.
Wanneer in de 7e klas – de 1e klas van de middelbare vrijeschool – de ‘bovenbouw’ – een periode ‘voedingsleer‘ wordt gegeven, kunnen we in deze tijd bijna niet meer om de ‘landbouwproblematiek’ heen en dat geldt zeker in de daarop volgende jaren, vanuit verschillende vakgezichtspunten.
Onderstaand artikel uit 1993 wijst al op de grote problemen die eraan komen, als de landbouw en de veeteelt op zo’n intensieve manier bedreven worden als nu gebeurt. Nu, 30 jaar later, zien we die problemen levensgroot voor ons.
Tegelijkertijd is de ‘biologische’ landbouw in opmars. (Ik laat even buiten beschouwing hoe ver we van een gezonde landbouw afstaan, als de landbouw die gezond is, ‘biologisch’ moet worden genoemd.
Zonder allerlei ingewikkelde proeven, volstaat het gewone proeven om vast te stellen dat biologische groente lekkerder smaakt dan niet-biologische en dat geldt vooral voor de producten die op biologisch-dynamische manier zijn geteeld.
Om ook daarover in en periode te kunnen vertellen, geeft dit artikel wat meer algemene achtergrondinformatie voor de leerkracht.
Julius F. Obermaier, Weledaberichten nr. 130 sept. 1993
.
HOE GAAN WIJ OM MET DE AARDE, DE BASIS VAN HET LEVEN?
.
Als men nagaat, hoe de landbouw zich door duizenden jaren heen heeft ontwikkeld, dan ziet men hoe daarin als het ware in golven steeds weer nieuwe inzichten verwerkt werden. In de laatste tijd worden die golven korter, daardoor konden ook bedenkelijke dwalingen ten gevolge van denkfouten ingeburgerd raken. Thans zien wij de ons allen bekende gevolgen van de beschadigingen op vele gebieden van het leven en het milieu.
In de landbouw zien de boeren en tuinders, dat de cultuurplanten de aangekweekte eigenschappen verliezen en dat daardoor voortdurend het zaaigoed moet worden vernieuwd. Planten en dieren die sinds tijden bij een bepaald milieu hoorden, vinden de leefruimte niet meer waarin zij kunnen gedijen. De mensen worden niet op de juiste manier gevoed omdat het aspect van voor de mens bevorderlijke kwaliteit ontbreekt.
Nog andere verschijnselen, zoals bijv. de toenemende erosie van de bodem, de aangetaste gezondheid van de dieren of de toename van schadelijke insecten en schimmels zijn aanleiding dat wij moeten erkennen dat de verzorging en gezondmaking van de aarde een van de belangrijkste taken is van onze tijd.
Er bestaan verschillende opvattingen omtrent de wegen waarlangs dit doel te bereiken valt. “Terug naar de natuur”, roepen sommigen en bedoelen daarmee de ongeschonden wereld van vroeger. Sinds de chemisch-synthetische gifstoffen over de hele aarde zijn en worden verspreid, is het duidelijk, dat hier geen wegen kunnen worden gewezen die naar de toekomst leiden. “Vooruit in harmonie met de natuur en op zoek naar een nieuwe landbouw”, zeggen anderen die hopen op die manier een verdere ontwikkeling in te luiden.
Vanuit dit gezichtspunt is de biologisch-dynamische landbouwmethode te begrijpen. De bodem, de planten, de dieren vragen erom dat zij worden behandeld en verzorgd in overeenstemming met hun aard. Om dit te bereiken wordt in de biologisch-dynamische land- en tuinbouw met de samenhangen in de natuur op een nieuwe manier rekening gehouden. Het beeld van een agrarisch geheel, een organisme, is hierbij stellig treffend. Het vat de daarin werkende mensen, de hofstede, de dieren, alles wat er op de akker geteeld wordt en ook de bodem in één geheel samen: al deze factoren zijn als het ware de organen uit wier samenwerking het juiste voedsel kan ontstaan.
Een dergelijk agrarisch organisme kan men overal ter wereld doen ontstaan wanneer men uitgaat van de plaatselijke omstandigheden. In de biologisch-dynamische werkgemeenschappen in vele streken van de wereld wordt hieraan voortdurend gewerkt.
