Tagarchief: Maria-Lichtmis

VRIJESCHOOL – Jaarfeesten – Van Sint-Maarten tot Maria-Lichtmis

.

Dieuwke Hessels, november 2024

.
Feestend van Sint-Maarten tot Maria-Lichtmis

.

Klein voorwoord van ondergetekende

Hierbij een schrijven over de feesten in de Grote Kersttijd en in die weken zijn er niet alleen christelijke feesten.
Een aantal feesten worden hier benoemd, zowel christelijke als een aantal die hun oorsprong vinden vanuit andere overtuigingen of geloofsrichtingen.
Wat al deze feesten bindt: licht, vreugde, samen herdenken en vieren, zorg dragen voor elkaar en de aarde, schenken en ontvangen. Anders gezegd: Als mens in verbinding staan/komen met aarde, alledag, de ander en in verbondenheid weten/komen met hogere machten, engelen, je beschermengel.

Het is niet de bedoeling alle feesten uitgebreid te benoemen maar juist óm ze te benoemen.
Meer informatie kun je zeker vinden op genoemde sites en ook meerdere artikelen van mijn hand. [1]

Grotendeels komt de tekst van mezelf, soms van sites als:

Waldorf Inspiration – Bewust ouderschap met de antroposofie ,
Welkom – Antroposofie en het Kind,
Het Zonnejaar,
Wereld Feesten Almanak

Waarvoor dank.

Foto’s komen van Pinterest: bijvoorbeeld van de seizoentafels in advent van
Vrijeschool in beeld/advent

Ansichtkaarten zijn voorzien van naam.

Liedjes zijn te vinden op Vrijeschoolliederen
Versjes zijn te vinden bij Tineke’s DoeHoek

In verbinding staan met het grote geheel en je overgeven aan het hogere wat je geleidt.

De Grote Kersttijd
In de grote Kersttijd is er een reeks aan jaarfeesten: lichtfeesten en enige mantelfeesten.
Sint-Maarten – 11 november – 40 dagen voor Kerst
Loi Kratong 15-16 november Thais
1e advent 01 december
Advent – vier zondagen/weken voor Kerst –
Sint-Nicolaas – 5 december pakjesavond
Luciafeest 13 december
Yule/midwinter 21 december
Kerstdagen 25 en 26 december
12 heilige nachten – 24 december- 6 januari
Chanoeka: donderdag 26 december 2024 t/m donderdag 2 januari
Drie Koningen – 6 januari
Lailat-ul-Meraj 27 januari
Chinees nieuwjaar 29 januari
Imbolc 1 februari
Maria-Lichtmis – 2 februari – 40 dagen na Kerst

Van Sint-Maarten naar Maria Lichtmis.
Op 2 februari, 40 dagen na Kerst, vieren wij het jaarfeest Maria Lichtmis. 40 dagen voor Kerst vieren we het Sint-Maartenfeest en ontsteken wij licht in een lampion van een suikerbiet of pompoen, die uit of op de aarde gegroeid is.
Dit lichtje dragen we door de donkere winternacht, gedurende een periode van 80 dagen…

“Hoog aan de hemel de sterrenschijn,
in mijn lantaren een lichtje klein.”

Die periode wordt de Grote Kersttijd genoemd: buiten donkert het meer en meer en binnen steken we lichtjes aan.
De aarde ademt in, natuur trekt zich terug, sapstromen stoppen, de eerste knoppen hebben zich aan boomtakken gevormd en bladeren dwarrelen in herfsttinten naar de aarde om beschutting te geven aan de aarde, kleine dieren, als voedselbron voor de aarde aangezien blad composteert in de winter….
Met Kerst, in de donkerste tijd van het jaar (21 december winterzonnewende, langste nacht en kortste dag), wordt het Jezuskind geboren welke symbool staat voor de geboorte van het licht in ieder mens, het innerlijke licht.
Met Maria-Lichtmis, het laatste lichtfeest, sluiten we de grote Kersttijd af. Het lengen van de dagen gaat steeds sneller, het licht buiten neemt weer toe. Het is tijd om het licht van de kaarsen symbolisch terug te geven aan moeder aarde.
We kunnen het licht missen en brengen het naar de voorzichtig ontluikende natuur.

Hier woont een rijk man,
Die mij heel veel geven kan
Lang zal hij (in mij) leven,
Veel zal hij geven
Zalig zal hij sterven,
De hemel zal hij erven
God zal hem lonen,
Met honderdduizend kronen
Met honderdduizend lichten aan,
Hier komt Sinte Maarten aan.

Sint-Maarten, begin van de grote Kersttijd: het is de tijd dat wij naar binnen trekken. Het is het laatste feest, dat we nog even buiten zijn. Zo is dat ook met het “zelf” van jou en mij. We gaan deze tijd gebruiken om ook bij onszelf naar binnen te gaan. Dat is niet altijd
gemakkelijk, je komt jezelf tegen en je ziet ook je tekortkomingen, verbeterpunten. En dat is de enige manier om aan jezelf te kunnen werken.
Het sprookje “de Sterrendaalders” laat in zijn eenvoud zien hoe je jezelf staande kan houden bij lastige momenten, veel vragende tijden, en je zal verrast en rijk worden ….

Ontvangen en schenken: Wat de ene schenkt ontvangt de ander: beide worden ze blij, warm vanbinnen.

“Er was eens een klein meisje; haar vader en haar moeder waren gestorven, en ze was zo arm dat ze niet eens een kamertje had om in te wonen, en ook geen bedje meer om in te slapen, en eindelijk helemaal niets meer dan de kleren die ze aanhad en een stukje brood in haar hand, dat een medelijdende ziel haar had gegeven. Maar ze was lief en vroom. En omdat ze zo door iedereen verlaten was, trok ze, in vertrouwen op de goede God, de wereld in.
Een arme man kwam haar tegen, en hij zei: “Och, geef me toch wat eten, ik heb zo’n honger.” Ze gaf hem het hele stuk brood en zei: “Ik hoop dat Gods zegen erop rust,” en ze ging weer verder.
Toen kwam een kind en dat huilde en zei: “Ik heb zo’n kou op mijn hoofd, geef me iets om op te zetten.” Toen nam ze haar mutsje af en gaf dat aan het kind.
En toen ze nog een eind gegaan was, kwam er weer een kind aan en dat had geen bloesje aan en het had het zo koud en toen gaf ze het hare weg; en nog verder vroeg iemand om haar rokje, en dat deed ze ook uit en gaf het weg.
Eindelijk kwam ze in een groot bos, en ’t was al donker geworden en toen kwam er nog iemand en vroeg om een hemd en het vrome meisje dacht:
“Het is toch donkere nacht, niemand ziet er iets van, je kunt het hemd best weggeven,” en ze trok haar hemd uit en gaf dat ook weg.
En toen ze zo stond en helemaal niets meer aan had, vielen er opeens sterren uit de hemel, en dat waren niets dan harde blanke daalders, en al had ze net haar hemd weggegeven, toch had ze een nieuw aan, en dat was van het allerfijnste linnen.
Toen raapte ze alle daalders bij elkaar en was rijk voor de rest van haar leven.”

