Tagarchief: handschrift

VRIJESCHOOL – Schrijven en lezen (9-3)

.

Manfred Spitzer publiceerde in 2022 in het blad Erziehungskunst een artikel:

de waarde van het handschrift bij lezen, schrijven en denken

Op de site ‘Set-up to learn‘ verscheen op 5 mei 2025 een artikel met eenzelfde strekking:
(“vet’ en in blauw door mij, phaw)
.

Hoe handschrift kinderen helpt bij de ontwikkeling van lezen en schrijven
.

Tegenwoordig is het gebruikelijk dat kinderen in hun klassen digitale bronnen hebben die worden gebruikt als hulpmiddelen voor bepaalde leerprocessen. Zo zijn er computerprogramma’s die speciaal gericht zijn op kinderen die leren lezen en schrijven. Omdat de oefeningen op de computer moeten worden gedaan, drukken de leerlingen op toetsen en knoppen en hoeven ze geen potlood en papier te gebruiken.

Om de impact van deze methoden die zijn gebaseerd op typen, te meten, voerde een UPV/EHU-studie een vergelijking uit om de effecten van handmatige en toetsenbordtraining op de vaardigheden van kinderen te analyseren.

“Omdat kinderen steeds minder met de hand schrijven, wilden we de impact hiervan op alfabetische en orthografische vaardigheden onderzoeken. Met andere woorden, we wilden onderzoeken of het vermogen om letters te leren en woordstructuren te assimileren en te onthouden zich anders ontwikkelt door handmatige training of door het gebruik van toetsenborden. We concludeerden dat de kinderen die hun handen gebruikten de beste resultaten behaalden“, legde onderzoeker Joana Acha uit.

Om tot deze conclusie te komen, werd een experiment uitgevoerd met kinderen van 5 tot 6 jaar. Deze leeftijd werd gekozen omdat dit het gunstigste moment in hun ontwikkeling is, wanneer ze beginnen te leren lezen en schrijven.
Vijftig kinderen met basisbegrip van leesvaardigheid leerden 9 letters van het Georgische en Armeense alfabet, evenals 16 pseudowoorden die de onderzoekers hadden bedacht door de letters te combineren.

Handschrift versus toetsenbord

‘Het doel was om letters en woorden te gebruiken die volledig nieuw waren voor de kinderen, om er zeker van te zijn dat ze helemaal opnieuw leerden. Sterker nog, de tot nu toe uitgevoerde studies gebruikten de alfabetten in de cultuur van de kinderen, dus het is niet zo eenvoudig om te achterhalen in hoeverre ze de gepresenteerde symbolen niet kenden’, aldus Acha. Alle leerlingen leerden dus nieuwe letters en woorden, maar niet allemaal op dezelfde manier: de helft moest ze met de hand overschrijven en de andere helft met een toetsenbord. Op die manier kon het UPV/EHU-onderzoek zich richten op het belang van de grafo-motorische functie. Met andere woorden, wat voor effect heeft het bewegen van de hand op het lees- en schrijfproces? Sterker nog, wanneer we op een toetsenbord schrijven, volgen we de vorm van de letter niet, waardoor de grafo-motorische functie minder invloed heeft op het assimileren van de letter- en woordstructuur. Schrijven met de hand daarentegen heeft een grotere invloed. [we kunnen hier denken aan de opmerking van Steiner bij het vormtekenen, zie o.a. dit artikel]

Nadat we elke groep kinderen de nieuwe letters en woorden hadden geleerd en ze met één methode hadden getraind, legden we ze drie tests voor om de verworven kennis te beoordelen. We maten hun vermogen om zowel de letters als de pseudowoorden te herkennen, te schrijven en uit te spreken, en de resultaten gaven duidelijk aan dat degenen die handmatig hadden geoefend, meer vaardigheid ontwikkelden. Vooral bij de pseudowoorden was het verschil duidelijk; bijna iedereen die op de computer had geleerd, maakte de oefeningen met letterreeksen niet correct. Ons werk bevestigt dus dat de grafo-motorische functie essentieel is voor het onthouden van letters en woordstructuren,” legde Acha uit.

Variabiliteit oefent ook invloed uit

Maar ze keken niet alleen naar de impact van de mate van handbeweging. De groepen die met de hand en met toetsenborden werkten, werden vanaf het begin in twee subgroepen verdeeld. Tijdens het aanleren van de letters en de woorden, werd aan sommigen van degenen die met potloden werkten gevraagd de met kleine puntjes gemarkeerde leidraad te volgen (techniek met lage variabiliteit). De anderen oefenden daarentegen zonder enige referentie: ze kopieerden vrijelijk over op een blanco pagina (grote variabiliteit). Ze deden hetzelfde met degenen die op de computer werkten: sommigen gebruikten altijd hetzelfde lettertype voor de training (bijvoorbeeld Tahoma), en anderen meer dan één. Zo konden de onderzoekers naast de grafo-motorische functie ook de invloed van de vormvariabiliteitsfactor analyseren.

