.
In deze rubriek is plaats voor wat me opviel in kranten- en tijdschriftartikelen, brochures enz. aan pedagogisch nieuws, pedagogisch-didactische opvattingen. Wel zoveel mogelijk bezien tegen de achtergrond van de vrijeschoolpedagogie. Het is niet mijn bedoeling een onderwerp helemaal te bespreken, te analyseren.
Wat ik erover wil zeggen, staat in blauw.
.
Laura van Baars
REDACTIE ONDERWIJS & OPVOEDING – Trouw 17-09-2014
.
KINDEREN SPELEN MET WETENSCHAP
Britse hersenwetenschapper laat jonge kinderen onbekommerd zelf hun vragen stellen en onderzoek doen
Het begint met ‘Er was eens…’, en het is het meest gedownloade artikel uit het doorgaans wat taaie blad Biology Letters. Dit tijdschrift van de Royal Society, de Britse waakhond van wetenschappelijke kwaliteit, had de primeur: een stuk van 25 auteurs tussen de 8 en 10 jaar oud.[1]
‘De bijen van Blackawton’ onderbouwt keurig dat bijen zowel kleur als afstanden tussen bloemen gebruiken om te kiezen waar ze de nectar vandaan halen. De jonge onderzoekers hebben geen enkele bronvermelding aan het stuk toegevoegd. “Het is helemaal, geschreven in kindertaal en bevat geen voetnoten”, zegt de Britse hersenwetenschapper Beau Lotto, die het onderzoeksproject bedacht en begeleidde.
“Wetenschap is eigenlijk een spel[2], dat kinderen net zo goed kunnen spelen als volwassenen”, vindt Lotto. Hij komt begin oktober naar Amsterdam om op het onderwijscongres Making Shift Happen te spreken over de toepassing van hersenwetenschap in het onderwijs. Zijn ‘i,scientist’-programma voor kinderen is in Groot-Brittannië een succes.
Lotto hoopt dat hij het ook in andere landen kan gaan uitvoeren. “Onderzoek doen met een netwerk van scholen, over de hele wereld en dan tegelijkertijd! Dat is de ambitie. Wij laten de kinderen zelf de vragen stellen, zelf de experimenten doen.[3] Ze worden niet gehinderd door eerder wetenschappelijk onderzoek, dat voor hen natuurlijk volstrekt onleesbaar is. Het gaat alleen om wat zij in de wereld interessant vinden.”
Kinderen interesseren voor wetenschap is overigens niet Lotto’s primaire doel. “Belangrijker is wat kinderen over zichzelf leren: wat ze kunnen, hoe creatief ze zijn. Jezelf leren kennen is niet iets dat in het huidige onderwijs voorop staat. [4]. Dat komt doordat lessen efficiënt moeten zijn, we veel stof in weinig tijd moeten proppen. We nemen een tablet of laptop om die lessen nog efficiënter te laten verlopen. En we richten ons op het vinden van antwoorden, omdat, wederom, dat wel zo’n efficiënte en meetbare methode is.”
Kinderen moeten spelen, vindt de hersenwetenschapper aan London University College. In hun vrije tijd doen ze dat, en op de basisschool ziet Lotto ook mooie voorbeelden van spelenderwijs leren. “Maar op de middelbare school gaat het fout. Dan worden natuurkunde of scheikunde [4] gegeven alsof het geschiedenis is. Er moeten juiste antwoorden gegeven worden. Terwijl je eigenlijk in die vakken zo lang mogelijk zou moeten blijven zoeken en vragen stellen.”
Vragen stellen is eng, dat weet Lotto ook. Het maakt onzeker, trekt vaste waarden in twijfel. Die angst voor onzekerheid is een van de grootste menselijke problemen die Lotto ziet in een steeds sneller veranderende wereld. Het houdt bedrijfsleven en onderwijs bovendien in elkaars wurggreep. “Als de een de op efficiency en antwoorden gerichte manier van werken niet afzweert, zal de ander het ook niet doen.” Maar ondertussen sijpelt creativiteit volgens Lotto weg. “We zouden juist een wereld moeten creëren waarin je je op je gemak kunt voelen bij het stellen van vragen. Hierdoor kun je iets nieuws maken, ontdekkingen doen, je leren aanpassen. Die levenshouding is belangrijker dan het vinden van dat ene, wetenschappelijk gefundeerde antwoord. [5] Zeker nu.”
[1] Kinderen tussen de 8 en de 10: wie lang met kinderen heeft gewerkt, heeft ervaren dat kinderen vóór het 10e jaar hun wereld voor een groot gedeelte nog ‘bezield’ beleven. Na hun 9e of 10e verandert hun innerlijke gesteldheid en staan ze veel opener naar de hun omringende wereld. Voor de vakken die na deze leeftijd geïntroduceerd worden – met name de zaakvakken – is het eigenlijke hoofdmotief: het kind met de wereld verbinden: het interesseren voor de wereld vanuit zijn standpunt = zijn verbondenheid met de wereld
.
[2] Ik betwijfel of wetenschap een spel is. En of het dat moet worden. Wetenschap als de zoveelste game? Als hij bedoelt dat de kinderen net zo serieus met een onderwerp zouden moeten omgaan als de ernst waarmee ze spelen, dan lijkt me dat de houding
[3] Dat is natuurlijk buitengewoon belangrijk en in de vrijeschoolpedagogie vind je talloze aanwijzingen hoe dat te doen. Dat begint al met rekenen in klas 1, maar waar het om wetenschap gaat, vooral – en dan vanaf het 11e, 12e jaar als het objectievere denkvermogen zich begint te ontwikkelen – in de vakken natuur- en scheikunde.
[4] Juist dat streven vrijescholen na: worden wie je bent.
[5] En daar gaat het om!
.
Opspattend grind: alle artikelen