Sint-Lucia van Syracuse vrijdag 13 december.
In de late Middeleeuwen werd ze door haar naam (Lucia=licht) verbonden met de terugkeer van het licht na hetwintersolstitium. Haar naamdag, 13 december, werd vóór de invoering van de Gregoriaanse kalender vaak beschouwd als kortste dag.
Een in het wit gekleed meisje met een kroon van brandende kaarsen, meestal de jongste dochter, gaat als Luciabruid alle kamers af en brengt, vaak geholpen door bruidsmeisjes, alle huisgenoten koffie en lekkernijen in de slaapkamer….
Waar ook de Luciadag gevierd wordt zijn de gebruiken vrijwel altijd te herleiden tot Midwintervieringen.
De optochten van de Luciabruid en haar gevolg zijn te vergelijken met de midwinteromgangen. In de loop der eeuwen zijn verschillende gebruiken rond Holda en Perchta [Keltische godinnen] door Lucia overgenomen.
In vrijescholen is het jongste meisje van klas 3 [groep 5] de Luciabruid. Zij gaat gevolgd door haar medeleerlingen in een rij door alle klassen van de school, al zingend en koekjes van saffraan uitdelend.
Alle leerlingen van die klas zijn in het wit gekleed, sommigen dragen een kaarsje anderen een schaal met sterren-zon-maankoekjes.
Dit vindt plaats in de vroege ochtend, als het nog donker is…

Loi Krathong 15 & 16 november
Loi Krathong is het feest van het licht, gevierd door de Thaise gemeenschap in Nederland. Dit feest wordt op de avond van de volle maan in november gevierd.
Als de maan opkomt, verzamelt iedereen zich bij de rivier, waar de krathong, een bootje of lampion in de vorm van een lotusbloem, in het water wordt gelegd. Hoe langer deze blijft branden en drijven, hoe meer geluk je zult hebben in het komende jaar. De wegdrijvende lichtjes nemen het ongeluk met zich mee.
Vervolgens wordt er een verhaal over één van de vorige levens van de Boeddha verteld: over prins Vessantara, die beroemd was om zijn medeleven en vrijgevigheid.

Dan komt St-Nicolaas, de derde herfstheilige, bij ons aan, in de adventtijd: vier zondagen voor Kerst.

“Donker is de aarde, de bomen zijn nu kaal.
Voor kwaad bewaar’ ons de dapp’re Michaël,
De dapp’re Michaël.

d’Heilige Sint-Maarten, Hij schonk ons offerkracht.
Advent is nu gekomen en heel de wereld wacht,
En heel de wereld wacht.

Nicolaas wil helpen Een beter mens te zijn.
Opdat het Kerstlicht strale in onze harten rein,
In onze harten rein.”

Het sinterklaasfeest is een feest waar veel van te vertellen is en dat bol staat van symbolen:
Het medeleven en medelijden hebben met je medemens.
Elkaar helpen en in liefde naar elkaar kijken is een aspect dat je bij Sinterklaas terugvindt.
Sint die over de daken rijdt is de verbinding tussen hemel en aarde, dat is ook zijn mijter, die immers aan de bovenkant open is.
Sinterklaas komt ieder jaar met de boot uit Spanje. Hij komt van over het water, dat wil zeggen vanuit de andere wereld.
Waarom Spanje? Dat is niet helemaal eenduidig. In het Frans betekent een ‘chateau d’Espagne’ een luchtkasteel en heeft dezelfde gevoelswaarde als
Engel-land: de andere wereld.
Zijn baard is de wijsheid en zijn ouderdom refereert aan de laatste maand van het jaar..
Het grote boek staat vol met zowel goede als minder goede daden van ons mensenkinderen
Hij komt met zijn knecht, die ons nog eens op onze tekortkomingen wijst, zoals wij dat doen met onze surprises.
Dan de geschenken in de schoen, de schoen het symbool van onze levensweg. De schoen die we dragen en waarmee we de wereld in willen gaan.
En zo zijn er nog veel meer symbolen op te noemen.
Sint leert ons blij te zijn met datgene dat je geschonken wordt om dan op jouw beurt te leren een ander iets te schenken. Het is niet alleen maar een kinderfeest, het heeft ons veel meer te zeggen.
Dit feest staat aan het begin van advent: tijd van stilte. De stilte waaraan we ons meer zouden moeten overgeven als voorbereiding op het kerstfeest.
Dag voor dag dichter bij de langste en soms donkerste nacht, geboorte van het Kerstkind en het begin van de 12 heilige nachten. Nachten waarin voorspellende dromen, inzichten kunnen geven: de hemel is nabij…..

Het bij elkaar brengen van Advent en Sinterklaas en Kerst is op het oog wellicht lastig, maar hulpmiddelen als liedjes, prentenboeken, tijd nemen, in rust kunnen gaan, laten weten aan je kind[eren] dat “het goed komt”, en door onderstaand verhaaltje te vertellen wil het bij elkaar brengen van deze feesten echt wel lukken.

“Eens reed Sint-Nicolaas over de wolken van Spanje naar Holland. Daarboven in de hemel ontmoette hij Maria, die het Kerstkind in haar armen droeg. Zij vertelde aan Sint-Nicolaas dat zij het Kind juist weer voor een poosje naar de aarde wilde brengen. Daar mocht het dan weer met de kinderen spelen.
Toen kwamen dadelijk van alle kanten de sterren naderbij en vroegen of ze mee
mochten gaan.
Dat mag, zei Maria, als de Maan jullie de weg wil wijzen want jullie passen niet allemaal onder mijn warme mantel.

Dat hoorde Sint-Nicolaas en hij reed op zijn paard snel naar de maan: Goedenavond Maan! Goedenavond Sint- Nicolaas, zei de Maan. Maan, wil je de sterrenkinderen die met Maria mee naar de aarde willen de weg wijzen? Natuurlijk, zei de Maan, als de Zon dan overdag wil helpen…
Sint-Nicolaas reed naar de Zon. Zon, wilt u Maria helpen om de
sterrenkinderen de weg naar de aarde te wijzen, de Maan helpt in de
nacht, kunt u overdag helpen?.
Wat willen de sterrenkinderen op de aarde doen Sint-Nicolaas? De
sterrenkinderen willen spelen met het Kerstkind en de aardekinderen. Ik
help graag mee, zei de Zon.
Toen kwam de Zon naast Maria staan en de Maan aan de andere kant.
Maria nam vele sterrenkinderen onder haar mantel en de sterrenkinderen zagen de glans van het Kerstkind dat Maria op haar arm droeg. De Zon liet zijn stralen lichten op het pad dat Maria ging…
Sint-Nicolaas reed ondertussen op zijn paard met rasse schreden vooruit over de wolken en kwam als eerste op de aarde aan.
Daar aangekomen vertelde hij aan eenieder die het maar wilde horen dat het Kerstkind weldra op aarde zou komen.
Sint-Nicolaas gaf de kinderen speelgoed zodat zij straks met het Kerstkind konden spelen. Toen Maria met het Kind op aarde aankwam, sprongen vele sterrenkinderen van haar schoot en waren mensenkinderen geworden. Ze speelden samen.
Na een poosje keerde Maria terug naar de Hemel en vele mensenkinderen mochten met haar mee om daar dicht bij de Zon, Maan en Sterren te zijn…”

En dan dit:
“Zachtjes gaan Maria’s voeten langs de lichte sterrenbaan.
Alle sterrenkind’ren groeten, allen willen haar ontmoeten,
Ook de glanzend zilv’ren maan.
En zo stil en zo zacht zweven eng’len bij nacht:
Hoor, zij zingen zo fijn voor het Kindeke klein!”
En dit lied te zingen…..
“Stil nu, stil nu, maak nu geen gerucht.
Stil nu, stil nu, het ruist al door de lucht.
Het wonder komt heel zachtjes aan, ’t kerstkind wil naar binnen gaan.”

