.
Zoals de sprookjesbeelden beelden zijn die ‘voor iets staan’, is dit ook het geval met de beelden in de verhalen van de Edda.
Het grote probleem is steeds: wie weet die beelden naar hun waarheid te duiden.
En zoals de sprookjes vanuit vele gezichtspunten zijn verklaard, zo bestaat er ook ‘uitleg’ over de beelden van de Edda.
Voor het vertellen van deze beelden aan de kinderen is het niet nodig ‘weet’ te hebben van deze beelden: ze hoeven, nee mogen niet, aan de kinderen worden verteld omdat het intellectuele weten het mee-beleven op deze leeftijd volkomen onmogelijk maakt.
Maar als je als verteller meer weet, kan het bijv. je verwondering wekken, je eerbied voor een ‘brok volkswijsheid’ of een andere wijsheid die door deze beelden heenspreekt.
Rudolf Steiner heeft van de Germaanse mythologische verhalen ook de antroposofische achtergronden gegeven, m.n. in GA 121, vertaald.
.
Melly Uyldert, de Kaarsvlam januari 1956
.
yggdrasil
Yggdrasil: de wereld-es, omklemt met drie wortels de onderwereld, waar bij de heilige bron de drie nornen wonen: Oerd, Werdandi en Skoeld.
Zijn stam verheft zich in der mensen wereld, de eekhoorn Ratatoskr springt er langs heen en weer.
Zijn kroon draagt het hemelgewelf: in zijn takken hangen de sterren als gouden vruchten, en van zijn bladen druppelt honingdauw.
Ook in de mens staat Yggdrasil opgericht: de levensboom en de kennisboom beide, in de tuin van het paradijs.
Zijn wortels zijn de drie onderste zenuwvlechten met hun bijbehorende endocrine klieren; bij de plexus sacralis en het heiligbeen ligt de heilige bron van het levenswater: de hormonen der geslachtsklieren. Bij de plexus prostaticus en de bijnieren ontstaat de moed en de kracht voor het aardse leven, en de milt met de plexus Solaris of zonnevlecht vormen de electrische keukenhaard waarop de materie wordt omgezet (de spijsvertering) .
Zijn stam is het ruggenmergkanaal, waardoor de levenskracht op en neer stroomt, omhoog ter sublimatie of verlossing, omlaag ter conversie of schepping. De zijtakken zijn de zenuwen die uit de ruggenstreng ontspringen.
Zijn kroon breidt Yggdrasil uit in ons hoofd, waar de sterren alle hun spiegelpunten in de hersencellen hebben, daar bloeien de gedachten en rijpen de gouden vruchten van inzicht, doorzicht en overzicht. Daar liggen de knoppen van het volmaakt bewustzijn: de slijmklier en de pijnappelklier om in de geestelijke zon te ontluiken en daar druppelt de honingdauw, het voedselder goden, het bewustzijnslicht, naar beneden.
Deze honing wordt aan de voet van de kroon, in de holte van het gaffelkruis, door de schildklier met de plexus laryngeus omgezet in het scheppende woord, als de vrucht van de kennisboom: de verklankte bewuste gedachte.
En daar bereikt zij het hart met de thymusklier, de zetel der vreugde waar zij wordt omgezet in geluk en in de liefde die uitstraalt en het heelal bijeenhoudt.
Zo groeit in ons de boom van zon en maan, van leven en denken.
En de mens die al wat in hem is ook buiten zich na wil maken, zet de groene kerstboom in zijn huis, het beeld van Yggdrasil. De lichtjes zijn de levende cellen, de blinkende ballen de krachtcentra als spiegelbeelden der sterren, de glanzende slingers de stromen van levenskracht en bewustzijnslicht.
De mercuriale eekhoorn, die springt als de flitsende zenuwprikkel, mag er ook wel in zitten en de gouden noten , beeld onzer hersenen! Het engelenhaar druipt als honingdauw van de takken. Op de top een dennenappel.
Laat ook onze eigen boom van binnen in ons lichaamshuis zulke stralende licht van levende cellen geven!
In al zijn jonkvrouwelijkheid en glorie staat daar ons eigen beeld.
