.
Johannes Tauz, opgetekend in Erziehungskunst, 23e jrg. 1969
.
over de boodschap van de kerstspelen
.
Toespraak bij een opvoering
.
Vele van de aanwezigen zijn de ‘oude volkse spelen’, de kerstspelen uit Oberufer, diepgaand vertrouwd. Ze worden in alle Duitse en ook buitenlandse vrijescholen ieder jaar als een geschenk van de leerkrachten aan de leerlingen opgevoerd. Maar niet alleen op onze scholen, ook in woon- en werkgemeenschappen voor mensen met een verstandelijke beperking, meervoudige handicaps en/of gedragsproblematiek. In afdelingen van de antroposofische vereniging, in de christengemeenschapskerken nemen de spelen een vertrouwde plaats in. Ze worden opgevoerd in bedrijven en ziekenhuizen en menig ‘kompany’ stelt zich ten doel in gevangenissen te spelen. We kunnen dus tegenwoordig wel spreken van een zich uitbreidende beweging van de kerstspelen uit Oberufer. Voor wie erdoor geraakt wordt, wordt Kerstmis weer een Christusfeest. De uitgeefster van het tekstboek, Marie Steiner, vele jaren medewerkster van Rudolf Steiner, wijst in het voorwoord op de vredesboodschap van deze eenvoudige volksspelen. Onze tijd [art. uit 1969] die als nieuwe takken van wetenschap ‘vredesvraagstukken’ en ‘toekomstvraagstukken’ heeft, kan veel ‘vredesboodschappen’ opmerken. Wat de boodschap van vrede in onze spelen betreft, die heeft niet als resultaat dat ergens de oorlogshandelingen ophouden. Ware vrede is gebonden aan voorwaarden; die vraagt de bereidheid tot de ‘goede wil’, zich te doordringen met het licht dat sinds de eerste wereldkerstnacht in de duisternis schijnt. Wanneer die wil de harten vervult, wordt Kerstmis een feest dat vrede in de ziel brengt en eenheid sticht. Bijna 60 jaar geleden [art. uit 1969] werden de spelen uit Oberufer op een nieuwe manier opgevoerd. Kerstmis 1910 heeft Rudolf Steiner ze opnieuw vorm gegeven en vanuit een nieuwe geest de traditie geschapen waarin we nu staan. Het jaar 1910 neemt in het leven van Rudolf Steiner een belangrijke plaats in. In relatie tot Goethes ‘Sprookje van de groene slang en de schone lelie’ ontstond het eerste van de vier ‘mysteriedrama’s’, waarin de profetes Theodora het begin van de nieuwe Christustijd aankondigt. In hetzelfde jaar klonk er soort begeleidingsmotief: de activiteit rond de kerstspelen begon in Berlijn, midden in de drukte van de miljoenenstad. Het jaar daarop volgden opvoeringen in Wenen, in 1921 op de vrijeschool in Stuttgart. Onder de spelers bevond zich – al sinds het begin in Wenen – de onvergetelijke Karl Schubert, wiens 80e verjaardag op 25 november 1969 zijn vrienden over de hele wereld in gedachten samenbracht. Met de hem eigen uitdrukkingskracht in spraak en gebaar, vertolkte hij de rol van boompjesdrager, sterrenzanger, de herder Witok en de lakei. Wat in 1910 weer ontstond, was een honderd jaar daarvoor verloren gegaan. In het midden van de 19e eeuw vonden de laatste opvoeringen plaats op het eilandje Oberufer in de Donau, niet ver van Pressburg, het huidige Bratislava. Toentertijd tekende een jonge gymnasiumleraar uit Pressburg de spelen op en behoedde ze daarmee dat ze verloren zouden gaan. Hij kon het vertrouwen van de boer winnen in wiens familie het recht van opvoering erfelijk was en die af en toe nog, met tussenfasen van vijf tot tien jaar jongens uit het dorp samenbracht en ze instudeerde. Die jonge leraar, de Goethe-enthousiast Karl Julius Schröer, voelde zich in het diepst van zijn wezen verbonden met een stroming die in de vroege middeleeuwen zijn oorsprong had en in Oberufer ophield: met de geestelijke spelen uit de middeleeuwen waarvan aan het begin de eerste Duitse dichteres staat, de non Hrotsvitha uit het klooster Gandersheim in de Harz. Duizend jaar hield de stroming het uit, toen verzandde ze. Wat Schröer gevonden had, liet hij in boekvorm verschijnen. Maar het werkje zou in de vergetelheid zijn geraakt, wanneer Schröer, inmiddels beroepen aan de Technische Hogeschool in Wenen, niet een paar studenten had gehad aan wie hij zijn vondst kon toevertrouwen. Het was Rudolf Steiner die weer tot leven wekte wat de volkskundige Schröer had opgetekend. Door hem hebben wij de spelen gekregen en al die leerlingengeneraties die ze sinds die tijd hebben leren kennen. Wanneer de leraren jaar na jaar het Paradijsspel, het Herdersspel en het Driekoningenspel opvoeren en wanneer de leerlingen door de opeenvolging van deze diepzinnige beelden in deze ‘trilogie’ geboeid worden, raken we vervuld met hoop. De eenvoudige spelen uit Oberufer zouden erbij kunnen helpen dat de kersttijd werkelijk weer een vernieuwing voor de wereld wordt: een vernieuwde Christustijd – een tijd van ingetogenheid waarbij in de ziel het vredebrengende kerstlicht in toenemende mate helderder wordt.
.
Kerstspelen: alle artikelen
Vrijeschool in beeld: de kerstpelen
716-653
.