1e advent, viering met adventtuintje lopen.

De adventstijd voor kleine kinderen op vrijescholen begint met het lopen van de
adventsspiraal.
Dat is een spiraal van dennengroen, of zilverzand, met in het midden een grote
kaars. Al zachtjes zingend of onder begeleiding van muziek, lopen de kinderen om de beurt de spiraal naar binnen. Zijn ze helemaal naar binnen gekeerd en
aangekomen bij de kern, dan steken zij daar hun eigen lichtje aan. Op de terugweg (met de klok mee) mogen de kinderen hun kaarsje een plekje geven in de spiraal.
Door het groeiende aantal kaarsjes in de spiraal, groeit het licht.
De weg naar binnen is de weg die ook wij in deze steeds donker wordende en stille tijd van het jaar gaan. Door het groeiende licht in de spiraal en de komst van het goddelijke (of het spirituele) nieuwe licht, kan er een nieuwe impuls ontstaan die het menselijke met het goddelijke verbindt.

Hieronder een verhaal over het adventtuintje.

“Er was eens heel lang geleden een oude man. Hij heette Jacob en woonde helemaal alleen in een groot bos dicht bij een klein dorpje. Zijn kleine, ietwat vervallen huisje stond diep verscholen tussen de hoge bomen en het dichte
struikgewas. Jacob hield er niet van om tussen de mensen in het dorp te leven, want hij wilde in het bos tussen de dieren zijn en elke dag het ruisen van de wind door de bomen horen. Hij hield van de koele aarde aan zijn voeten en het hemelgewelf met daarin bij dag de stralende zon, en bij nacht de lieve maan en de glinsterende sterren, die hem op zijn levenspad begeleidde.
In de zomer verzamelde Jacob bijzondere kruiden met geneeskrachtige werking. Soms kwamen de mensen uit het dorp naar Jacob toe om hem te vragen naar zijn kruiden om daarmee de zieken in het dorp weer beter te kunnen maken. Jacob gaf graag zijn kruiden en zijn wijsheid aan de mensen – het maakte hem tot een zeer geliefd mens onder de mensen van het dorp.
Op de dag trok de hemel dicht met donkere wolken. De wolken waren de voorbode van een onstuimig onweer dat over de aarde uitbarstte. De regen stortte uit de hemel zoals het lange tijd niet meer had gedaan. De bliksemschichten verlichtten de donkere aarde en de donder rolde over het kleine dorpje en het grote bos. De oude Jacob zat rustig en stil in zijn fijne huisje en luisterde naar het onweer buiten. Zijn geitje had hij naar binnen gehaald omdat het zo klagelijk aan het mekkeren was. En terwijl hij daar zo zat en stil voor zich uit keek, berustend in zijn gedachten zag hij opeens in de hoek van de kamer een groene slang met een gouden kroon op het kopje en allemaal glanzende stippen verspreid over de huid.
Meteen toen Jacob van verbazing wilde opstaan, begon de slang tegen hem te spreken. “Jacob, het is donker op de wereld en de mensen hebben de deuren van hun hart gesloten. Je moet iets doen!”
Jacob wist eerst geen woord uit te brengen, maar toen hij bijgekomen was van de verbazing, zei hij: “Het is niet eenvoudig om de mensen te helpen. Hoe zou ik dat moeten doen?”
De slang antwoordde: “Jacob, de kinderen hebben een adventstuintje nodig, zodat zij een lichtje kunnen aansteken en naar buiten kunnen dragen zodat het weer lichter wordt in de wereld. Kijk naar mij!”
De slang bewoog zich over de grond en vormde met zijn lichaam een spiraal. Toen stak hij zijn kopje in het midden van de spiraal omhoog zodat het gouden kroontje nog meer glansde als daarvoor. Ook de lichtende punten op de huid
leken nog meer te stralen.
Toen wist Jacob wat hem te doen stond. Hij wilde de slang danken, maar nog voordat hij een woord kon spreken, was de slang alweer verdwenen en lag op de grond nog enkel een laagje gouden stof.
Intussen was buiten de storm gaan liggen. De wind had de wolken uiteengedreven en de zon scheen met voorzichtige stralen weer op de vochtige aarde. Jacob trok zijn jas aan, vulde zijn tas vol met kruiden, trok de deur stevig achter zich dicht en ging op pad. Bij het dorp aangekomen klopte hij op alle deuren en vroeg om appels en kaarsen. De mensen keken verbaasd naar Jacob, maar gaven hem natuurlijk de appels en kaarsen waar hij om vroeg. Hij vertelde de mensen dat morgen op de eerste adventszondag alle kinderen, ja, alleen de kinderen aan het eind van de dag als het al buiten begon te schemeren naar hem toe mochten komen.
Bij het laatste huis aangekomen vroeg Jacob de mensen die daar woonden om een extra grote en mooie kaars. Toen hij die had gekregen ging hij weer naar huis. Zijn tas was nu ook leeg, hij had alle kruiden aan de mensen gegeven als
dank voor de appels en kaarsen. Met een hart vol blijdschap vertrok Jacob weer richting het bos. Thuis aangekomen ging hij meteen vlijtig aan het werk.
Hij ruimde zijn huisje leeg en legde in het midden van de ruimte een grote spiraal gemaakt van dennentakken en mos uit het bos. In het midden zette hij een grote wortel van een boom neer met daarop de bijzondere, grote kaars en stak die aan. De kleine kaarsjes stak hij in de appels en zette hij voor de kinderen klaar.
De volgende dag bij het invallen van de avond vertrokken alle kinderen uit het dorp naar het bos. Op de weggetjes die tussen de hoge bomen door leiden naar het kleine huisje, renden en dansten de kinderen luidruchtig, Ze lachten en
maakten samen pret. Maar hoe dichter ze bij het huisje kwamen, hoe rustiger de kinderen werden. Toen Jacob de deur opendeed en de kinderen naar binnen liep waren de kinderen muisstil geworden. In het midden brandde de kaars, verder was het helemaal donker binnen. De kinderen gingen in een grote kring om het adventstuintje zitten en begonnen samen de mooiste adventsliederen te zingen.
Elk kind mocht nu om de beurt een appel met een kaarsje pakken en naar binnen in de spiraal lopen. Vol aandacht ontstaken de kinderen hun kleine kaarsje aan de grote kaars. Op de spiraalweg naar buiten zocht elk kind een plekje voor hun kleine lichtje om het neer te zetten tussen de takken en het mos. Oh wat straalden al de gezichten van de kinderen.
Steeds lichter en lichter en lichter werd het in het kleine huisje en steeds lichter werd het in de harten van de kinderen”.

Advent
In de natuur is het stil en rustig rond de 1e advent.
De seizoentafel is getooid in de kleur blauw [de kleur van verwachting].
Week voor week wordt er aan je seizoentafel iets toegevoegd van de wereld:
1e week= mineralen, 2e week= plantenrijk, 3e week = dierenrijk en 4e week= mensenrijk.

Kerstfeest
Het feest van de geboorte van Christus,
De geboorte van het licht dat wij ieder jaar weer mogen ontvangen,

Zijn licht.
Wij vieren het nieuwe leven, de geboorte van een kind en
Het keerpunt in het jaar waar het eindelijk weer lichter wordt.