Wat ze zagen, was dat iedereen die met de hand was getraind, competenter was dan iedereen die met een toetsenbord had gewerkt. Maar zelfs onder degenen die met potlood en papier hadden geoefend, waren er verschillen. Degenen die vrij hadden getraind, behaalden de beste resultaten. “Dus concludeerden we dat het weliswaar helpt om in het begin te moeten overtrekken om te oefenen, maar zodra ze min of meer kleine, precieze bewegingen kunnen maken, is het raadzaam om over te stappen op vrij schrijven. [hier valt te denken aan wat in eerste klassen gebeurt vóór het schrijven: grote vormen ‘in de lucht’, in de zandbak, met de vochtige spons op het bord, dan op grote vellen papier zonder sturende lijnen om ‘van binnenuit’ vormgevoel te ontwikkelen.]Wat echter het meest duidelijk is, is de noodzaak om handmatige oefening prioriteit te geven in het leerproces. Ze leren het beste van handbewegingen [zie artikel over hand en intelligentie]  daarom zouden technologische apparaten alleen als aanvulling moeten worden gebruikt,” aldus Acha.

Dit onderzoek ondersteunt sterk eerder onderzoek waaruit blijkt dat schrijven met de hand een krachtig hulpmiddel is om te leren. Neurowetenschappelijk onderzoek toont het belang van spiergeheugen aan bij het leren. Dit onderzoek toont specifiek aan dat schrijven met de hand kinderen helpt bij het onthouden van zowel letters als woordstructuren. Leerkrachten vertellen ons dat de StepUp-oefeningen voor Luisteren, Praten en Schrijven tot de beste oefeningen behoren die ze ooit voor schrijven hebben gedaan!

.

Schrijven en lezenalle artikelen

Over de invloed van het tv-scherm op het jonge kind:

Opvoedingsvragen onder nr. 19

.

3440-3238

.

.

.

.

 

VRIJESCHOOL – De waarde van het handschrift bij lezen, schrijven en denken

 
.
Manfred Spitzer*, Erziehungskunst juli/augustus 2022

 

de waarde van HET handschrift bij lezen, schrijven en denken

.

Sommige mediadocenten voorspellen al jaren dat het handschrift zal uitsterven door touchscreens en toetsenborden. Het is alsof je voorspelt dat muziek en zang zullen uitsterven door radio’s en mp3-spelers. De vergelijking lijkt in eerste instantie misschien vreemd. Die volgt echter zonder enige beperking uit de onderstaande feiten en argumenten.

Lezen is een speciaal geval van visuele waarneming. Die laatste bestond natuurlijk al voordat er ook maar een schrift was, zelfs voordat er een taal was, want veel dieren kunnen zien. Onderzoek naar de grootte en vorm van schedels in prehistorische menselijke botvondsten suggereert dat taal al minstens honderdduizend jaar bestaat. Dat taal wordt vastgelegd door middel van grafische tekens is daarentegen een relatief recente culturele verworvenheid, zo’n vijf- tot zesduizend jaar oud.

In het eenvoudigste geval wordt een woord dat iets betekent weergegeven door een afbeelding van het ding. Daarom begon de ontwikkeling van het schrijven met het schrijven van afbeeldingen. Een dergelijke spelling heeft echter nadelen, zoals de volgende anekdote duidelijk maakt: Toen de Perzische koning Darius een half millennium voor de geboorte van Christus een veldtocht voerde tegen de Scythen, kwam na de invasie van hun land een Scythische boodschapper met de boodschap die bestond uit de afbeeldingen van een muis, een kikker, een vogel en drie pijlen. Darius interpreteerde de boodschap als volgt: ‘O Perzen, wij geven ons over met ons land en water [muis en kikker]. We vluchten [Vogel] voor de macht van uw legioenen en staan ​​klaar om al onze wapens [de pijlen] aan u over te geven.’ Tot grote verbazing van de Perzen vielen de Scythen echter de volgende nacht aan. Na de slag leerde de koning de ware betekenis van de boodschap van een Scythische generaal: “O Perzen, tenzij je jezelf kunt veranderen in vogels om door de lucht te vliegen, of in veldmuizen om onder de grond te graven, of in kikkers om schuil te gaan in de moerassen, je zult nooit ontsnappen en terugkeren naar je vaderland, maar eerder omkomen door onze pijlen.

