VRIJESCHOOL – 7e klas – voedingsleer – suiker (3-1/1)

.

In de 7e klas wordt in een periode over de samenhang mens-voeding gesproken.
Daarbij komen ook de zgn. voedings- en genotsmiddelen aan de beurt.
Daaronder valt de suiker.
Suiker speelt in de voedings- en genotmiddeleninustrie een grote rol.
Eb is ook van grote invloed op onze gezondheid.
Telkens worden er weer nieuwe gezichtspunten ontwikkeld. Een van de laatste is de samenhang met de koolhydraten en diabetes 2. 
Veel kinderen blijken te dik te zijn. Ook vanuit dit hygiënische standpunt zal er in de periode aandacht aan moeten worden besteed.

Voor de leerkracht is ook de ‘geschiedenis’ van de suiker interessant.
In het tijdschrift ‘Vrije Opvoedkunst’ staan daarover artikelen van A.C.Henny.
Deze schreef er ook over in het blad Jonas:

A.C.Henny, Jonas 22-06-1973
.

suikerproblemen binnen en buiten het continent europa 

Wanneer in het najaar president Nixon zijn zorgvuldig voorbereide Europa-tour — in verband met een nieuw Atlantic Charter zal afwerken,vinden omstreeks de zelfde tijd te Brussel onderhandelingen plaats tussen de Europese Gemeenschap en 19 Britse Gemenebestlanden over economische problemen. „Hier zal moeten blijken”, zo schreef reeds in maart jl. Irene Hawkins in de Frankfurter
Allgemeine, „of het de E.E.G. werkelijk ernst is met haar vriendelijke woorden tot de ontwikkelingslanden. Met name voor de suikerlanden staat veel op het spel.”

Hier zal dan tevens — in verband met het nieuwe Atlantic Charter — blijken in hoeverre mondiale belangen op economisch gebied al of niet in conflict komen met nationale belangen op staatkundig gebied.

Het probleem dat hier in het bijzonder aan de orde zal worden gesteld is dat tussen ‘riet en biet’, een suikerconflict dat reeds jaren lang zich afspeelt tussen de rietsuikerproducerende ontwikkelingslanden en de bietsuikerproducerende ontwikkelde landen.

Dit probleem is ontstaan met het Continentaal stelsel, waarmee Napoleon in 1806 trachtte Engeland economisch te vernietigen. Hij deed dit, zoals bekend, door Europa af te grendelen van Engelse import. Daardoor zag hij zich genoodzaakt producten uit de tropen zo veel mogelijk te vervangen door Europese producten. Reeds vier jaar daarvóór waren in Pruisen door Achard de eerste proeven genomen met de verbouw van een ‘bepaalde knolsoort’ waardoor het mogelijk zou worden „dit zoete zout evengoed uit onze planten te maken als uit de uitheemse rietsuiker”. Maar Achard had geen geluk met zijn proeven. Er was hiervoor weinig belangstelling. Hij is in grote armoede gestorven.

Wat een Duits geleerde niet was gelukt, werd door een Frans officier volbracht: kapitein Delessert kwam op de gedachte Achards proeven voort te zetten. Behalve met het legioen van eer werden zijn pogingen door Napoleon met een ruime staatssubsidie gehonoreerd. De oorlog met Engeland had suikerbietenteelt plotseling winstgevend gemaakt.
Lang nadat het leger van Napoleon bij Waterloo door Wellington is verslagen en het Continentaal stelsel is opgeheven, is de discriminatie van de rietsuiker ten gunste van de bietsuiker in Europa blijven bestaan. Tolmuren beschermden in de 19e en 20e eeuw de inheemse suikerboeren tegen de suiker uit de koloniën. Dat was niet alieen het geval in Frankrijk maar in bijna alle landen van Europa. Ook na de dekolonisatie is deze protectie van Europese belangen ten nadele van de belangen van de ‘derde wereld’ blijven voortbestaan. In 1969 bedroeg de wereldproductie 67 miljard kilo. Daarvan is 54 procent rietsuiker en 46 procent bietsuiker. Deze laatste kan alleen dankzij hoge tolmuren en subsidies blijven bestaan. Want de Europese bietsuikerproducent kreeg in 1969 nog 80 cent per kilo terwijl de rietsuikerprijs op de vrije wereldmarkt 25 cent bedroeg.