 

 

Zoals elk feest, is ook het kerstfeest een feest met vele symbolen.
De kerstboom is tegenwoordig vooral mooi als decoratie, waarbij voor ons de geur van dennengroen in huis, de geur van kerstmis is.
Maar de boom is ook een verwijzing naar de boom van goed en kwaad uit het paradijs.
De kerstballen die wij erin hangen zijn het beeld van de appels die Adam en Eva niet mochten eten, maar toch aten met als gevolg dat zij uit het paradijs werden verdreven.
25 december is Adam-en-Evadag, niet gek dus dat er zoveel verwijzingen zijn naar Bijbelse verhalen rondom de oorsprong van de mens.
De piek of ster boven in de boom verwijst naar de heldere ster die boven de stal in Bethlehem stond.
De boodschap die het kerstfeest ons brengt, is het terugkeren naar de kern,
het zorg dragen voor anderen en vrede voor iedereen.
Onwillekeurig denk je met kerst extra aan de mensen die niet gelukkig of eenzaam zijn.
Laten we ook hen niet vergeten; stuur een lief bericht, maak een extra plekje vrij aan tafel, steek een kaarsje voor ze aan, of breng een kort bezoekje met heerlijke koekjes.

Yule of Midwinter (21 december)
Yule vindt plaats tijdens het wintersolstitium (de langste nacht van het jaar, ook wel de zonnewende genoemd). Hierna wint de zon weer aan kracht. Yule wordt ook wel het Midwinterfeest genoemd, waarbij het terugkeren van het licht wordt gevierd.
Thema’s: overdenking, aanvaarding (dat het donker bij het leven hoort), rust, afscheid, wijsheid, mysterie.
Gebruiken: bouw kampvuren, hang wintergroene takken zoals hulst, klimop of maretakken in huis, versier een naaldboom (die we tegenwoordig kerstboom noemen), steek kaarsen aan als symbool van het licht dat de duisternis zal overwinnen. Kom samen rond de donkerste dagen van het jaar, deel je midwinterwensen en drink warme wijn.

Chanoeka: donderdag 26 december 2024 t/m donderdag 2 januari 2025
Joodse families steken in een speciale kandelaar op de eerste avond één kaarsje aan.
Chanoeka is een zogenaamd ‘half-feest’. Het hoort niet bij de belangrijkste dagen van het joodse jaar, maar herinnert wel aan een voorval uit de geschiedenis van de joden. In dit geval gaat het over trouw blijven aan jezelf, ook al wil je omgeving iets anders. Chanoeka is een vrolijk en nog altijd populair feest, ook al is de tempel in het jaar 70 na Christus verwoest. Het is dan ook een echt familiefeest: mensen komen iedere avond thuis bij elkaar om te eten, te zingen, cadeautjes uit te delen en spelletjes te spelen.

Met Sint-Maarten maken we ons klaar verder te gaan op de weg die we na de zomer met Sint-Michaël zijn begonnen.
Om mijn lichtje brandende te houden en te laten stralen, zodat het kan verlichten daar waar het op dat moment het hardst nodig is, kies je er wellicht voor om wat langzamer te gaan lopen. [Letterlijk én figuurlijk…..]
Alle groeikrachten van de aarde zijn de aarde ingetrokken en toch bloeit de Kerstroos buiten in de winter, de skimnia ook, en binnen de Kerstcactus…. Alsof ze weten dat ze met Kerst moeten bloeien ter verwelkoming van het
Jezuskindje…. Wonderlijk.

Driekoningen. Wonderlijk ook de nieuwe ster aan de hemel die de drie wijzen uit het Oosten zagen: ze kwamen van ver! Van afstand was te zien dat er iets heel bijzonders had plaatsgevonden boven Israël, het was al heel lang geleden
beschreven dat dit ging gebeuren. Gelukkig wisten de wijze koningen dit….

“Waarheen leidt het licht? Waarheen voert de ster?
Door wouden zo dicht, langs wegen zo ver?
Door regen en wind en bij vinnige kou?
Wie volgen gezwind? Wie volgen getrouw?
Drie wijzen van ver Drie koningen gaan.
Zij volgen de ster, langs lichtende baan.
Zij volgen gezwind, en komen dan aan,
Bij ’t heilige Kind, Waar de Sterre bleef staan.”

Volgens oude afbeeldingen en beschrijvingen gelden voor de gewaden van de koningen speciale kleuren.
Rood voor koning Melchior die het goud offerde. Hij vertegenwoordigt het denken, de macht en de wijsheid.
Blauw voor koning Balthasar, die wierook bracht. Hij representeert het voelen, het liefdevolle hart.
Groen voor koning Casper, de Moor, die mirre aanbood. Hij is het willen, bestendigt en overwint de dood.
De offergaven van de drie koningen kan men ook als symbolische gaven zien. Zo wordt het goud verbonden met een inzicht in de goddelijke geestelijke wereld, wierook met de offerbereidheid en de menselijke deugd en de mirre voor de
verbinding van de mensenziel met het eeuwige, onsterfelijke.
Elke gave past zo bij zijn koning en kan ons een voorbeeld zijn.
Driekoningen is een feest van betekenis. Met dit feest gaan we weer op weg met de nieuw geschonken kracht of het licht dat we met Kerstmis in ons opnieuw geboren hebben laten worden en ons eigen kleine licht weer gevoed kon worden om op te lichten op de nog te zetten stappen op onze levensweg en waar we de afgelopen dagen ideeën, inspiratie en kracht voor hebben opgedaan.
De tijd van werken en uitvoeren komt er (bijna) aan.
“Hoog aan de hemel de sterrenschijn, waar zou het land van Egypte zijn…”
De vlucht van Jozef, Maria en hun Kind…
De reis naar hun land van herkomst zal niet makkelijk geweest zijn. De gedachte geeft troost dat vele engelen hun ongetwijfeld door de donkere tijden loodsten door steeds zichtbaar en volgbaar te zijn…
Net als bij ons eigenlijk: altijd is je beschermengel bij je.
Klinkt als niet te vergelijken en dat is ook niet de bedoeling, maar vergeet je engel niet.

27 januari 2025 Lailat-ul-Meraj
Hemelvaart van de Profeet herdenken moslims de wonderbaarlijke reis van de profeet Mohammed naar de hemel.
Net als Jezus heeft Mohammed een wonderbaarlijke reis naar de hemel
gemaakt. Ze zijn elkaar zelfs tegengekomen, ook al zat er zeshonderd jaar tussen
hun levens in!
Rond het jaar 620 lag Mohammed ’s nachts te slapen voor de moskee in Mekka,
in wat nu Saudi-Arabië is. Daar werd hij gewekt door Djibriel. Dat is de Arabische naam voor de engel Gabriël, die ook Maria (Maria-Boodschap) kwam vertellen dat zij de moeder van Jezus zou worden.
Djibriel nam Mohammed bij de arm en bracht hem naar de poort van de moskee.
Daar stond Boeraak, een wit paard met vleugels aan zijn hoeven. Samen met
Boeraak en Djibriel vloog Mohammed naar Jeruzalem. Ze landden op de berg
waar ooit de joodse tempel (Chanoeka) stond. Daar ontmoette Mohammed allemaal mensen die net als hij profeten waren, boodschappers van God. Daar waren ook Mozes, Jesaja en Jezus bij. Nadat ze samen hadden gebeden klom
Mohammed naar de hemel met een ladder, een ‘mi’raadj’.
Er waren zeven hemelen en in de hoogste hemel ontmoette hij God. Toen keerde hij terug naar Mekka. Daar geloofde niemand zijn verhaal…
Op de tempelberg in Jeruzalem verrees de El Aksamoskee. Jeruzalem werd door deze hemelvaart ook voor moslims een heilige stad.
Nu herdenken moslims deze wonderlijke nacht tijdens een avonddienst in de moskee.

