinden zich weer met het geroosterde deel doordat het als condens terugslaat. Preparaten die door roosteren zijn verlegen vergemakkelijken de spijsvertering. Zelf doen we dit bijvoorbeeld door brood te roosteren als we last hebben van diarree.

Distilleren

Bij distillatie gaat het om een volledige scheiding van de vluchtige bestanddelen en het plantaardige basismateriaal. De vluchtige delen (vooral etherische oliën) ontsnappen in gasvorm en worden door afkoeling weer vloeibaar gemaakt (condensatie). Deze vloeistof heet distillaat. De zouten, extractie-stoffen en basissubstanties van de plant blijven achter.
De etherische oliën hebben een groot toepassingsgebied:

Inwendig gebruikt werken zij stimulerend op de spijsvertering, zweetafdrijvend (alleen in het geval van salie vochtvasthoudend), urine-afdrijvend, desinfecterend, bevorderend op de melkafscheiding (zogvorming), kalmerend en ontkrampend.

Uitwendig gebruikt werken zij desinfecterend en stimuleren ze de doorbloeding. Etherische oliën worden vrijwel nooit puur of in sterke concentraties toegepast. Het meest gangbaar zijn verdunningen van 5 à 10% verwerkt in vette olie, zalven en emulsies (voor badproducten).

Verkolen

Bij verkolen wordt de temperatuur van het roosteren opgevoerd totdat de plantenmassa roodgloeiend is. Alleen moeten hier de vrijkomende dampen juist wel kunnen ontsnappen. Wat achterblijft is de plantaardige kool, waarvan de specifieke plantenstructuur nog herkenbaar is. De kool blijft drager van de oorspronkelijke specifieke geneeskrachtige kwaliteiten.

Het uitdrijven van al het gasvormige maakt van de achtergebleven houtskool een stof die spontaan lucht en gassen bindt. Dit is het uitgangspunt voor het toepassen van houtskool bij winderigheid, gistvorming bij een slechte spijsvertering, diarree, en overal waar het proces van in- en uitademen verstoord is.

Verassen

Bij het bereiden van een medicinale plantenas is het belangrijk dat de (plantaardige) grondstof direct vlamt en tot as verbrandt en niet bijvoorbeeld vanuit een al bestaande toestand na roosteren of verkolen verder verast wordt. De grondstof wordt zo lang verhit tot alle koolstoffen (opgloeiende stukjes) zijn verdwenen. De plantenas bevat dan alleen nog anorganische (minerale) verbindingen van de elementen calcium, kalium, natrium, magnesium, ijzer, koper, mangaan en sporen van vele andere metalen. De samenstelling en verhouding zijn voor elke plant anders. Aan de as kun je zien welke hoeveelheden ijzer (bruin), koper (groen) of mangaan (paars) erin zitten.

De assen worden gebruikt bij storingen van de ademhaling.

.

7e klas voedingsleeralle artikelen

7e klasalle artikelen

Vrijeschool in beeld7e klas

.

2733

.


.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.