.
Op een weblog van een maniakale criticaster is, zonder toestemming – de integrale tekst vanaf ‘Hoofdstuk 2’ van dit artikel overgenomen onder ‘Vrije School, pedagogisch-didactische achtergronden ’. De links werden door hem verwijderd.
Ik heb dus niets met die blog van doen en ook niet met de eventueel gemanipuleerde tekst.
Aangezien de copyrighthouder toestemming verleende aan vrijeschoolpedagogie.com voor publicatie, overtreedt de criticaster de auteurswet.
.
Hoofdstuk 1
— Kennismaking met het drieledigheidsdenkbeeld van Rudolf Steiner
Hoofdstuk 2
— Indeling en uitgangspunten bij de heil-pedagogie
Hoofdstuk 3
— Algemene oriëntering omtrent typologieën
Hoofdstuk 4
— Speciale begrippen in de typologie van Sigaud en Corman
Hoofdstuk 5
— De vier hoofdtypen beschreven door Sigaud
Hoofdstuk 6
— Uitwerking van de vier hoofdtypen tegen de achtergrond van retardatie en
propulsie
Hoofdstuk 7
— Twee vormen van neurotische levenshouding
Hoofdstuk 8
— Encephalopathie en het gedrag dat daarbij voorkomt; psychopatische
karakterveranderingen
HOOFDSTUK 4
Speciale begrippen in de typologie van Sigaud – Corman
Sigaud en Corman hebben als arts hun blik gericht op de volwassen patiënt. Voor het kind gelden nog iets andere gezichtspunten. Reeds lang voor het verschijnen van het werk van Corman bleek ons dat Sigauds typologie een aanvulling behoefde. Het bleek bij het onderkennen van de moeilijkheden van afwijkende kinderen nodig het gezichtspunt van de te langzame en de te snelle ontwikkeling in te voeren. Bij de zich langzaam ontwikkelende groep heeft men te maken met retardatie en veelal ook door de te hoge aan hen gestelde eisen met regressie. Retardatie en regressie kunnen beide een omgangsstoornis geven. Bij de te snelle, dus propulsieve ontwikkeling, kan het kind als het ware zijn tijd niet afwachten en ontwikkelt (lichamelijk zowel als geestelijk) voortijdig reactievormen en vermogens van een oudere leeftijd. Dit zien we vooral op intellectueel gebied (de vroeg-rijpe overintellectuele kinderen) vaak ook op motorisch gebied (de kinderen met ongeremde bewegingsdrang). Deze kinderen zien er ouder uit dan ze zijn en ondanks hun voorsprong op bepaalde gebieden ziet men toch haast steeds ook tekorten op andere gebieden, met name in de affectieve ontwikkeling. Het kind is door zijn kind-zijn beschermd tegen veel wat uit de omgeving op hem inwerkt, het droomt langs veel heen, wat het propulsieve kind opmerkt en daardoor te verwerken krijgt.
Het behoeft geen betoog dat het invoeren van de begrippen retardatie en propulsie in de typologie van Sigaud veelal op hetzelfde neerkomt als waartoe Corman gekomen is voor de volwassenen als hij de begrippen expansie en retractie invoert.
Te onderkennen zijn de expansieve (voor het kind retarderende) typen in de eerste plaats aan de fysiognomie. De retarderend-expansieve typen hebben „open” zintuigen. De ogen zijn dromerig, groot, open en rond en staan vaak iets naar voren in de oogkas. De neusvleugels en neusgaten zijn zichtbaar, de mond is ,,openbloeiend”, zelfs vaak ook openstaand, de lippen naar voren stekend (vooral de bovenlip). Ze hebben iets „kosmisch”-hemels.
Het propulsief~retractieve type heeft gesloten zintuigen. De ogen liggen diep in de oogkassen, zijn klein en overschaduwd door het voorhoofd, wat spleetvormig en fel actief; de neus is scherp gesneden, neusvleugels zijn ovaal, neusgaten klein. De mond is klein, met scherpe dunne lippen. Hierdoor werkt het gezicht sterk geïndividualiseerd en ouder dan de leeftijd en ,,aards*’ gericht. Deze verschillen zijn het duidelijkst te zien bij de cerebrale en respiratoire typen, bij het motorische iets minder opvallend, terwijl het digestieve in de jeugd altijd expansief werkt, hier ziet men het verschil dan ook veel meer aan de passieve of actieve blik en mimiek.
De copyrechten berusten bij het ‘Lievegoedarchief’. Dit verleende aan vrijeschoolpedagogie.com toestemming voor plaatsing.
.
Menskunde en pedagogie: alle artikelen
Algemene menskunde: alle artikelen
.
587-539
.
.