Chinees Nieuwjaar/ Lunar new year 29 januari 2025 een nieuw jaar begin je met een schone lei
Twee keer in één jaar Oud en Nieuw vieren, kan dat? Jazeker! In China en verschillende andere Aziatische landen wordt ook tussen 21 januari en 20 februari feest gevierd, bij de start van het nieuwe maanjaar.
Een nieuw jaar moet je met een schone lei beginnen. Dus wordt al weken van tevoren het huis gepoetst en kopen mensen nieuwe schoenen en kleren. Ook leggen ze ruzies bij en proberen ze schulden af te lossen. Want aan het eind van het jaar geeft de Keuken-god een verslag over elk huishouden aan de Hemelgod.
De feestrituelen van Chinees Nieuwjaar hebben te maken met geluk en overvloed. Er is een groot diner voor de hele familie met negen gerechten. Het getal negen staat voor de eeuwigheid. Zoete gebakjes van rijstebloem worden aan zoveel mogelijk mensen uitgedeeld.
Kinderen en ongetrouwde mensen krijgen rode envelopjes met geld. Winkeliers geven envelopjes en kroppen sla aan felgekleurde leeuwenpoppen die dansers in een optocht ronddragen. Zo hopen ze op goede zaken. En natuurlijk is er vuurwerk. Heel veel vuurwerk, om kwade geesten weg te jagen.

Imbolc (1 of 2 februari)
‘Ik bereid me voor en zuiver om al wat passend is te kunnen verwelkomen.’
Dit feest wordt Imbolc genoemd, naar het Keltische bolc (buik), dat verwijst naar de buik van Moeder Aarde. Alles wat in de grond ligt te sluimeren wordt gewekt door het toenemende licht en glimpen van onverwachte warmte al kan het nog ijzig koud zijn. Het feest hangt samen met het reinigen en ploegen van de aarde om de akkers na de winter weer vruchtbaar te maken.
Thema’s: reiniging, zuivering (het Latijnse februa betekent zuivering),
voorbereiding.
Gebruiken: plant bloembollen, steek kaarsen en vuren aan om het licht
aan te moedigen, reinig je huis door de bezem erdoorheen te halen (tegen de klok in), met salie te beroken en met rozenwater te besprenkelen, volg een vastenkuur of sapkuur, probeer oude vastgeroeste gewoonten en remmingen te doorbreken.

Maria-Lichtmis. De dagen lengen, het licht buiten groeit, grassprietjes, winterakoniet, sneeuwklokjes, de toverhazelaar zoeken de warmer wordende zonnestralen op om zich te laten verwarmen.
Tijd voor mensenkinderen om meer naar buiten te gaan.
’s Morgens vroeg een wandeling maken, of je aankleden in het donker, steeds op dezelfde tijd en je merkt dat de zon steeds vroeger komt, alles van de grote Kersttijd breng je je huis uit, grote schoonmaak, ramen wassen, maar ook
gesmolten kaarsvet [van de restanten van alle gebrande kaarsen] in kuiltjes in de aarde te gieten, te laten branden tot het licht bijna letterlijk in de aarde opgenomen is en ook kinderen met kleine belletjes rond te laten lopen om de wortelkindjes en de bolletjes onder de grond te wekken en ook pannenkoeken bakken [zo rond als de zon die pannenkoeken…]
Door zo bewust je te verbinden met de natuur, geef je aandacht en bewustzijn aan onze aarde, die net als elk ander levend organisme liefde en zorg nodig heeft.
Wellicht staan we niet meer zo dicht bij de natuur bij moeder aarde, weet dan dat het goed is om af en toe bewúst stil te staan bij alles wat onze mooie aarde ons te bieden heeft en wat zij ons geeft.
Ook hier past: schenken en ontvangen. Zij schenkt ons veel aan mooite en voeding en wij mogen dat ontvangen in aandacht en dankbaarheid….
Zeg nou zelf: het is een Wonder dat de natuur elk jaar opnieuw trouw, vanuit de ingetogen winter een nieuwe levenscyclus start…

“Sterrenlichtjes neem ik mee
In de lieve, lichte dag,
Als ik uit de wijde nacht
hier weer wakker worden mag.
Sterrenlichtjes breng ik mee
als de zon mij weer komt halen,
In de wereld overal z
ie ’k dan kleine lichtjes stralen.”

Met kinderen de feesten van het jaar beleven is als het zien van de regenboog;
de ene kleur is nog niet vervaagd of de volgende verschijnt.
En zonder kinderen (of de kinderlijke blik) ervaren we de regenboog vaak niet eens, omdat we niet verder kijken dan de regen of het grijs van lucht en grond.
Ceremonies die diep in het verleden van de mensheid wortelen, bloeien op in het dagelijks leven van gezin en klas en plaatst onze relaties tot elkaar in ander licht.
Naast het feestelijke, oplichtende karakter, kan een feest of ceremonie een bron van genezing, bewustwording en spirituele groei zijn.
Ze hoeven geen kerkelijk karakter te hebben, wel een open karakter, dat van je innerlijk kind, daarmee zien we de regenboog beter en voelen we de kleurige hemelomhulling in dankbaarheid en warmte….

“Hoog aan de hemel de sterrenschijn, in onze handen een
lichtje klein”…

Dieuwke Hessels

 

[1] Bij de verschillende jaarfeesten hier te vinden
.

Jaarfeesten: alle artikelen

Vrijeschool in beeld: jaarfeesten

.

3349-3150

.

.

.

.

VRIJESCHOOL – Maria-Lichtmis (4)

.
Dieuwke Hessels postte dit artikel in de Facebookgroep ‘Vrijeschool’:
(janauri 2022)
toestemming van de schrijfster.
.

Maria-Lichtmis:

Moeder aarde krijgt het licht terug maar ook: hoe wij ons kunnen of durven openstellen meer licht te ontvangen de komende tijd.

We droegen alle kaarsjes
tot in het mulle zand.
In kleine aarde-kuiltjes
werden ze opgebrand.
Dag vlam, dag vlam en dankjewel,
dat je het licht bewaarde.
Weldra komt weer zonneschijn,
doof nu maar in de aarde.
Tot ziens in de Sint-Maartenstijd.
Dat is nog wel heel ver,
maar kom jij dan, in mijn knol,
weer stralen als een ster?

Uit: Van winterkrans tot zomerdans
Lidwien van Geffen

Maria-Lichtmisfeest is echt een kanteling in het jaar.
Hoewel Pasen het echte lentefeest is, heeft Maria-Lichtmis alles in zich om ons wakker te maken voor die komende lente. Enerzijds gaat het om de afsluiting van de lichtjesperiode vanaf Sint-Maarten, en anderzijds om de start van de reiniging van onszelf en moeder aarde om fris en schoon aan het nieuwe jaar te beginnen.
Met dit feest sluiten we de grote Kersttijd, die we met Sint-Maarten begonnen, af.
Met Sint-Maarten brachten we met onze lampion het licht naar binnen en met Maria-Lichtmis is het een mooi gebruik om ’s morgens het licht naar buiten te brengen. We kunnen het licht missen en richten nu ons innerlijk licht in de vorm van aandacht naar buiten. Daarbij helpt de warmte van de naar buiten gebrachte brandende kaarsjes die, behalve met licht ook vol warmte zijn, mee de aarde in haar ontwaak-proces te steunen. En wat te denken met de voorzichtige en zorgvolle wijze waarop dit gedaan wordt door grote en kleine mensjes: welk een verbondenheid! Verwachtingsvol kijken we naar waar de eerste sneeuwklokjes tevoorschijn komen als teken van de ontluikende natuur. Het licht van de zon wekt het leven komt tevoorschijn en overwint de duisternis.