Wij zouden dus als consument veel goedkoper rietsuiker kunnen krijgen wanneer geen machtige pressiegroepen er belang bij hadden de
bietsuikerverbouwers te beschermen!

Rietsuiker die de grens van de Euromarkt passeert, wordt zodanig belast dat het verschil tussen 25 cent en 80 cent wordt tenietgedaan. Uit de grensbelasting van 55 cent per kilo wordt o.a. de subsidie aan de bietsuikerverbouwers betaald.

Een deel van die bietsuiker wordt dan weer naar andere landen buiten de E.E.G. geëxporteerd. Maar op de vrije markt brengt de suiker maar 25 cent op. Om die dure bietsuiker te kunnen exporteren, moet er weer 55 cent subsidie op de uitvoer worden gegeven. Dat kost de Europese Gemeenschap een half miljard gulden aan uitvoersubsidies.

Binnen de E.G. is het bietsuikerhemd dus wel heel wat nader dan de
rietsuikerrok, ondanks alle goede bedoelingen van ontwikkelingsvoorzieningen.

Men kan deze bedragen zien als een premie voor sociale verzekering, die de suikerboeren genieten en die de consumenten en de belastingbetalers moeten opbrengen. Natuurlijk speelt het vraagstuk van de Europese veiligheid hierbij ook een rol. Want in geval van oorlog is het niet prettig ineens binnen de Europese vesting zonder suiker te zitten. Het is dus een soort veiligheidsbelasting die wij als consument opbrengen en die zit ingebouwd in de prijs die wij moeten betalen voor een kilogram suiker onafhankelijk of dit nu rietsuiker of bietsuiker is. Politie en leger kosten immers ook geld.

Maar hierdoor worden allerlei economische en politieke verhoudingen wel erg ondoorzichtig. Want wat wij op de suikerprijs toeleggen mag dan vanuit Europees gezichtspunt onze veiligheid verhogen, vanuit mondiaal gezichtspunt is dit niet het geval. Daar werkt deze handelsdiscriminatie ten opzichte van de ontwikkelingslanden beslist niet ten gunste van vreedzame verhoudingen tussen de volkeren, omdat immers deze handelsdiscriminatie uitermate frustrerend werkt naast de weldaden die Europa bewijst met zijn ontwikkelingshulp.

De toetreding van Engeland tot de E.E.G. heeft deze situatie er ook niet beter op gemaakt. Engeland heeft namelijk aan de 15 Gemenebestlanden bepaalde waarborgen gegeven, jaarlijks 1.75 miljoen ton suiker—waarvan 335000 ton uit Australië — te kopen voor 57 à 61 Pond per ton. Deze Britse garantie geldt voor ongeveer 60 procent van de suikerexport der Gemenebestlanden. Bij de onderhandelingen in het komend najaar zal nu moeten blijken in hoeverre Engeland deze garanties gestand kan doen.

Want nu Engeland is toegetreden tot de E.E.G. bereiden de Franse boeren een suikeroffensief voor om de Engelse markt te veroveren. Frankrijk schat dat binnen twee jaar zijn bietsuikerproductie met 500.000 ton zal worden verhoogd. De Engelse bietsuikerboeren doen daar nog een schepje bovenop van 200.000 ton. Daarmee geraakt de afzetgarantie aan de rietsuikerverbouwers in de Gemenebestlanden behoorlijk in de knel. Het lijkt dus wel of de schim van Napoleon nog steeds bezig is Continentale Stelsels af te kondigen; nu niet vanuit het continent Europa zonder Engeland, maar vanuit het continent Europa met Engeland ….

Deze erfenis van Napoleon komt uitsluitend de blanke bevolking ten goede. De ontwikkelingslanden brengen de successiebelasting op. Europa blijft voorlopig – wat de suiker betreft – een zichzelf verzorgend werelddeel.

In hoeverre deze continentale problemen ook het kwaliteitsvraagstuk van riet en biet en het daarmee verband houdende consumentenprobleem nog een rol kan spelen, daarover in twee volgende artikelen.

.
deel 2   deel 3

Over voedingsleer in de 7e klas: 7e klas alle artikelen onder voeding

.

Artikelen van A.C.Henny, o.a. de koffie, de thee tussen Oost en West in het archief van V.O.K.

.

1884

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.