.
Loïs Eijgenraam, Motief nr. 265 september 2022
.
traumaverzorging
.
In de media is een toename waar te nemen over het onderwerp trauma. In de wetenschap is het inzicht gekomen dat er veel meer verschillende traumatische gebeurtenissen zijn dan lang werd aangenomen [1]: trauma op individueel niveau na ervaringen zoals moeten vluchten uit het thuisland voor (oorlogs)geweld of armoede, sexting, scheiding, verkrachting, het meemaken van een levensbedreigende situatie zoals een bomaanslag, in coronatijd afgezonderd zijn geweest van dierbaren en andere voorbeelden.
Niet alleen op persoonlijk niveau, ook op groepsniveau groeit aandacht voor traumatiserende ervaringen. De #MeToo-beweging heeft niet-wenselijk (seksueel) gedrag bespreekbaar gemaakt. De Black Live Matters beweging vraagt aandacht voor wereldburgers met een donkere huidskleur. Seksueel misbruik binnen kerkgemeenschappen, kinderen die uit de Aboriginals, Maori, Amerikaanse of Canadese indianengemeenschap zijn weggehaald en als gevolg van een onteigende westerse opvoeding hun bestaanswortels zijn kwijtgeraakt, de vervolging van Joden, homoseksuelen, Roma’s en Sinti’s en vele anderen in de Tweede Wereldoorlog. De erkenning van het leed dat slaven is aangedaan. Er groeit bewustwording voor (ziele)pijn en leed, zelfs over vele generaties heen (trans-generationele overdracht).
Wat is een trauma?
Trauma is van een Grieks woord afgeleid en betekent ‘wonde’. Net zoals een lichamelijke wond om verzorging vraagt om etteren of onnodig littekenweefsel te voorkomen, heeft een ziele-wond ook verzorging nodig.
Een trauma vertelt over een gebeurtenis die iemand heeft meegemaakt, hoe dit ervaren is en het effect van de gebeurtenis op het leven. Daarnaast speelt de ontwikkelingsfase een grote rol. Hoe jonger iemand is, des te groter de kans op het ontwikkelen van een (verborgen) trauma. Ook de voorgeschiedenis van de familie speelt een rol in het uiteindelijk verloop van een trauma. Een belaste familiegeschiedenis (bijvoorbeeld vanuit de Tweede Wereldoorlog) kan belemmerend werken bij het opdoen en verwerken van een traumatische ervaring.
Trauma’s hebben zich in de afgelopen decennia veranderd in uitingsvormen. Werden na de Eerste Wereldoorlog bij de veteranen problemen met beweging, onverklaarbare verlammingen of stuiptrekkingen geconstateerd, na de Tweede Wereldoorlog waren er problemen in de organen zoals hart- en darmklachten. Na de Vietnamoorlog waren er met name problemen in het gedrag zoals woede-uitbarstingen en angstaanvallen.
Trauma onderbreekt het levensverhaal, een blijvende persoonlijkheidsverandering dreigt als de wond niet goed verzorgd wordt.
Vormen van trauma’s
De mens kan in verschillende levenssituaties in traumatische stress komen. Gebeurtenissen die het vaakst tot trauma’s leiden zijn natuurrampen zoals aardbeving, overstroming, branden en stormen, daarnaast technische ongelukken zoals verkeersongevallen, ziekten en medisch ingrijpen zoals operaties, menselijk geweld zoals verwaarlozing, mishandeling, misbruik, verkrachting en pesten. Natuurrampen worden anders ervaren dan door mensen veroorzaakte catastrofen. (On)bewust weten we dat de natuur sterker is, dit roept ontzag op. Daarnaast wordt er onderscheid gemaakt tussen een enkelvoudig trauma (zoals een overval of ongeluk), een meervoudig trauma, sequentiële trauma’s (steeds terugkerende trauma’s zoals misbruik), ontwikkelings-trauma (vindt in de kinderjaren plaats) en relationele trauma’s (trauma in de familiekring waarbij de zwaarste vorm van traumatisering door de vertrouwenspersoon veroorzaakt wordt).
Trauma menskundig beschreven
Hoe kunnen we een trauma vanuit een antroposofische visie op de mens begrijpen? Tijdens de zwangerschap is er een nauwe verbintenis tussen (met name) moeder en kind. Voeding, emoties en stress hebben een directe invloed op het ongeboren kind. Na de geboorte zijn de ouders beschikbaar en worden de zintuigen met zorg en aandacht verzorgd. De wereld wordt met behulp van de taal begrijpelijk gemaakt. Zoals het kind tijdens de zwangerschap door verschillende vliezen werd beschermd, wordt het na de geboorte door onzichtbare vliezen beschermd zoals onbaatzuchtige liefde, ritme, voorspelbaarheid, regelmaat, vertrouwen, cultuuroverdracht, als ouder een voorbeeld willen zijn, bescherming geven en beschikbaar zijn.
In het fysieke lichaam worden in de jonge kinderjaren alle (onbewuste) indrukken tot in de organen ervaren en bewaard. Het etherlichaam draagt dit lichaamsgeheugen voor de rest van het leven als een trouwe kameraad met zich mee. Hoe ouder we worden, des te meer het ik als een filter voor zintuigelijke indrukken fungeert. Indrukken gaan (meestal) niet meer ‘tot in de organen’ mee zoals bij het jonge kind.
Taal speelt een grote rol in het begrijpen, begeleiden en genezen van trauma. Taal is het vermogen aan onszelf en anderen te vertellen over opgedane ervaringen. ‘Door de ogen van de opvoeder ontmoet het kind de wereld’ (een uitspraak van Rudolf Steiner). De ouder vertelt over de hond die blafte waar het kind van schrok. Een (jong) kind internaliseert deze (positieve) ervaringen en de strategieën hoe met stress en nare ervaringen om te gaan, in het etherlichaam.
