.
DE STOOMBOOT UIT ITALIË IS LOGISCHER
Waarom komt in Nederland de stoomboot toch ieder jaar weer uit Spanje aan?
Uit geen enkele naspeuring in het verleden van de Goedheiligman blijkt immers dat hij daar ooit één voet aan wal heeft gezet. De Spanjaarden kennen St.-Nicolaas niet eens. De Turken trouwens ook niet. Terwijl hij daar, in de stad Myra, wel ooit bisschop was. Nicolaas werd er ook geboren, in het jaar 270. Nog voor zijn eerste verjaardag maakte hjj al duidelijk dat er van hem iets bijzonders verwacht kon worden: Nicolaasje ging rechtop in zijn badje staan, vouwde de handjes en dankte God. En op kerkelijke vastendagen weigerde de baby bij zijn moeder te drinken. Zo gaat het verhaal, en zo is het tot 8 januari* te lezen en te zien in het Provinciaal Overijssels Museum in Zwolle op de tentoonstelling Sinterklaasje kom maar binnen… over de St.-Nicolaasviering door de eeuwen heen.
Het zou logischer zijn geweest als de stoomboot met huppelend paard op het dek heen en weer uit Italië was gekomen. Want daar liggen in de zuidelijke havenstad Bari relikwieën van de Heilige Klaas begraven. Vereerders van de bisschop haalden zijn overblijfselen in 1087 uit Myra weg toen de invloed van de Islam daar almaar groter werd.
Elk jaar wordt in Bari op 9 mei nog een grote St.- Nicolaasprocessie gehouden.
Niet met chocoladeletters en taaitaai, maar met flesjes heilig water (Oleum San Nicolai’s) dat wonderbaarlijk kan genezen. Het water is echt miraculeus, want van de acht liter die elk jaar uit Nicolaas’ tombe worden afgetapt, weet de plaatselijke geestelijkheid twintigduizend flesjes met een totale inhoud van vijfhonderd liter te vullen en te verkopen.
Van de wonderen die de heilige Nicolaas tijdens het leven deed, is dat van de drie jongetjes in de tobbe het vaakst afgebeeld. De kinderen werden tijdens hongersnood door een herbergier geslacht als avondeten voor de gasten. De Sint plakt de in stukken gesneden lijfjes weer aan elkaar, en wordt daarmee de beschermheilige van kinderen die hem als dank voortaan het hemd van zijn lijf zullen vragen.
St.-Nicolaas is ook de schutspatroon voor verliefden, het huwelijk en trouwlustige meisjes.
En daar hoort deze legende bij:
Er leefde in de woonplaats van Nicolaas een verarmde edelman met drie huwbare dochters. Voor bruidsschatten was geen geld, en dus bood de oudste dochter aan om voor hoer te gaan spelen. Daar stak de goede Nicolaas een stokje voor. Op een avond gooide hij zakjes met gouden munten door het slaapkamerraam. Wie weet komen daar het strooien en de netjes met verguld chocoladegeld vandaan. Ditzelfde verhaal leverde later ook nog vrijers en vrijsters van speculaas op.
In de achttiende eeuw ligt bij de schoorsteen dit versje:
„St.-Nicolaas waarde vriendt, geef mij doch wat mij dient.
Mijn blommetje staat nu in zijn fleur.
Achttien jaartjes ben ik deur.
Het valt mij de te lang.
Het valt mij de bang.
Laat mij een vrijer krijgen.”
We zingen niet alleen fout over die boot die uit Spanje komt. Dat Sinterklaas jarig is, klopt evenmin: 5 december blijkt de sterfdag van de bisschop.
Nederland viert al Sinterklaas van voor 1400. In een Dordtse stadsrekening van 1360 staat te lezen: „Op St. her Nyclaesdach 1 L. gaen die scholers veur her oorlof’. Op St.- Nicolaasdag hebben scholieren dus verlof gekregen thuis te blijven en van het stadsbestuur geld ontvangen om zich te vermaken.
In Overijssel werd op de latijnse scholen St.-Nicolaas gevierd. In Deventer en Oldenzaal koos de meester uit de leerlingen een „kinderbisschop”. Het was altijd het armste kind dat vanwege de benoeming kleren kreeg en een paar nieuwe schoenen. Die schoenen, daar draait het vaker om. In de vijftiende eeuw werden ze op 5 december al massaal voor de schoorsteen gezet. In de hoop wellicht dat er nieuwe voor in de plaats kwamen. De St.-Nicolaaskerk in Utrecht trok vanaf 1427 jaarlijks geld uit om diverse paren nieuwe kinderschoenen te kopen en die werden dan op 6 december uitgedeeld.
Het verhaal van St. Nicolaas is oud, en daarom in de loop van de tijd waarschijnlijk veranderd.
Op de tentoonstelling valt één keer de naam Wodan, wanneer de zwarte knecht van deze heidense god, Rupert, wordt voorgesteld als een eventuele voorganger van Zwarte Piet. Maar het zou best kunnen dat het verhaal van Wodan op meer punten is samengesmolten met dat van St.-Nicolaas. Zo had Wodan een wit paard waarop hij door de lucht reed.
Wodan had een witte baard en een speer. Op zijn schouders zaten twee zwarte raven die voor hem op aarde keken of de mensen zich wel gedroegen zoals het hoorde. Om Wodan gunstig te stemmen, legden mensen geschenken bij de schoorsteen. Ook voor het paard.
De schoorsteen was het enige gat in huis waar je in en uit kon zonder te kloppen. Dat lijkt allemaal al aardig op Sinterklaas. Nu was dit paard in de lucht te
onwaarschijnlijk. Daarom is Sinterklaas waarschijnlijk op het dak gezet. De speer werd een staf, en die twee raven kunnen zijn uitgegroeid tot Zwarte Pieten.
In de zeventiende eeuw werd door opkomend protestantisme de weerstand tegen het St.-Nicolaasfeest steeds groter. In vrijwel alle Nederlandse steden werden de traditionele St.-Nicolaasmarkten op 5 december wettelijk verboden. Kinderen werden met straf bedreigd als ze hun schoen hier of daar durfden te zetten, en speculaaspoppen verkopen mocht ook niet meer. De poppen leken te veel op uitgesneden heiligenbeelden. Maar desondanks is het nog steeds Sinterklaas.
(Marja Baeten, de Volkskrant, *03-12-1988)
.
Sint-Nicolaas: alle artikelen
Jaarfeesten: alle artikelen
VRIJESCHOOL in beeld: Sint-Nicolaas
,
328-308
.