De anekdote maakt duidelijk waarom in de meeste delen van de wereld het beeldenschrift eerst werd vervangen door een lettergrepen-klankschrift en vervolgens door het alfabetische schrift dat tegenwoordig gebruikelijk is, waarbij aan elk geluid een enkel symbool is toegewezen. Een uitzondering vormen de klinkers (A, E, I, O, U), die aanvankelijk niet of slechts gedeeltelijk werden geschreven.
Zelfs vandaag de dag worden ze nog steeds weggelaten in sommige geschriften 
en   j.   k.n  t..l  .cht  b.gr..p.n   w.nn..r  d.  kl.nk.rs  w.gg.l.t.n  z..n

Bij de ontwikkeling van het lettertype speelden ook handtechnische aspecten een rol. De Sumeriërs schreven meer dan 4000 jaar geleden met een houten stok in zachte klei gedrukt. Door drie tot tien lijnvormige indrukken ontstond een symbool. Omdat de druk niet altijd gelijk was, was het niet ongebruikelijk dat er aan het ene uiteinde van de regels een diepere en bredere indruk verscheen. Dit »werkspoor« gaf het schrift de naam spijkerschrift. De symbolen ontwikkelden zich binnen een paar honderd jaar vanuit een eenvoudig beeldschrift.

 Om lezen en schrijven cultureel over te dragen, werd door de Sumeriërs tegelijkertijd de school uitgevonden. Drie tot maximaal twaalf leerlingen kregen samen les, zoals we weten door vondsten van kleitabletten, dat waren wat nu “oefenboeken” worden genoemd: aan het schrijven kun je zien dat het schrijven bij het kind nog niet lekker loopt. Schrijven op kleitabletten met houten stokjes was ingewikkelder dan schrijven op papier met een potlood, en de inhoud – schrijven, lezen, rekenen, kantoorwerk – was abstracter dan op de huidige basisschool. De “schrijvers” waren nodig om het complexe staatsapparaat te besturen dat mogelijk werd gemaakt door landbouw en veeteelt – zij waren wat we nu “ambtenaren” noemen.

Het korte overzicht maakt duidelijk dat het menselijk brein ongeveer net zo geschikt is om te lezen en te schrijven als een tractor voor de Formule 1, omdat de mens 99 procent van zijn geschiedenis doorbracht zonder te lezen en te schrijven. Toen de technieken eenmaal waren uitgevonden, bleken ze echter zo praktisch dat ze bijna nooit uitstierven. Een bekende uitzondering is Paaseiland, waar schrift is gevonden dat niemand meer kan lezen en dat door de weinige vondsten tot op de dag van vandaag door niemand is ontcijferd.

Voor je verder leest, tel even hoe vaak de letter F in deze tekst zit:

FINISHED FILES ARE THE RE-

SULT OF YEARS OF SCIENTIF-

IC STUDY COMBINED WITH

THE EXPERIENCE OF YEARS.

Niet alleen jij, maar de meeste lezers en zelfs redacteuren zullen aanvankelijk slechts drie F’s vinden in plaats van zes. Waarom? Studies hebben aangetoond dat we bij het lezen de neiging hebben om weinig of geen aandacht te besteden aan korte, veelvoorkomende woorden. Eén zo’n woord is ‘OF’, dat drie keer voorkomt in de bovenstaande tekst. Waarschijnlijk zijn die F’s in de drie woorden niet geteld toen ze voor het eerst werden gelezen. Het meest voorkomende woord in het Engels is “the”, en dienovereenkomstig hebben studies aangetoond dat typografische fouten in dit woord in Engelse teksten de kleinste kans hebben om opgemerkt te worden. Je kijkt niet eens naar het woord.

Het is al meer dan honderd jaar bekend dat het langer duurt om een ​​enkele letter te herkennen dan om een ​​heel woord te herkennen. De gemiddelde volwassen lezer van vandaag kan een woord lezen in ongeveer vier tienden van een seconde (400 milliseconden). Het hardop voorlezen van een samenhangende tekst gaat nog sneller, aangezien er in één minuut ongeveer 300 woorden worden voorgelezen, dus vijf woorden per seconde.

Hieruit kan worden geconcludeerd dat woorden op geen enkele manier letter voor letter worden gelezen, maar »holistisch«. dat zie je aan het feit dat een schrift dat is opgebouwd uit aFwIsSeLeNd HoOfD-  eN kLeInE lEtTerRs pas na enige oefening redelijk goed te lezen is. Het gaat al beter ALs je voor geLijKe FysieKe grooTTe van De HooFD- en KLeine LeTTers zorgt.

Stel dat middelbare scholieren per dag ongeveer tien pagina’s lezen en dat er ongeveer 500 woorden op één pagina staan, dan hebben ze na tien jaar oefenen 10 x 500 x 365 x 10 (= 18.250.000) woorden gelezen. Dit komt heel goed overeen met de bevindingen uit de taalontwikkeling: tegen de tijd dat ze naar school gaan, heeft een kind uit een eenvoudig milieu ongeveer 8.500.000 woorden gehoord, een kind uit een academische milieu ongeveer 40.000.000! Zelfs vóór de start van de school heeft een kind uit dat laatste milieu (waar men thuis meer spreekt dan in arbeidersgezinnen) ongeveer vier keer zoveel taal ervaren als een kind met een nogal bescheiden achtergrond. Aangezien lessen op scholen in wezen bestaan ​​uit op taal gebaseerd leren, gaat de veel bekritiseerde ongelijkheid van onderwijskansen in relatie tot de sociale achtergrond terug tot de tijd vóór school.