[Naar: levende sprookjes, Marijke Steenbruggen].

Met Maria-lichtmis, de ontwakende aarde is het ook tijd voor Moeder Aarde, Vrouw Holle en Sinte-Bride en Vrouwtje Dooi: een mengelmoes van groeikrachten en, in onderstaand schrijven, een mix aan informatie.

Het feest van Maria-Lichtmis

De Zonnejaargroep:
Van alle feesten in de winter is in onze tijd Maria-Lichtmis het minst bekend en dat terwijl dit feest aanduidt, dat de grote kersttijd nu echt ten einde is gekomen. Het natuurlijke licht overheerst de duisternis en de aarde maakt zich op voor een nieuw begin, voor nieuw leven.

De twee maal veertig dagen rond Kerstmis worden in- en uitgeluid met twee lichtfeesten. Brengen we veertig dagen vóór Kerstmis, met Sint-Maarten, het licht bij avondschemering van buiten naar binnen, op 2 februari, veertig dagen ná Kerstmis, brengen we in de vroege ochtend het licht van binnen naar buiten. Dan vieren we Maria-Lichtmis.
Kaarsresten, verzameld in de lange donkere tijd, omgesmolten en van nieuwe pit voorzien, brengen we zacht zingend naar buiten in de tuin naar plaatsen waar het eerste nieuwe leven tevoorschijn komt; een eerbetoon aan de aarde, die opnieuw haar lichtkracht opdraagt aan de schepping en haar jaarcyclus begint. Van achter het raam genieten we daarna ons ontbijt, terwijl buiten het schijnsel van de kaarsen vervaagt door de eerste stralen van de opkomende zon.
Het feest van Maria-Lichtmis is ook bekend onder de naam Maria-Zuivering. De oorsprong van deze naamgeving is terug te vinden in de bijbel: ‘En toen hij na acht dagen besneden moest worden, werd over hem de naam Jezus uitgesproken, die door de engel was genoemd, voordat hij in de moederschoot ontvangen was. Daarna kwamen de dagen der reiniging volgens de wet van Mozes. Toen deze verstreken waren, brachten de ouders het kind naar Jeruzalem om het aan de Heer op te dragen, zoals in de wet des Heren geschreven staat: Al het mannelijke dat de moederschoot opent, zal aan de Heer gewijd worden. Zij wilden ook offergaven brengen, die in de wet des Heren voorgeschreven zijn: een paar tortelduiven, of twee jonge duiven.’ (Lukas 2; 22-24 vert. Ogilvie)
Zo schreef de Joodse wet voor, dat een vrouw veertig dagen na de bevalling een reinigingsoffer in de tempel moest brengen. Jozef en Maria offerden twee duifjes en droegen hun kind op aan de Heer. In de tempel ontmoetten zij Simeon, die het kind opneemt en wordt omstraald door hemels licht.
Dit ontroerende moment is door de eeuwen heen op vele wijzen in beeld gebracht.

Simeon, door Rembrandt van Rijn

In Jeruzalem en Rome werd de reiniging van de Heilige Maagd al in het begin van de vierde eeuw gevierd met een grote processie door de stad. Deze tradities zijn in onze cultuur in die vorm zeker geen realiteit meer. Toch denk ik, dat nog menig grootmoeder in het zuiden van het land kan vertellen over haar eerste kerkgang, zes weken na de bevalling. Het hormonale ritme is dan weer hersteld, de vrouw is ‘gereinigd’; ze mag weer bakken en braden en zich onder de mensen begeven.

Brandende kaarsen

In de middeleeuwen werd Maria-Zuivering vooral een lichtfeest;
Festum Candelarum, een benaming, die wij in het Duitse Kandelmesse, het Franse Chandeleur en het Engelse Candlemass nog terugvinden. De Latijnse benaming Festum Luminum vinden we terug in ons Lichtmisfeest, dat in veel katholieke kerken nog wordt gevierd: meegebrachte kaarsen worden gewijd en aangestoken om daarmee ter ere van Maria gezamenlijk een processie te lopen.
Vervolgens wordt de mis opgedragen in het licht van al die brandende kaarsen, waardoor met recht over een ‘lichte mis’ gesproken kan worden: Maria Lichtmis. Lichtmiskaarsen werden na de mis mee naar huis genomen, om met het kaarsvet boven de deuren van huis, schuur en stallen een kruisteken aan te brengen met de bede dier en mens te beschermen. Sinds mensenheugenis worden kaarsen en vuren ontstoken om een verbinding met de goddelijke wereld te bevorderen. De Romeinen hadden bijvoorbeeld de gewoonte tijdens de bevalling een kaars te branden voor de godin Candelifera ter bescherming van moeder en kind.

Februari reinigingsmaand

Het Latijnse woord ‘februa’ betekent reiniging. Kunnen we in onze tijd nog iets van die reiniging beleven? Bijvoorbeeld als reine sneeuwvlokken de aarde met een wit kleed bedekken of wanneer de eerste sneeuwklokjes tevoorschijn komen? In bomen en struiken stijgen de sapstromen weer omhoog als uiting van nieuw leven. Bomen laten hun laatste dorre takken -sprokkels- vallen, die door de mensen vroeger werden verzameld als aanvulling op het brandhout, dat in dit jaargetijde vaak niet meer toereikend was.
Februari heet dan ook sprokkelmaand.
Dieren komen uit hun winterslaap en reinigen zich voor de komende bevruchting. Zodra de temperatuur het toelaat verlaten bijen de korf voor hun eerste reinigingsvlucht om onverteerde resten van honing, die ze in de winter hebben opgezogen, als geelbruine bolletjes uit te scheiden.
Rond deze dagen kan de was buiten niet gedroogd worden. Mensen doen sapkuren, volgen diëten om het lichaam te reinigen. Bij de Romeinen werd er in februari schoongemaakt: op 1 maart begon immers het nieuwe jaar. Sommige Nederlandse huisvrouwen houden nog altijd in het vroege voorjaar, voor Pasen, grote schoonmaak.

Wanneer vieren we Maria-Lichtmis?

