.
KOSMISCH BEELD VAN DE WINTER
KERSTMIS ALS KEERPUNT VAN ZON EN MAAN
Zoals de ritmen van de natuur in verband gebracht kunnen worden met de grote jaarfeesten, zo kan men ook een samenhang zien tussen de verschijnselen aan de sterrenhemel en het kerstfeest.
De onderlinge standen van zon en maan spelen daarbij een belangrijke rol.
Doordat die verschijnselen elk jaar weer optreden in deze tijd, geven ze steeds opnieuw de mogelijkheid de verbintenis tot stand te brengen met bepaalde geestelijke werkelijkheden.
De jaargetijden worden in de natuur vooral gekenmerkt door de wijze waarop de plantenwereld zich in haar cyclus van ontkiemen, opbloeien, zaaddragen en afsterven manifesteert. Deze cyclus is in haar jaarritme in sterke mate afhankelijk van de invloeden die zij uit de kosmos ontvangt. De zon levert daartoe een belangrijke bijdrage door haar wisselende lichtstroom. Het zonnejaar hangt samen met de beweging van de zon door de twaalf tekens van de dierenriem:
Ram, Stier, Tweelingen, Kreeft, Leeuw, Maagd, Weegschaal, Schorpioen, Schutter, Steenbok, Waterman en Vissen.
Sommige van deze tekens, overigens niet te verwarren met de beelden die dezelfde naam dragen — de beelden en de tekens van de dierenriem zijn in de loop van 2000 jaar één plaats ten opzichte van elkaar verschoven —, sommige van deze tekens kunnen zich hoog boven de horizon verheffen. De Kreeft spant hierbij de kroon. Andere beschrijven maar een heel klein boogje boven de horizon, zoals de Steenbok. Eind december- begin januari doorloopt de zon het teken Steenbok. De dagen zijn kort, de nachten lang. Een paar dagen na het moment van de zonnewende (22 december) valt het kerstfeest.
In de huiskamers branden de kaarsen. De lichtwereld is te ervaren als binnenwereld, de buitenwereld is donker en koud. Ook de aarde heeft zich, tenminste op het noordelijk halfrond, geheel in zichzelf teruggetrokken. In haar jaarlijkse lichtademritme beleeft de aarde het moment van diepe inademing. Niet de uiterlijke kosmische zon overstraalt het aardeleven; het is een naar binnen genomen zonlicht waardoor de aarde innerlijk doorlicht wordt.
In deze tijd van het jaar heeft de aarde zich geheel van de kosmos afgesloten. De mens kan dat mee beleven. Niet de wijde ruimte roept de aandacht van de zintuigen, het is de innerlijke aardewereld, waarmee de mens zich verbonden kan voelen.
De herders uit het Lucasevangelie was het mogelijk om vanuit hun oude aardeverbondenheid inspiratief de verandering van de aardekwaliteiten te beleven ten tijde van het kerstgebeuren.
In deze tijd kan men vanuit het moderne bewustzijn weer een toegang zoeken naar datgene wat men ‘aardegeest’ zou kunnen noemen. Herders hoorden engelenstemmen die de geboorte verkondigden. De wereld van de geest sprak zich uit in de sfeer der elementen.
In het Mattheüsevangelie vinden we de gebeurtenissen rond de geboorte van Jezus heel anders beschreven. Wijze koningen uit het Oosten lezen aan de sterrenhemel af dat een belangrijke geboorte op aarde heeft plaatsgevonden. Imaginatief wordt door hen een uiterlijke constellatie van Jupiter en Saturnus begrepen als een kosmisch teken.
Tot het kosmisch beeld van de kersttijd behoort ook de maan. In de bijbel staat beschreven hoe de god Jahve de komst van het Christuswezen op aarde voorbereidde.
Het Christuslicht kon in de tijd van voorbereiding nog niet direct door de mens ervaren worden. Indirect, als door een spiegel, wordt dit licht zichtbaar gemaakt door de oudtestamentische god van Mozes: Zoals de maan het zonlicht zichtbaar maakt. Ten tijde van de Kerst vindt ten aanzien van zon en maan een keerpunt plaats: na de kortste dag (22 december) zal de zon in kracht toenemen, de volle maan die in deze tijd zijn hoogste stand bereikt, zal hierna elke maand lager aan de hemel staan. Dit kosmisch fenomeen van het maan-zonkeerpunt in de wintertijd is te verstaan als beeld voor het aanbreken van het tijdperk van het zonnewezen Christus, waarmee de voorbereidende taak van Jahve ten einde is. Op welke wijze kan het dierenriemteken Steenbok, het teken waarin de zon in de kersttijd staat, iets zeggen over de kwaliteiten van de kerstdagen en de twaalf heilige nachten daarna?‘ Das Künftige ruhe auf Vergangenem
Vergangenes erfühle Künftiges
Zu kraftigem Gegenwartsein’,
Zo begint de spreuk waarin Rudolf Steiner het teken Steenbok karakteriseert.
Steenbok, keerpunt der zon, keerpunt der tijden. Eerbied voor het verleden, de tijden der voorbereiding, strevend naar de toekomst, bewust staan in het heden.
Kerst — jaarwisseling — heilige nachten van uiterlijke verstilling, vol innerlijk leven.
‘Das Künftige ruhe auf Vergangenem.
Vergangenes erfühle Künftiges . . . .’
Deze woorden klinken in de kersttijd van de etherische dierenriem.
.
Rinke Visser, Jonas 8/9, 19-12-1975
.
Kerst: alle artikelen
Jaarfeesten: alle artikelen
VRIJESCHOOL in beeld: Kerstmis jaartafel
.
370-349
.