Met de hand schrijven is niet alleen belangrijk om te leren schrijven, maar vooral om te leren lezen. Van dit inzicht, hoewel oud, wordt de draagwijdte volledig genegeerd door degenen die het handschrift willen vervangen door typen. Laten we eens kijken naar een nieuwe studie gepubliceerd in het tijdschrift Science die de prestaties van een kunstmatig neuraal netwerk (computersimulatie) bij het leren lezen vergeleek met die van mensen om het belang van motorische informatie te beoordelen bij het verwerven van het vermogen om eenvoudige pictografische  vormrepresentaties te (re)creëren (letters), d.w.z. bij het leren lezen. De auteurs evalueerden de prestaties bij het leren van nieuwe tekens bij mensen en bij machine learning. Terwijl traditionele deep learning-netwerken aanzienlijk slechter presteerden dan mensen (met foutenpercentages tussen 8 en 34,8 procent), behaalde een visueel-motorisch geïntegreerd machine learning-systeem een ​​foutenpercentage van 3,3 procent, wat vergelijkbaar was met het menselijke foutenpercentage van 4,5 procent ( Lake et al. 2015). Verdere experimenten toonden aan dat het model ook in staat was om plausibele nieuwe tekens te genereren, wat betekent dat het het vermogen van mensen nabootste om dit gemakkelijk te doen.

Neuro-wetenschappelijke studies met behulp van functionele magnetische resonantie beeldvorming (fMRI) toonden ook aan dat het herkennen van letters die zijn geleerd door met een pen te schrijven, leidt tot verhoogde activiteit in motorische hersengebieden. Dit was niet het geval voor letters die via toetsenbordinvoer werden geleerd. Hieruit kan worden geconcludeerd dat alleen het vormen van letters met een pen motorische geheugensporen creëert die worden geactiveerd tijdens de perceptie van letters en de herkenning van de letter in zijn visuele verschijning vergemakkelijken.

Het extra motorische geheugenspoor dat bevorderlijk is voor het lezen, wordt niet gecreëerd bij invoer via het toetsenbord, aangezien de typebewegingen niet gerelateerd zijn aan de vorm van de letters.

Over het algemeen is denken altijd belichaamd. Daarom is het leren van letters door te schrijven met een pen superieur aan leren door te tikken of te klikken op een digitaal schrijfapparaat. Kortom: goed leren lezen doe je alleen door met de hand te schrijven. Een vergelijking met muziek ligt voor de hand. Die leer je niet alleen door passief te luisteren, maar vooral door actief muziek te maken. Als men het zingen en musiceren in de kindertijd achterwege zou laten, zou men het kind de steun ontnemen die zingen en musiceren aantoonbaar geeft aan de muziek, maar ook aan andere hogere intellectuele prestaties. Muziek is een culturele techniek die wordt gepromoot simpelweg omdat het goed is voor mensen in hun menselijkheid, omdat mensen – ook en vooral vanuit biologisch oogpunt – culturele wezens zijn, ze zijn gebouwd om cultuur over te nemen en door te geven en zonder cultuur kunnen ze niet leven.

Met het oog op de snel voortschrijdende digitalisering van onze samenleving wordt het bijzonder duidelijk dat ook lezen en schrijven tot de culturele technieken behoren. Het gaat lang niet alleen om de juiste lettervorm, maar uiteindelijk om een ​​geïntegreerd senso-motorisch handelen, de basis van al het denken. Bovendien verstoren beeldschermen op jonge leeftijd de hersen- en oogontwikkeling, wat op de lange termijn leidt tot verminderdeontwikkeling en slecht zicht. In de oogheelkunde is er al sprake van een myopie-pandemie die meer dan een miljard mensen treft. Bij ernstige bijziendheid is het risico op blindheid aanzienlijk verhoogd. Het is aangetoond dat een lager opleidingsniveau in de kindertijd, adolescentie en vroege volwassenheid de sterkst beïnvloedbare risicofactor is voor het later ontstaan ​​van dementie. Voordat we laptops introduceren op de kleuterschool en basisschool, moeten we weten wat we onze kinderen ermee aandoen! Er bestaat niet alleen het gevaar dat de massale introductie van digitale media in kleuterscholen en scholen de leesvaardigheid van kinderen onvoldoende bevordert. Het gaat veeleer om de mentale prestaties en gezondheid van de volgende generatie, waarvoor wij volwassenen verantwoordelijk zijn en die we niet achteloos in gevaar mogen brengen.

.
*Auteur: prof. dr. dr Manfred Spitzer studeerde geneeskunde, psychologie en filosofie in Freiburg. Na zijn promotie werkte hij als hoofdarts in de psychiatrische universiteitskliniek in Heidelberg. Onderzoeken in de VS vormden zijn werk op het snijvlak van neurobiologie, psychologie en psychiatrie. Sinds 1997 is hij medisch directeur van de psychiatrische universiteitskliniek in Ulm. In 2004 richtte hij het Transfercentrum voor Neurowetenschappen en Leren (ZNL) op.
.