In het jaar 494 is het Maria-Lichtmisfeest officieel vastgelegd op 2 februari. De kerkelijke autoriteiten probeerden daarmee invloed te krijgen op alle voorchristelijke feestvormen en deze naar eigen inzicht om te vormen. Heidense rituelen werden verboden. Door deze voorchristelijke rituelen aan een vaste datum te koppelen, zijn ze niet langer in overeenstemming met de seizoenencyclus van de aarde op de verschillende breedtegraden. Voor natuurgebonden vieringen ontstaat hierdoor een probleem. Zo is het op onze breedtegraad begin februari winter: de aarde houdt haar adem in en moet vaak nog weken wachten om haar nieuwe kiemkracht uiterlijk te tonen.
Hierdoor ontstaat een uitdaging om naast 2 februari, de datum waarop op alle breedtegraden de toename van het licht gevierd kan worden, het natuurlijke aspect opnieuw vorm te geven.
Het feest vormt terecht het ankerpunt aan het einde van de grote kersttijd. Dat kunnen we wel vieren. Het is de tijd, waarin je kunt ervaren dat het natuurlijke licht de duisternis gaat overheersen.
Een manier om dit feest te vieren is al het kunstlicht ’s morgens vroeg uit te laten, te ontbijten met een bloeiende hazelaartak op tafel of een tak van de berk, de venusboom. Op een drijfschaal liggen de open bloemen van de kerstroos, verlicht door drijfkaarsjes. Als buiten het ijs al gesmolten is, kun je wandelen met omgesmolten kaarsresten naar een rivier om het nieuwe levenslicht aan het stromende water mee te geven, de wereld in. Dat kan allemaal wél op deze dag.
We moeten ons bovenal bewust worden, dat het hier, naast het terugkerende licht, om onze aarde gaat, die zwijgend en met grote trouw haar nieuwe cyclus begint.
Onze aarde is een levend organisme, dat net als ieder ander organisme aandacht, zorg en liefde behoeft. Iedere januari-februaritijd, waarin zij aangeeft een nieuwe jaarronde te beginnen, kunnen wíj besluiten haar in haar vele verschijningen met liefdevolle aandacht te volgen.
Vieren betekent: je onzelfzuchtig liefdevol verbinden en verheugen over de schepping begeleid door een sacraal gebaar.
Guido Gezelle geeft aan hoe de overgave aan de waarneming van de natuur, oftewel het stille luisteren van de ziel, de toegang vormt tot het goddelijke wezen van de aarde.

ALS DE ZIELE LUISTERT

Als de ziele luistert
spreekt het al een taal dat leeft,
’t lijzigste gefluister
ook een taal en teken heeft:
blaren van de bomen
kouten met malkaar gezwind,
baren in de stromen
klappen luide en welgezind,
wind en wee en wolken,
wegelen van Gods heiligen voet,
talen en vertolken
’t diep gedoken Woord zo zoet…
als de ziele luistert

Laten we de taal, de gebarentaal van de schepping, weer leren beluisteren. Laten we onze aarde weer aankijken, liefhebben en verzorgen. Laten we met onze kinderen de eerste krokus begroeten, de vogelgeluiden en de namen van de bomen in de straat leren kennen. Laten we samen weer de gang van de planeten door de dierenriem volgen, samen de wijsheid van de schepping bewonderen.
Opdat de aarde zich weer mag verheugen over de mens en zij mag ervaren, dat wij haar willen helpen haar nieuwe natuur in de toekomst te verwezenlijken. 

Ideeën voor de viering en de seizoenstafel

Uit:
‘Schipper mag ik overvaren’, Juul van der Stok

Maria-Lichtmis in de praktijk

Samenvattend zou je kunnen zeggen dat het bij het Maria-Lichtmisfeest enerzijds gaat om de afsluiting van de grote kersttijd op 2 februari en anderzijds om onze levende aardemoeder, die vervuld en gereinigd opnieuw haar lichtkracht opdraagt aan de schepping.

Ervaringen uit de praktijk
• Het naar buiten brengen van alle omgesmolten kaarsresten uit de donkere tijd.
• Het ontbijt zonder kunstlicht met een schaal drijfkaarsjes op tafel onder een hazelaar- of berkentak.
• Het stromende water waaraan we brandende lichtjes meegeven.
• Ik herinner me hoe in de kleuterklassen op de vrijeschool 2 februari uitbundig werd gevierd.
Jozef en Maria, die vanuit de stal stapje voor stapje langs de vensterbank en het boekenkastje voor hun lange reis op weg waren gegaan, werden nu door de kinderen uitgezwaaid en verdwenen uit het zicht.
Nog één keer werden met veel plezier naar keuze de lievelingsliedjes van alle lichtfeesten gezongen. De laatste attributen van de lange wintertijd werden definitief opgeruimd.

• In de dagen voor 2 februari kunnen we zelf sterren-drijfkaarsjes maken met behulp van een metalen ster-koekvormpje met een doorsnede van een waxinelichtje. Leg het waxientje bij de verwarming of héél even in de oven, zodat het vormpje makkelijk doorgedrukt kan worden.
• De dag voor 2 februari verzamelen we alles wat in de loop van de winter van buiten naar binnen kwam in de vensterbank bij de tuindeur, eventueel met een paar nieuwe primulaplantjes, om het de volgende ochtend vroeg naar buiten te brengen.
• We kunnen buiten het dennengroen van de adventstuin, dat de op Sint-Maartensdag geplante bloembollen tegen de winterkou beschermde, verwijderen. Voorzichtig zoeken we tussen het dorre blad naar de eerste groene puntjes.
• Binnen kunnen we het uitlopen van een hyacintenbol op een glas water volgen of een boon zien ontkiemen, of het kapje van een winterwortel zien uitlopen op een schoteltje water.
• Er zijn tradities waarbij vrouwfiguren, gemaakt van het stro van de laatste korenschoof van de oogst in de herfst, in het vuur verbrand worden.
• De Germanen offerden aan het einde van de Jultijd een Julbok van stro aan hun vruchtbaarheidsgoden. In Nederland kennen we deze traditie ook.
• In een vuurkorf kunnen wij het dennengroen, dor blad en allerlei winterrommel van huis en tuin verbranden.
• Voor het plotselinge overweldigende licht ga ik meerdere dagen in het vroegste voorjaar naar buiten. Hoe vanzelfsprekend loop ik op zo’n lichte dag mijn stoep of balkon te vegen en verheug ik me over alles wat weer nieuw te zien is.

De seizoenstafel

Hoe laten we Moeder Aarde verschijnen met haar wortelkindjes en elementenwezens? Is het boek ‘De Wortelkinderen’ van Sybille von Olfers hét voorbeeld, of is die uitlopende tak genoeg?
Kies je eigen vorm voor jouw plek in huis. Houd het sober en weet dat voor kinderen het sterkst werkt wat jij met enthousiasme verzorgt!
Juffie op school doet het anders en de buurvrouw heeft ook haar eigen ideeën!
Koning Winter kan plotseling verschijnen en het donkere winterlandschap veranderen in een witte wereld. Binnen kunnen we met behulp van kleine witte lapjes en wattenvlokjes op het donkerblauwe achterdoek het beeld van de besneeuwde wereld oproepen. Als Vrouwtje Dooi haar werk doet, kunnen we door het verschuiven van de witte lapjes en wattenvlokjes kale aardeplekken tevoorschijn toveren, waar groene punten van bolgewassen tevoorschijn komen. Maar boven alles gaat het om het gebaar van de opvoeder, de ouder de leerkracht. Als mens, ben je voorbeeld voor een nieuwe generatie. En dat geldt niet alleen voor het vroegste voorjaar maar voor het hele jaar: zelfs voor het hele leven.

Gedichtje

Alle zaadjes slapen zacht.
Wij kabouters houden wacht.
’t Kerstkind heeft hun licht gegeven,
Heel de wereld kan weer leven. Hierbinnen flikkert stil,
Tot de lente komen wil.

