.
RUDOLF STEINER
DE KUNST VAN HET OPVOEDEN VANUIT HET BESEF: WAT IS DE MENS
1) 7 voordrachten gehouden in Torquay van 12 tot 20 augustus 1924, met beantwoording van vragen. Dornach 1979
Inhoudsopgave 1e voordracht 12 augustus 1924:
Karakteristiek van de huidige situatie m.b.t. de opvoeding.
Noodzaak van een echte menskunde.
Incarnatie, erfelijkheid en individualiteit, vanuit de realiteit bekeken.
Het wezen van het kind vóór de tandenwisseling.
Veranderingen bij de tandenwisseling.
Opgaven van de opvoeding in de verschillende ontwikkelingsfasen.
Inhoudsopgave 2e voordracht 13 augustus 1924:
Het kind als zintuigorgaan.
Wezen en betekenis van de nabootsing.
Kleuterschool.
Spel van het kind.
Waarneming van het leven ontwikkelt de fantasie van de leerkracht.
De tandenwisseling.
Het beeldende en de fantasie in het onderwijs.
Beginnen te schrijven.
Vrijheid van de leerkracht bij het inrichten van het onderwijs.
Het wezen van het kind rond het 9e jaar.
De crisis.
Over het vertellen van sprookjes.
Het imponderabele in de opvoeding.
Inhoudsopgave 3e voordracht 14 augustus 1924:
Het kind na het 9e jaar.
Plantkunde.
Dierkunde
De opvoedkundige werking van deze onderwijsvakken.
Over het vertellen van sprookjes en mythen.
Beeldende geschiedenis.
Causaal denken pas na het 12e jaar.
Over straf.
Zelfopvoeding.
Inhoudsopgave 4e voordracht 15 augustus 1924:
Zelfopvoeding.
Moed bij tekortkomingen in het begin.
Lotsverbondenheid met de kinderen.
Voorbeeld van een beeldende vertelling.
Methodiek van het vertellen.
Meditatieve stemming van de opvoeder.
Behandeling van de temperamenten.
Symmetrie-oefeningen en innerlijk vormgevoel.
Behendigheidsoefeningen aan eigen lichaam voor ontwikkeling van het denken.
Schilderen.
Periodenonderwijs.
Inhoudsopgave 5e voordracht 16 augustus 1924:
Over rekenen.
Beeldende ontwikkeling van het getallenbegrip.
Ritmisch tellen.
Tellen, een wilsaangelegenheid; het hoofd als toeschouwer.
De vier rekenbewerkingen.
Het materialisme als gevolg van opvoeding.
Humor in het onderwijs.
Meetkunde.
Aanschouwelijke bewijzen voor de stelling van Pythagoras.
Inhoudsopgave 6e voordracht 18 augustus 1924:
Karakteristiek van de ontwikkelingsfasen van het kind in samenhang met de wezensdelen.
Plasticerende, orgaanvormende werking van het etherlijf.
De drang van kinderen om plasticerend-schilderend bezig te zijn.
De puberteit.
Het doordringen van het astraallijf in het fysieke organisme.
Betekenis van muziekonderwijs.
Taalonderwijs.
Grammatica rond het 9e jaar.
Andere talenonderwijs zonder vertalen.
Verschil in talen door verschillend ervaren van klank.
Euritmie, turnen, gymnastiek.
Het wezen ervan.
Euritmie brengt innerlijkheid naar buiten.
Door turnen voegt de mens zich in de ruimte.
Inhoudsopgave 7e voordracht 19 augustus 1924:
Mineralogie met het 12e jaar.
Uitgaan van het geheel.
Natuurkunde laten aansluiten bij het leven.
Appelleren aan de fantasie.
Vermoeidheid.
Het wezen van het ritmische.
Opstel.
Onderwijs en opvoeden moeten aansluiten bij het leven en uit het leven komen.
Werkelijkheidsvreemd denken.
Lerarenvergadering, de ziel van de school.
Werking van het aantal jongens en meisjes in de klas.
Zorg voor de minder begaafde kinderen.
Al het onderwijs moet het kind kennis geven van de plaats van de mens in de wereld”.
Begrip voor het leven door techniekonderwijs.
Over handenarbeid.
Over het getuigschrift.
Contact met de ouders om het kind te begrijpen.
Beantwoording van vragen 20 augustus 1924
Het verschil tussen vermenigvuldigen en delen.
Meten en delen.
Van het concrete naar het abstracte in het rekenen.
Over het tekenonderwijs.
Les in Grieks en Latijn.
Vragen over sport.
Over de keuze van de andere talen.
Talen leren vóór de tandenwisseling.
Slotwoord.
Verwijzingen
Deze worden bij de vertaling per bladzijde weergegeven.
1) Die Kunst des Erziehens aus dem Erfassen der Menschenwesenheit (GA 311) De uitgave op de site is van 1965 – ik heb die van 1979 gebruikt.
Steiner: alle pedagogische voordrachten
Steiner: alle artikelen op deze blog