Schrijven en lezen: alle artikelen

Over de invloed van het tv-scherm op het jonge kind:

Opvoedingsvragen onder nr. 19

2990-2807

.

.

.

.

VRIJESCHOOL – Schrijven (10)

.

In onderstaand artikel geeft ‘zomaar een onderwijzer’ zijn gezichtspunten weer over het materiaal waarmee de leerlingen schrijven. De balpen is niet favoriet.

Wel een oud artikel, maar met nog actuele vraagstellingen.

EN WAARMEE LATEN WE ONZE LEERLINGEN SCHRIJVEN

Zoals de titel reeds zegt, voel ik mij zo vrij eens even met u stil te staan bij het schrijfmateriaal waarmee de kinderen schrijven. Ruim vijftien jaar geleden* schreven vele kinderen op school nog met een stalen pen en losse inkt (o.a. kroontjespen). Dat dit een tamelijk onhandig en omslachtig gedoe was, spreekt voor zich. Toch kregen de kinderen hierdoor echter wel een goede schrijfhand; beheersing van de spieren (spierfunctietraining). Omdat na de oorlog de balpen zich met rasse schreden aan ons heeft opgedrongen is het geen wonder dat deze z’n invloed ook op de basisschool heeft doen gelden. Ik mag wel zeggen in negatieve zin, want met de komst van de balpen was het hek van de dam.

De fabrikanten slaagden erin steeds goedkopere balpennen op de markt te brengen. Of dit het schrijfonderwijs ten goede kwam, was niet zo belangrijk. Het motto was: als ie maar schreef; dat de pasta soms ook vreselijk vlekte nam men op de koop toe.

De leerkrachten ontdekten al vlot dat de schrijfresultaten met de dag slechter werden. Het enthousiasme om goed schrijfonderwijs te geven verminderde door de komst van de balpen zeer snel.
Het is unfair om dan de schuld maar aan de schrijfmethode te geven, want deze is eigenlijk maar één van de hulpmiddelen om de leerlingen een goede schrijfopvoeding te geven.
Er wordt in ons landje nog te vaak gedacht: als „het” maar te lezen is. Evenwel aan het laatste ontbreekt het vaak ook nog.

In West-Duitsland is men met het onderzoek aangaande de beste schrijfopvoeding al veel verder gevorderd dan in ons land. Het schrijfmateriaal wordt daar tenminste serieus genomen en men laat er niet van alles de scholen binnenslingeren. Wetenschappelijke onderzoekingen hebben daar bewezen dat tot op heden de vulpen het beste schrijfgereedschap is.

Bij ons komt het maar al te vaak voor dat een aantal leerlingen met zo’n z.g. standaardbalpen schrijft; een ander gedeelte brengt zelf allerlei troep mee van huis waarmee dan geschreven wordt, zelfs tot knotsen van tienkleurenbalpennen toe. Soms zijn dit ook balpennen die men gratis bij een of andere instelling of club heeft gekregen waardoor de pen ook nog ais reclameobject fungeert.

Een enkele leerling schrijft zelfs met een kostbare balpen omdat de ouders van zo’n kind op school willen laten zien wat zij wel voor hun kind over hebben. Dan is er een aantal dat mogelijk met een vulpen schrijft; soms ook nog afkomstig van een oudere broer of zus. Ook hier weer van allerlei kaliber.

Dat hierdoor de schrijfresultaten niet bepaald fraai zijn, lijkt me vanzelfsprekend. Hoe kan men hier nu verandering in brengen?

Wil men goed en verantwoord schrijfonderwijs geven, dan dient men – naar mijn mening – allereerst de balpen uit de klas te weren! De balpen heeft vele bezwaren:

