VRIJESCHOOL – Jaarfeesten – Michaël – verhalen (10-16)

.

Verkorte weergave door Arie Boogert in Jonas nr. 2, 18-09-1987

.

Kalo Dant en de zevende wereld
.

Kalo Dant had in de twintig jaren van zijn leven met de zigeuners van zijn stam onnoemelijk veel landen bereisd. Zoveel, dat hij dacht dat ze bijna aan het einde van de wereld waren be­land en dat er nauwelijks meer landen te ontdekken waren. Toen hij hoorde dat God zeven werelden boven elkaar had geschapen, waarvan de onze er één is, was hij erg blij. ‘Dan hoef ik tenminste niet weer al die bekende plaatsen op te zoeken’, dacht hij. Aan iedereen vroeg hij de weg naar die hogere werelden. Maar hij werd uitgelachen; de ze­ven werelden zijn immers van elkaar gescheiden door solide hemelse gewelven. Daar kom je nooit doorheen! Tot hij eens, een grassprietje tussen de tanden, in het gras lag en naar de he­mel keek. Ja, de hemel is hoog. Maar dat zijn de bergen ook. Wie weet, of je op de toppen van de bergen niet met je hoofd in de wereld boven ons steekt? Een mooie gedachte. En zo begon Kalo Dants avontuur.

Hoog in de bergen komt Kalo Dant in de mist terecht en hij durft niet verder te gaan. Boven zich voelt hij niets van een hemelgewelf. Als de mist optrekt en hij een kaal berglandschap om zich heen ziet, loopt hij verder. Dan vindt hij een slanke, rechte boom, die almaar om­hoog groeit, zo ver dat de top niet te zien is. Hij begint omhoog te klimmen. Moe geworden, rust hij na een tijdje uit. Tussen de takken door omhoogkijkend, ziet hij daar boven een, ja – wat?, een oude pantoffel. Aan een bruine blote voet. Zo ontmoet Kalo Dant zijn bescher­mengel. Hij kan duidelijk zien dat het de beschermengel van een zigeuner is. Die hebben gevleugelde voeten. Kalo Dant mag de pantoffel lenen en schiet omhoog. Waar hij weer vas­te grond onder de voeten krijgt, wordt hij gastvrij ontvangen door een menigte zigeuners, maar hun taal verstaat hij niet. Hij wordt naar een oude man gebracht. Deze is negenenne­gentig jaar oud en kent negenennegentig talen, ook die van Kalo Dant. ‘Nieuwsgierigheid’, zegt de oude, ‘is de eerste stap op de ladder die wij kennis noemen.’ En zo blijft Kalo Dant een jaar bij hem om te leren. Hij leert er de taal van de bomen om te we­ten, welke hij als houthakker kan vellen en welke niet. Na een jaar wordt de oude man hon­derd jaar oud en leert hij zijn laatste taal: die van de vogels. Nu moet Kalo Dant hem verlaten en naar huis teruggaan. Maar nee, hij wilde toch alle werelden daarboven leren kennen, en hij is er nu toch al veel dichter bij?

Op aanraden van de oude man zoekt hij een eenzame weide op. Na drie dagen in de een­zaamheid ziet hij de Schepper zelf voor zich staan, die hem eerst duchtig de les leest, maar ten slotte helpt. Hij mag de andere werelden leren kennen. Maar verder moet hij het alleen opknappen. Terugkeren naar zijn eigen wereld moet hij op eigen kracht. Zo leert Kalo Dant de ene wereld na de andere kennen; en hoe hoger ze zijn, hoe minder be­volkt. In de zevende wereld treft hij alleen maar vogels aan, zwermen en zwermen vogels. Daar beschermt hij impulsief de jongen van de vogelkoning; die wil hem vervolgens bijstaan naar zijn eigen wereld terug te keren. Want Kalo Dant heeft genoeg van zijn omzwervingen en wil naar huis. De vogelkoning kan hem echter niet helpen, maar hij kan één van zijn on­derdanen, de gevleugelde draak Sjarkan, de opdracht geven.

In onze wereld had niemand ooit een draak, zo’n vuurspuwend en onsmakelijk, onvriendelijk monster gezien. Kalo Dant schrikt van hem, maar kan hem met een veer uit de staart van de koning van de vogels gezeglijk maken. De koning beveelt de draak, al zijn vee te slachten en het vlees te zouten. Dant helpt de draak en ze raken daarbij een beetje bevriend. Met Kalo Dant, vaten gepekeld vlees en water op zijn rug begint de draak zijn reis naar de werelden beneden. De tocht duurt eindeloos, de weg door de hemelse gewelven heen is niet altijd gemakkelijk te vinden. Als vlees en water opraken, wordt de draak onwillig en moet hij met de veer in toom worden gehouden. Eindelijk ontdekt Kalo Dant de plek waar hij zijn tocht begon. Hij is thuis! Maar hoe moet de draak nu terug? Kalo Dant wil bij zijn stam raad en hulp halen en laat de draak zolang in een grot achter. Deze belooft te wachten, maar de veer moest er wel aan te pas komen.

Zo kwam de draak in onze wereld. En hij bleef er. Want hij hield zich niet aan zijn belofte en begon het land onveilig te maken, vee en zelfs kinderen te roven. Toegegeven, Kalo Dant had zoveel te vertellen dat hij de draak wat lang aan zijn lot had overgelaten. Hij liet zich overhalen het dier niet terug te sturen; als het zich maar zou gedragen! En dat gebeurde na­tuurlijk niet. De draak weet hem zelfs nog over te halen, hem gezelschap te geven: dan is hij niet meer zo alleen en zal hij zich beter gedragen. Kalo Dant geeft de draak met behulp van de veer twee koppen erbij. Hij trouwt de koningsdochter maar raakt later de veer kwijt. Er zijn mensen die zeggen, dat de draak zelfs meer dan drie koppen heeft…

.

Michaëlalle verhalen

Boeken over Michaël en de herfsttijd

Michaëlalle artikelen

Jaarfeestenalle artikelen

Vrijeschool in beeld: Michaël (bordtekeningen e.d.)  jaartafel, (ook herfst)

Michaëlsliederen

Dit verhaal wordt genoemd in Michaël 37

.

2708

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.