Ervaringen uit vroeger tijden en geheel nieuwe resultaten van geesteswetenschappelijk onderzoek gaan hand in hand wanneer het op de praktijk aankomt. De oorsprong van onze huidige tuinbouw is te vinden in de middeleeuwse kloostertuinen. Daar werd met het verbouwen van groenten en kruiden begonnen; ook de fruitteelt is zo ontstaan. Door de traditie ontstond er in de loop der eeuwen een land- en tuinbouw en een veefokkerij die aangepast was aan de aard van planten en dieren. Op vele plaatsen kon men tot in het begin van onze eeuw nog zien, hoe zorgvuldig dit werd gehanteerd. Daardoor bestond er een agrarische cultuur, die in de eerste plaats op de verzorging van de natuurrijken was gericht. De technische mogelijkheden waardoor men in de natuurlijke processen kan ingrijpen, kwamen pas in de laatste decennia op.
Als men de vroegere kennis samenvat dan blijkt, dat men het bewerken van de bodem en het verzorgen van zijn vruchtbaarheid in de loop van het jaar als de grondslag van alle verdere handelingen zag. Het verbouwen en de daarbij behorende maatregelen tot aan de oogst volgden hierop. Gedurende het hele jaar voltrok zich het voederen van het vee en het winnen van de mest. Hierin mondt de veehouderij uit in de vruchtbaarheid van de grond; deze sluit de kring en bepaalt tevens de nodige hoeveelheid veevoer in het teeltplan. In de tuinbouw is er een andere kringloop.
De kundigheid van de landbouwer blijkt uit de juiste afstemming ten opzichte van elkaar van bovengenoemde factoren. Tevens wordt duidelijk, dat men geen afstand kan doen van de veehouderij. Vooral de koemest is belangrijk omdat die de krachten bevat die het meest waardevol voor de bodem zijn. De biologisch-dynamische compostpreparaten doen deze mest op de composthoop dan nog rijpen, zodat er een optimale kwaliteit ontstaat. De stoffen en krachten ervan bewerkstelligen dat de bodem levend blijft. Alle andere dierlijke mest en composten van plantaardig afval worden eveneens zo geprepareerd. Steeds ontstaat er na een aantal maanden een humusrijke mest die ertoe bijdraagt dat de cultuurplanten zich al naar gelang van hun aard kunnen ontwikkelen.
Basissubstanties van de biologisch-dynamische compostpreparaten zijn bekende geneeskrachtige planten zoals kamille, duizendblad, brandnetel en ook eikenschors. Na een rijpingsproces in een dierlijk omhulsel, dat zich ’s winters in de grond afspeelt, heeft men er slechts geringe hoeveelheden van nodig om de composthopen daarmee een of meer keren te prepareren.
Als de compost op die manier is toebereid is er voor het leven van de bodem al veel gedaan. Het geesteswetenschappelijk onderzoek van Rudolf Steiner heeft twee veldpreparaten opgeleverd om de opgroeiende planten daarna de kans te geven dat zij op de juiste manier tussen aarde en hemel komen te staan. Deze preparaten worden, eveneens in heel geringe hoeveelheden, een uur lang geroerd en daarna gesproeid: het preparaat hoornmest op de grond, het preparaat hoornkiezel op de groene plant. Ook hier geldt voor de toebereiding een speciaal procedé. Door de hoornmest kan de plant beter wortelen. De hoornkiezel helpt de plant om de lichtkrachten beter te verwerken. Het resultaat is onder andere dat in de grond een dichter wortelstelsel en boven de grond meer gerijpte substantie ontstaat.
Als de bodem door middel van de preparaten is ontsloten, kunnen daarin de kosmische ritmen in het wasdom werken; in de grondbewerking, de verzorging van het gewas en de oogst kan dit principe volgens plan worden betrokken. Dit is natuurlijk bevorderlijk voor de kwaliteit en de kwantiteit van het gewas. Als men de compost- en sproeipreparaten gebruikt zoals de ervaring dat heeft geleerd, dan heeft dat twee grondleggende vernieuwingen in de landbouw tot gevolg. Vooreerst ontstaat er een optimale kwaliteit van de planten. Voorts wordt door de handelwijze van de mens als hij de biologisch-dynamische preparaten toebereidt, laat rijpen en toepast, het plantaardige en het dierlijke principe als het ware een trede hoger geheven. Het natuurlijke wordt in zeker opzicht dichter bij de mens gebracht. Dit veredelt de natuur en is tegelijkertijd van waarde voor de mens.
Op de hierboven beschreven manier is het mogelijk, de nieuwe agrarische cultuur in haar praktische toepassing overal in te voeren waar mensen uit inzicht daartoe besluiten. Alleen op die manier kan de aarde als grondslag voor het leven in stand worden gehouden, worden genezen en ontwikkeld.
.
De mens in het midden van de natuurrijken
Plantkunde: alle artikelen
Het is mogelijk gezamenlijk grond aan te kopen om de b.d.-landbouw verder te ontwikkelen.
.
2640
.