– Hij is erg gevoelig voor temperatuursverschillen; bij warmte loopt de inkt te overvloedig en als ie koud is, dan komterte weinig inkt(pasta) uit.
– Bij de eerste aanzet ontstaat gemakkelijk, zeker bij goedkopere pennen, een uitvloeiing die een lelijk kladeffect geeft en lang plakkerig blijft.
– De aniline-inkt hecht zich onregelmatig aan het gebruikelijke papier waardoor het inktspoor/schriftspoor talrijke onderbrekingen vertoont. Dit is moelijk te verhelpen want het ligt in het wezen van de inktgeving van een rond kogeltje.
– Vaak moet je te hard drukken, waardoor afdrukken aan de andere kant van het papier erg zichtbaar zijn; groeven in het papier.
– Ten opzichte van de vulpen is de balpen erg labiel. Dit komt door het draaiende kogeltje. De stift gaat meestal al heen en weer, en daar doet het draaiende kogeltje nog een stapje bij op.
– De balpen schrijft alleen maar als je hem behoorlijk rechtop houdt. De pen moet met het schrijfvlak minstens een hoek van 50 graden maken omdat ze anders niet schrijft. Hierdoor krijg je een foute schrijfhouding.
– De balpen laat zich gemakkelijk alle kanten uitrollen waardoor de gevoelservaringen bij het schrijven steeds wisselen. Dit is niet bevorderlijk voor het vastleggen van een bewegingspatroon.
– Wanneer eersteklassertjes met een balpen schrijven, moeten ze, voor hun doen, hierop een behoorlijke druk uitoefenen; vooral de eerste maanden. Dit brengt een krampachttige schrijfhouding teweeg (spierverstijving). In een later stadium is het erg moeilijk de foute schrijfhouding te corrigeren.
– Nauwkeurige metingen van de schrijfdruk van dezelfde schrijver met een balpen en een vulpen hebben uitgewezen, dat deze druk bij de balpen zesmaal zo groot is als bij de vulpen. Dit is zonder meer ongunstig voor de vingerspieren (in dit stadium) en voor het schrift. Vandaar ook dat een balpen niet goed is voor het aanvankelijk schrijfonderwijs. Trouwens, na enige tijd met een balpen geschreven te hebben is het moeilijker met een vulpen te schrijven dan omgekeerd.
–  De schrijflijn van de balpen is veel minder genuanceerd dan die van een vulpen; het totaalbeeld van het schrift is bij de balpen beslist veel minder. Doordat er bij de balpen steeds druk uitgeoefend dient te worden is ritmisch schrijven niet altijd mogelijk.
– Vlekken, ontstaan door de balpeninkt zijn beslist moeilijker te verwijderen dan die van de uitwisbare vulpeninkt.

Willen we de kinderen verantwoord schrijfmateriaal geven, dan dienen we wat dit betreft ook samen te werken met de kleuterschool. Nu men in deze tijd de mond vol heeft van integratie lijkt me dit niet moeilijk. Om de vingers schrijfgevoelig te maken zou men op de kleuterschool allerlei kneedoefeningen met klei kunnen doen. De motorische vooroefeningen kunnen het best gedaan worden op grote vellen papier, gebruik makende van krijtjes en viltstiften. Vooral ook oefeningen op het bord; alles nog erg groot en komende tot een ritmisch geheel. Eveneens vingerpainting, werken met penseel, allerlei motorische vooroefeningen op werkbladen met voorbedrukte schrijfpatronen. Op veel kleuterscholen gebeurt dit gelukkig al. De ontwikkeling van de schrijfmotoriek verloopt van grof naar fijn, daarom dienen we het materiaal hier ook aan te passen.

In de eerste klas van de basisschool geven we de leerlingen fijnschrijvende viltstiftjes, speciaal voor het aanvankelijk schrijfonderwijs gemaakt. Liever geen potlood omdat hierop over het algemeen een flinke druk uitgeoefend moet worden (voor het tekenonderwijs is dat wat anders). De dikte van de potloodpunt verandert ook steeds tijdens het schrijven. Verder is de verleiding tot hantering van het gum erg groot; de kinderen werken niet meer netjes en de woorden (schrijfpatronen) worden onderbroken gemaakt.

Met voornoemde fijne viltstiftjes is het voor de beginnende schrijvertjes prima werken. We hoeven alleen maar te letten op de bewegingen en natuurlijk de schrijfhouding.

Na een klein halfjaar geven we de kinderen een vulpen in handen. Dit is voor de schooltijd het hoofdschrijfinstrument bij uitstek. Nu vraagt u zich natuurlijk af: Ja, maar welke vulpen? En terecht, want de laatste jaren zijn er vele soorten en modellen op de markt gekomen. U dient daarom wel even op uw hoede te zijn. Ik wil hier absoluut geen reclame maken voor een bepaald merk, vulpen, doch de Pelikano in West-Duitsland is er door researchwerk in geslaagd een erg goede vulpen speciaal voor het schoolkind op de markt te brengen. Deze vulpen werd in samenwerking met vooraanstaande pedagogen ontwikkeld. Vorm, gewicht en technische eigenschappen zijn op de scholierhand afgestemd. Grijpribbels met profiel verhinderen dat de vingers tijdens het schrijven verstijven of dat ze op het pennetje glijden.

Ook andere merken hebben de laatste jaren goede schoolvulpennen op de markt gebracht. De pennetjes zijn in verschillende schrijfdiktes verkrijgbaar. De ervaring is dat het beter is het kind niet met een al te fijne penpunt te laten schrijven. Een A(nfang), F(ijn), of een M(edium) pennetje schrijft beslist veel gemakkelijker dan een E(xtra) F(ijn) pennetje. Het beste is met een A-pennetje te beginnen en deze na ca. twee jaar te verwisselen voor een F-pennetje. Deze losse pennetjes kunnen heel gemakkelijk in en uit de vulpen geschoven worden. Waarom zou een schoolkind zoals vroeger bij de kroontjespen zo iel moeten schrijven waardoor het schrift nauwelijks karakter heeft?

