.
D.G. Ruaris, R.S.school Haarlem, nadere gegevens onbekend.
scheikunde
Denn Alchemie heisst: etwas das noch nicht vollendet ist, zu seinem Ende zu führen.
Paracelsus
Scheikunde is afgeleid van Scheide-kunst: de kunst van het scheiden. Dit is één aspect van dit vak dat op de school een zeer bescheiden rol toebedeeld is
Het andere aspect hangt samen met het woord al-chemie (= de chemie), wat tot het ‘deftige’ woord van scheikunde geworden is n.l. chemie.
De alchemisten worden vaak. omschreven als lieden die óf de zaak wilden flessen, n.l. goud maken (wat niet kan, dus ook niet kon), óf wegdroomden in niet relevante beschouwingen over de materie. Vaak wordt vergeten dat vele reacties stoffen en apparaten door de bemoeienissen van de alchemisten ontdekt of gemaakt zijn.
Wanneer je probeert de geschriften van de alchemisten te lezen dan blijkt dat dit zeer moeilijk is, zeker voor een chemicus nu. Er spreekt een beschouwingswijze uit deze geschriften die ‘t tegenwoordige denken verre ligt. De benadering van de stofwereld is een totaal andere dan die van ons.
Wanneer wij de stoffen om ons heen bekijken dan zijn deze gegeven’, er is geen directe relatie tussen deze stofwereld en ons zelf. Behalve als wij iets moeten maken of wanneer wij gaan eten of drinken. Op dat ogenblik ontdekken wij dat b.v. een brug moeilijk van papier, zilver of klei gemaakt kan worden; en ook dat wij sommige stoffen lekker vinden om te eten en andere minder. Wij ontdekken dat de verschillende stoffen kwaliteiten bezitten.
Een van de aspecten van het scheikundeonderwijs in een vrijeschool is de poging leerlingen te scholen in kwaliteitsbeleven; hiermede hangt dan direct samen dat de relatie die er is tussen mens en natuur zichtbaar gemaakt moet worden, niet alleen wat de stoffen betreft, maar ook wat de stofomzettingen betreft.
Wanneer je naar een vuur kijkt, een brandende tak of een brandend stuk papier dan doe je een aantal waarnemingen, tenzij je maar wat voor je uitstaart. Je ziet daar kleuren, beweging vormveranderingen, rook, as verdwijnen van de brandende stof; je hoort vaak allerlei. Je voelt warmte, ziet lichtverschijnselen,
Je ziet geen zuurstof of lucht verbranden (je weet hoogstens dat deze voor de verbranding nodig zijn).
Kortom; een groot aantal verschijnselen die vooralsnog weinig samenhang vertonen.
Wanneer je nu probeert al deze verschijnselen te ordenen dan ontdek je dat elk in een van drie gebieden thuishoort; deze drie gebieden zijn niet absoluut gescheiden.
‘bovengebied’ grootste bewegelijkheid, spitse vormen, vonken,
. rook. licht, kleur (oranje, geel); vorm valt uiteen.
‘middengebied: veel minder bewegelijkheid, één geheel, warmte,
. donkere kleuren, vonken.
‘ondergebied’: vast, wat gloeien, asvorming, uiteenvallen van de vaste . stof.
Je zou deze gebieden ook met de volgende woorden kunnen karakteriseren;
Na deze wat grove indeling – iedereen kan dit voor zichzelf proberen na te denken en vooral eerst vuren te gaan waarnemen (b.v. een kaarsvlam) en dan te ordenen – kun je gaan kijken of je ergens in de natuur processen vindt die een overeenkomst met deze ordening van de verbranding vertonen. Misschien ontdek je bij ’t bekijken van planten, dat dit ook een soort vuur is, waarbij de bloem tot het “bovengebied”, de stengel en blad tot het “middengebied” en de wortel tot het “ondergebied” horen.
De verdere uitwerking hiervan, aan de lezer.
Wanneer deze ontdekking gedaan is kan de vraag opkomen: en hoe past de mens in dit ordeningsschema? ‘Het antwoord is even eenvoudig als verrassend:
De mens is een omgekeerd brandend vuur; of de mens is een omgekeerde plant.
Hierover nadenkend kom je tot de volgende overeenkomsten (schematisch);
Natuurlijk is niet “bewezen” dat de mens een omgekeerde plant is, noch dat de mens een omgekeerd brandend vuur is, De innerlijke zekerheid dat deze overeenkomsten reëel zijn, kan slechts ieder voor zich verkrijgen, door zo onbevooroordeeld als mogelijk de verschijnselen te gaan waarnemen en wat deze verschijnselen tot uitdrukking brengen te laten “spreken”.
Om nu terug te komen op de Alchemisten, zij noemden de processen die in de drie gebieden plaatsvinden Sulfur, Mercuur en Sal, Hoewel de drie namen sal, mercuur en sulfur overeenkomen met zout, kwik en zwavel, werden de stoffen niet bedoeld, maar waren zij uitdrukking van processen.
Je kunt nu de volgende rangschikking maken:
Wanneer de rangschikking vuur – plant in wezen juist is, dan kun je verwachten dat verschillende plantendelen ook andere verbrandingsverschijnselen zullen laten zien.
.
Scheikunde: alle artikelen
Menskunde en pedagogie: alle artikelen
Algemene menskunde: alle artikelen
.
2732
.