RUDOLF STEINER over de Yggdrasil:
Yggdrasil nannte man die Weltesche, in der sich die Weltenkräfte zusammengezogen hatten. Ein Mensch wird abgebildet in dem Moment, wo er sich seines Ich bewußt werden soll, wo aus seinem Innern heraustönen soll das Wort «Ich». «Yggdrasil» ist soviel wie «Ich-Träger». Ich-Träger ist dieser Baum. «Ygg» ist «Ich» und «drasil» ist derselbe Wortstamm wie «tragen».
Yggdrasil noemde men de wereld-es waarin zich de wereldkrachten hadden samengetrokken. Een mens wordt afgebeeld op het ogenblik waarin hij zich bewust wordt van zijn eigen ‘Ik’. ‘Yggdrasil’ betekent zoveel als ‘Ik-drager’. Ik-drager is deze boom. ‘Ygg’ is ‘Ik’ en ‘drasil’ is van dezelfde woordstam als ‘dragen’.
GA 101/26
Niet vertaald
Sagen und Mythen sind nichts anderes als astralische, geistige Anschauungen. Wir haben gesehen, wie wirklich der alte Germane oder der Angehörige der alten europäischen Bevölkerung die Weltenesche Yggdrasil auf dem astralen Plan gesehen hat, wie er die zwölf Strömungen vernommen hat, die als Kräfte in sein Haupt hineingingen und seine zwölf Hauptesnerven bildeten. Das alles haben wir als astralische Wirkungen kennengelernt und nicht durch irgendeine phantastische, geistreiche Spekulation.
Sagen en mythen zijn niets anders dan astraal-geestelijke waarnemingen. We hebben gezien hoe de oude Germaan of wie behoorde tot de oude Europese bevolking daadwerkelijk de wereld-es Yggdrasil als astrale voorstelling gezien heeft, hoe hij de twaalf stromen heeft waargenomen die als krachten zijn hoofd binnengingen en zijn twaalf hoofdzenuwen vormden. Dat hebben wij in zijn geheel als astrale invloeden leren kennen en niet door een of andere fantastische geestrijke speculatie.
GA 101/84
Niet vertaald
Der Mensch ist gleichsam wie ein Zusammenfluß von Kräften, die zusammenfließen in seinen Astralleib, Ätherleib und physischen Leib, und das Ich wird dargestellt als dasjenige, was an diesen drei Gliedern arbeitet. In der germanischen Mythe wird das dargestellt durch den Baum, der die Weltesche ist, das Symbolum für die dreigliedrige Menschennatur. Der Mittelpunkt für diese dreigliedrige Menschennatur ist das Ich; indem es sich eingegliedert hat, trägt es den ganzen Baum des menschlichen Werdens und Wachsens. «Ygg» ist die alte Form des Werdens und Wachsens. Das finden Sie in den alten Sprachformen als Bezeichnung für das, was eingegliedert ist. Die Weltesche heißt «Yggdrasil». Yggdrasil heißt das «tragende Ich» und der Name des Gottes, der mit der Ich-Bildung zusammenhängt, ist ebenfalls von daher genommen.
De mens is a.h.w. een samenstroom van krachten die samenkomen in zijn astraallijf, etherlijf en fysieke lichaam en het Ik wordt weergegeven als wat aan deze drie wezensdelen werkt. In de Germaanse mythe wordt dit voorgesteld door de boom die de wereldes is, het symbool voor de drieledige natuur van de mens. Het middelpunt van deze drieledige mensennatuur is het Ik; door daar deel van te zijn geworden, draagt dit de hele boom van de menselijke wording en ontwikkeling. ‘Ygg’ is de oude vorm van worden en groeien. Dat vind je in de oude taalvormen als betekenis voor wat geïncorporeerd is. De wereld-es heet ‘Yggdrasil’. ”Yggdrasil’ betekent het ‘dragende Ik’ en de naam van de God die met de Ik-vorming samenhangt is eveneens daaruit genomen.
GA 104A/49
Niet vertaald
Met de aanwijzingen van Steiner schreef Rudolf Meyer het boek ‘Nordische Apokalypse‘, over de Edda en Ernst Uehli ‘Nordisch-Germanische Mythologie als Mysteriengeschichte. Beide niet vertaald.
.
2245
.