Tot slot zult u misschien vragen: maar wie betaalt zo’n vulpen?. Relatief gezien zijn de vulpennen de laatste jaren steeds goedkoper geworden. De prijs hoeft absoluut geen handicap te zijn. Desnoods laat men de ouders de helft mee betalen; hierdoor krijgt het kind ook het gevoel zuinig op de pen te zijn omdat ze gedeeltelijk eigendom is.

Op meerdere scholen schrijven de kinderen reeds jaren met een vulpen. Men ziet de vervanging van de balpen door een goede vulpen als een enorme vooruitgang. Ook de andere vakken worden er positief door beïnvloed. Net en ordelijk schrift bevordert zelfs het ordelijk denken van het kind. Onderzoekingen hebben aangetoond dat ordelijk schrift tevens het karakter gunstig beïnvloedt. [1]

Wanneer evenwel de kinderen ook nog schrijven met balpennen die meer lijken op gereedschap voor timmerlieden, namelijk hamers, spijkers en schroeven – de tegenwoordige rage – dan hoeven we ons niet meer af te vragen hoe het komt dat de schrijfresultaten van vele leerlingen vaak zo beneden de maat liggen!

J.P.Westerik, De Vacature, *16-07-1977

[1]
Der S. T. in der 9. Klasse ist so unbeholfen im schriftlichen Ausdruck. Soll man das Aufsatzschreiben besonders mit ihm üben?

S.T. in de 9e klas is bij het zich schriftelijk uitdrukken zo onbeholpen. Moet het schrijven van opstellen met hem worden geoefend?

Dr. Steiner:
Man müßte seine Schrift kultivieren, ganz elementar, übungsmäßig. Wenn man anfangen würde, ihn als Nebenaufgabe täglich nur eine Viertelseite so schreiben zu lassen, daß er beim Schreiben auf jeden einzelnen Buchstaben formend achtgibt, wenn er also dies machen würde, jeden einzelnen Buchstaben geformt schreiben, dann würde das zurückwirken auf seinen ganzen Charak­ter.

Je zou zijn handschrift moeten cultiveren, heel elementair, met oefeningen. Wanneer je zou beginnen hem als hulpopdracht dagelijks een kwartiertje zo te laten schrijven dat hij bij het schrijven op iedere aparte letter op de vorm let, wanneer hij het dus zo iedere aparte letter gevormd zou schrijven, dan zou dan ook op heel zijn karakter terugwerken.
GA 300C/108    (1923)
Niet vertaald
.

Schrijven: alle artikelen

.

1268-1183

.

.

VRIJESCHOOL – Schrijven (3-4)

.

Dit is een oud krantenartikel.
De inhoud lijkt mij nog actueel.
Hoe vaak zie je geen mensen of dat nu op tv is of in een winkel, die wanneer ze iets schrijven, op een verkeerde, ja niet zelden op een uiterst slechte, onbeholpen manier, hun pen of potlood vasthouden.
Om in vele gevallen maar te zwijgen van het handschrift zelf.
Ook op de vrijescholen!

In het artikeltje is sprake van ‘hanepoten’.
Wanneer kunnen er hanenpoten ontstaan? Wanneer er ‘los’ wordt geschreven en met blokletters. En omdat blokletters heel moeilijk aaneen geschreven kunnen worden – je krijgt dan al een vorm van lopend schrift – is de los geschreven blokletter vaak de voorbode van ‘hanenpoten’.

Hier nog net niet:

lettertype-5

Je roept het met dit type schrijven bijna op:

lettertype-1

Handschrift van een 10-jarige vrijeschoolleerling met wie vanaf (laatste trimester van) klas 1 voornamelijk op groter papier het lopend schrift werd geoefend – zonder lijntjes!
Het kind heeft geen lijntjes nodig om mooi horizontaal te blijven.

lettertype-7

LEESBAAR SCHRIJVEN: EEN VERLEERD KUNSTJE

lettertype-8

‘Het is hanepoot en baksteen’. Zo luidt een niet alledaagse uitdrukking voor een slordig handschrift. Een gezegde dat langzaam maar zeker voor steeds meer Nederlanders opgaat.
Het sterke vermoeden bestaat namelijk dat het aantal mensen met een slordig handschrift gedurende de laatste jaren snel is toegenomen; onder andere omdat in het onderwijs veel minder aandacht aan schrijven wordt besteed, maar ook door de opkomst van moderne ‘tekstverwerkers’ op kantoren en bedrijven. Onleesbare ‘hanepoten’ komen naar schatting nu al bij een op de vier Nederlanders voor.

Ouderen
Maar het slechte handschrift gaat niet op voor alle bevolkingsgroepen: ouderen bijvoorbeeld hebben in veel gevallen een netter en regelmatiger handschrift dan jongeren. Dit laatste concludeert Julius de Goede, leraar schoonschrijven [1] MO. Hij is de auteur van het onlangs verschenen boek ‘Verbeter uw handschrift’.