In het fysieke- en etherlichaam, in samenwerking met het astrale en ik, liggen deze vaste strategieën opgeslagen die ons begeleiden bij het begrijpen van de wereld. Onze vier wezensdelen helpen ons om een verband te leggen tussen patronen die via zintuigelijke indrukken ervaren worden. Tegelijkertijd treedt er een herinnering op aan eerdere ervaringen. Deze opgeslagen herinneringen worden gebruikt om nieuwe ervaringen te ordenen en te begrijpen. Nieuwe ervaringen die lijken op eerdere ervaringen worden als zodanig geordend.
Kinderen die veilig opgroeien, ervaren en ontwikkelen een gezonde vorm van dagdromen en opgaan in een fantasiewereld waarin alles mogelijk is en tegelijkertijd de verbinding met de realiteit blijft bestaan. Ook volwassenen kunnen tijdelijk gezond dissociëren en wegdromen om daarna weer de draad van alle dag op te pakken.
Als een mens gevaar ervaart, heeft het drie manieren om hierop te reageren: vechten, vluchten of bevriezen. Ter voorbereiding op het vechten of vluchten neemt de hartslag toe. Adrenaline en cortisol (stresshormonen) worden afgegeven. Suikers worden in de spieren opgeslagen, de focus van de reactie is extern, naar buiten gericht. De primaire reactie is om versterking te gaan zoeken. We kijken naar anderen om te zien wat er aan de hand is. We zoeken in de gezichtsuitdrukkingen naar emoties en signalen. Hoe meer stress er is, des te minder goed de mens in verbinding met het denken kan blijven. De in het etherlichaam bewaarde strategieën zijn niet meer bereikbaar. Primaire overlevingsstrategieën nemen het over.
Bij grote stress of dreiging wordt de dissociatie als mechanisme dieper om zich zo te beschermen. De hartslag neemt af, bloed gaat naar de romp om bloedverlies bij een letsel te voorkomen, lichaamseigen pijnstillers worden aangemaakt.
De dissociatie gaat zo diep dat de mens het vermogen tot verbeeldingskracht verliest. Zonder verbeelding bestaat er geen hoop meer, is er geen mogelijkheid om zich een betere toekomst voor te stellen en geen punt of doel waarnaar gestreefd kan worden. De levensdraad dreigt verbroken te worden als bovenbeschreven situatie (te) lang aanhoudt.


Traumaverzorging
De sterkste, meest werkzame en meest duurzame helende ervaringen komen voort uit gezonde relaties [2].
Hoe kan na een traumatische ervaring een medemens geholpen worden? In de allereerste plaats door aandacht te hebben voor traumasensitiviteit. Dit is weten wat (chronische) stress voor schade aanricht en hoe daarop te reageren. Daarnaast kan helend gewerkt worden door: Het gevoel mogen toelaten en doormaken. Ervaringen, gevoelens en gedachten verbaliseren zodat de taalfunctie weer aan het denken, voelen en willen verbonden wordt. Creatieve uitdrukkingsmogelijkheden aanbieden zoals vrij tekenen, nat-in-nat-schilderen, knutselen, sprookjes en verhalen vertellen, vormtekenen, zingen, handwerken, musiceren, dansen en boetseren. De (lichaamsgerichte) zintuigen verzorgen, het lichaam (veilig) beleefbaar maken, ritme verzorgen en rituelen aanreiken, geven en nemen ervaren bijvoorbeeld tijdens een balspel, de dag structuur geven. Gezonde beweging bevorderen zoals wandelen, vingerspelen, touwtje springen, sport en euritmie. Het versterken van het geheugen en concentratievermogen bijvoorbeeld door touwspelletjes.
Het stimuleren van spel zoals bewegingsspelen, kringspelen, volksdansen en groepsspelen. Het vertrouwen in zichzelf en de ander versterken. De zelfwerkzaamheid beleefbaar maken door toekomstplannen te maken. Sociale competenties opbouwen en versterken. Evenwichtige voeding. Ontspanning. Spirituele-religi-euze gevoelens verzorgen en, last but not least, vreugde! ||
Noten
1 Figley, C. R., .Mitgefühlserschöpfung. Der Preis des Helfens.’ In: Stamm, B.H. (Hrsg.). Sekundare Traumastörungen. Wie Klinker, Forscher und Erziehersich vor traumatischer Auswerkungen ihrer Arbeit schützen können. Paderborn 2002.41-59.
2 Beckrath e.a., Traumafachberatung, Traumatherapie und Traumapadagogik.
Sin Handbuchfür Psychotraumatologie im heraten den, therapeutischen und padagogischen Kontext. Paderborn 2013.
3 Uit Goethe, De groene slang en de schone lelie.
Posttraumatische groei
‘Helpen kan slechts hij, die zich op het juiste moment met velen verenigt’.[3]
In het Chinees bestaat het woord ‘crisis’ uit de samenstelling van de tekens ‘gevaar’ en ‘kans’. Trauma’s die positief verwerkt worden, kunnen leiden tot een nieuwe oriëntatie op het leven, andere prioriteiten stellen, consequenter onderscheid maken tussen wat wezenlijk en niet wezenlijk is, tot diepere relaties komen en tot diepere spirituele of religieuze oriëntatie komen.
Eind januari 2024 verwacht:
Loïs Eijgenraam: Als het leven grote vragen stelt (over trauma’s bij kinderen)
Menskunde en pedagogie: alle artikelen
Zintuigen: alle artikelen
.
3140-2953
.
.
.