In het verleden werd namelijk veel meer aandacht besteed aan schoonschrijven, zo licht De Goede desgevraagd toe. Rond 1900 bijvoorbeeld werd op lagere scholen tien maal zoveel tijd aan schrijven besteed dan nu het geval is.

Volgens de auteur, die al enkele boeken samenstelde over het handschrift, wordt op veel pabo’s nog maar één achtste deel van de tijd aan schoonschrijven besteed in vergelijking met 20 jaar geleden.

Met andere woorden: de nieuwe lichting leraren heeft veel minder kennis van schrijven, en dat heeft ook zijn uitwerking op de leerlingen.

Veel dictaten
Een andere oorzaak voor slordig en onleesbaar schrijven is dat leerlingen door veel dictaten op school, te snel moeten schrijven en derhalve raakt het handschrift afgesleten. Van invloed is volgens De Goede voorts dat op de lagere school bij de leeslessen gebruik wordt gemaakt van andere letters (blokletters) dan bij de schrijflessen. Kinderen raken daardoor in de war, en gaan twee verschillende soorten letters door elkaar gebruiken.

De auteur stelt dat waarschijnlijk de helft van de schoolverlaters geen handschrift heeft zoals het eigenlijk zou moeten.

Typemachine
Mia Elenbaas uit Sevenum, onder andere docente Nederlands aan de Grubbenvorster mavo en leidster van een cursus kalligrafie (schoonschrijven), wijst er op dat ook door de opkomst van de typemachine het handschrift achteruit is gegaan: veel mensen hoeven geen handgeschreven boodschappen meer over te dragen.

Het is aannemelijk dat het leger van slordige schrijvers de komende jaren verder zal groeien door de opkomst van de tekstverwerker, het computerbeeldscherm met toetsenbord, de elektrische typemachine met ‘automatische foutcorrectie’.

Zij constateert op basis van haar cursussen een groeiende belangstelling onder jong en oud voor het schoonschrijven in verschillende stijlen en lettersoorten. Dit beeld wordt bevestigd door het aantal boeken over kalligrafie dat reeds is verschenen en op stapel staat. Daarmee lijkt schoonschrijven een soort van tegenbeweging te worden voor het slordige handschrift.

Eisen op school
Mia Elenbaas betreurt het dat docenten minder eisen zijn gaan stellen aan het handschrift van leerlingen. „Je kunt, als leerlingen de tijd hebben om rustig schrijven, verlangen dat ze het goed doen. Je ziet dan dat het handschrift wat beter wordt. Ik ben nogal streng. Hoofdletters bijvoorbeeld midden in een zin, vind ik ronduit fout. En je moet ook durven zeggen tegen een leerling: ik kan het nog wel lezen, maar schrijf het toch maar opnieuw”.

Ze ervaart in haar dagelijkse praktijk dat meisjes netter schrijven dan jongens en dat jongens gedurende de puberteit slordiger gaan schrijven.

Heeft een goed handschrift nog wel zin?
Volgens De Goede neemt het belang van een het handschrift de laatste jaren toe, bijvoorbeeld door de stijgende werkloosheid: slecht of onleesbaar schrijven speelt bij sollicitaties meestal een doorslaggevende (negatieve) rol. „Duidelijk en goed geschreven teksten daarentegen lezen prettig en voorkomen vergissingen”, aldus De Goede.

Anderzijds lijkt de eis in personeelsadvertenties voor handgeschreven sollicitatiebrieven de laatste tijd minder frequent voor te komen. Mevrouw Elenbaas vindt leesbaar schrijven een kwestie van fatsoen: aan de telefoon sta je mensen ook vriendelijk te woord.

Oefeningen
Julius de Goede geeft in zijn boek een aantal oefeningen waarmee volwassenen en jongeren goed schrijven weer onder de knie kunnen krijgen. Hij raadt voor de ‘schrijflessen’ een vulpen aan. Dat hoeft geen dure te zijn, er zijn verschillende goede schoolvulpennen voor redelijke prijzen.

Dan de ‘oude’ schrijfhouding, die weinigen nog kennen: de onderarmen liggen beide op tafel, maar de ellebogen steken uit. Door de draai van de onderarm kan een hele regel worden schreven zonder de arm te hoeven verzetten,

Iedereen die er moeite voor wil doen en er tijd en energie in wil steken, kan volgens De Goede „het kunstje” leesbaar schrijven (weer) leren: „Liever iedere dag twee kwartier, dan de hele middag in één keer”.
Net zoals met huiswerk vroeger op school.

‘Verbeter uw handschrift’, Julius de Goede, uitgeverij Luitingh, prijs 14,90 gulden.

De Gelderlander, 14-02-1985

.

[1] Rudolf Steiner: schoonschrijven

Schrijfhouding

Schrijven: alle artikelen

1248-1166

.

.