A.D. Hezemans-Westra

Maria Lichtmis, 2 februari
Uit; Vier de Seizoenen. Sinte-Bride

De dag die voorafgaat aan Maria-Lichtmis, is de Naamdag van Sinte-Bride, 1 februari.
Sinte-Bride leefde in het Ierland aan het einde van de vijfde en begin van de zesde eeuw. Men zegt dat op haar naamdag de eerste vogels hun nest beginnen te maken, want de dood van het jaar is voorbij en de geboortedag van het jaar is aangebroken. En men zegt dat `toen Maria voor de reiniging naar de tempel ging, Bride voor haar uit liep met een brandende kaars in iedere hand. Er stond een sterke wind rond de hoogten van de tempel, maar de kaarsen flakkerden niet. Daarom wordt ze Bride met het licht genoemd en haar naamdag: de dag van Bride met de kaarsen. Haar naamdag, 1 februari, de eerste dag van de Keltische lente, is de dag voor Maria-Lichtmis. Op deze dag worden zowel de kaarsen als het vuur in het wierookvat gezegend door de Keltische kerk, als voorbereiding op het reinigingsfeest, de dag erna. Aan dit vuur wordt ook het Maria-Lichtmisvuur ontstoken, waarvan een deel van het jaar werd bewaard om met Kerstmis het kersthout aan te steken.

We droegen alle kaarsjes tot in het mulle zand.
In kleine aarde-kuiltjes werden ze opgebrand.
Dag vlam, dag vlam en dankjewel
dat je het licht bewaarde.
Weldra komt weer zonneschijn,
doof nu maar in de aarde.
Tot ziens in de Sint-Maartenstijd,
dat is nog wel heel ver,
Maar kom jij dan, in mijn knol,
Weer stralen als een ster?

Op Maria-Lichtmis worden traditioneel kaarsen gewijd en een kaarsenprocessie gehouden vóór de mis; vandaar de naam lichtmis. In veel talen verwijst de naam van het feest rechtstreeks naar kaarsen: het Zweeds: Kyndelsmässodagen, en in
het Frans: Chandeleur. De processie staat symbool voor de intrede van Christus in de tempel van Jeruzalem, als het “Licht dat voor alle volkeren straalt”.

Antroposofie en het kind
Martine heeft een blogbericht geplaatst: Moeder Aarde en Maria Lichtmis
Door: Corina:

Eind januari? In de diepe, stille winteraarde, gebeurt iets heel bijzonders…
De allerkleinste zaden ontkiemen en vinden hun weg naar de zon, tegen de
zwaartekracht in. De aarde opent zich, is vruchtbaar. Midden in de winter.
De sneeuwklokjes bloeien al!
Na de stille, donkere (en dit jaar ook nog) sombere dagen van december en
januari, verlangen we naar zon en licht. Maar de weg ernaartoe voelt zwaar, alsof we zelf ook tegen de stroom in moeten gaan. Ons hart maakt werkelijk een sprongetje als de zon schijnt, naar buiten! Het sterkt ons dat de dagen ook al merkbaar lengen.
Wat er met de natuur gebeurt, wordt ook innerlijk zichtbaar. De verwachting van de lente is voelbaar. We ontwaken langzaam. We stellen ons vruchtbaar open voor bewustwording en nieuw inzicht. Misschien is er zelfs al inspiratie en ontluikend enthousiasme!
Maria-Lichtmis op 2 februari, is in de kerk de herdenking van het
zuiveringsoffer dat Maria veertig dagen na de geboorte van Christus moest brengen. Daarmee is deze dag verbonden met Kerstmis, de geboorte van Jezus. Op Maria-Lichtmis worden kaarsen gezegend en een processie met brandende kaarsen gehouden, voor aanvang van de mis. De katholieke en protestante kerk benadrukken dat het geen Mariafeest is, maar dat het op deze dag over Christus zelf gaat. Het is de opdracht/presentatie van de Heer in de tempel?.
Ik wil hierbij graag opmerken dat de vrouw in de christelijke traditie, een ondergeschikte rol heeft.
Van oorsprong is 2 februari een Keltisch feest met lente en vruchtbaarheid als centrale thema’s. Het nieuwe natuurjaar, de uitademing van de aarde begint weer. Hier start de groene vreugde van de aarde, elk jaar opnieuw!
In sprookjes wordt Moeder Aarde, de aardekracht en vruchtbaarheid, verbeeld door Vrouw Holle*.
Zij is de verbinding tussen aarde en hemel. Zij verschijnt in verschillende gedaanten aan de mensen. Zij heerst over dieren en natuurwezens. Waar haar voet de aarde raakt, wordt de akker gezegend met vruchtbaarheid. Waar zij uitrust, bloeien de mooiste bloemen. Zij behoedt de nog ongeboren zielen en begeleidt de overledenen vlak na de dood. Maria, de moeder van Jezus, is bij de christenen deze plaats gaan innemen. Maar de link met onze aarde heeft Maria niet. Je zou kunnen zeggen dat hierdoor de verbinding met Moeder Aarde uit onze westerse cultuur is verdwenen omdat deze nu eenmaal getekend is door de christelijke traditie.
Het behoeft geen betoog dat we de verbinding met de aarde kwijt zijn geraakt. We leven in een tijd waarbij we steeds verder van de natuur afstaan. We doen de aarde veel geweld aan. Dat heeft enorme gevolgen. Het klimaat verandert veel sneller dan we voor mogelijk hielden, de aarde raakt uitgeput, de noodklok wordt geluid.
Hier wordt op allerlei manieren aandacht voor gevraagd, vooral in negatieve zin. En we weten best dat er iets moet veranderen, maar echt verantwoordelijk voelen we ons niet. Laten we het eens op een andere manier proberen.
Voor werkelijke verandering is een diep besef nodig. Laten we dat wakker schudden door erop te vertrouwen dat het nog ergens rondwaart in ons celgeheugen!
Door ons in deze tijd van het jaar te verbinden met de ontluikende natuur, herinneren we ons de grootsheid, de immense waarde van Moeder Aarde. Moeder Aarde, Moeder Energie, Moeder Maria.
Ze hebben overeenkomstige eigenschappen. Reinigend, licht, zuiver, vruchtbaar, scheppend.
Bewustwording door het leven te vieren is een relatief onbekende, maar ik nodig je er graag toe uit!
Laten we het laatste feest van de Kersttijd, Maria-Lichtmis, verbinden met het eerste feest van Moeder Aarde. Betekenisvol vieren**, vreugdevol en dankbaar.
Daarmee brengen we hoe dan ook licht de wereld in, aansluitend op de gedachte van Maria-Lichtmis! We kunnen er warmte en troost aan ontlenen en het bovenal samen delen!

Door: Angela

Sanderijn schreef al een prachtig stuk over de betekenis van Maria-Lichtmis en hoe zij en haar gezin dit thuis vormgeven.
Hierin geeft ze aan dat het (vooral in Noord-Europa) traditie is om pannenkoeken te bakken tijdens Maria-Lichtmis. “Geen vrouwtje zo arm, of met Lichtmis maakt ze haar pannetje warm.”
Een eeuwenoud gezegde; een eeuwenoude traditie. Maar waarom?
Ik vond het een mooie uitdaging om op zoek te gaan naar de achtergrond hiervan. Tijdens deze zoektocht ben ik meerdere theorieën tegengekomen.
Na Sint-Maarten, Sinterklaas, advent, Kerst en Driekoningen hebben we veel kaarsstompjes over.
Deze restjes gebruiken we om nieuwe kaarsen te maken voor het laatste lichtjesfeest in een rij;
Maria-Lichtmis. Het idee is dat door het lengen der dagen, minder kaarsen nodig zijn. Zo werd dit ook gedaan met alle restjes bloem. Het was gebruikelijk om het overschot weg te werken, zodat er weer ruimte was voor de nieuwe oogst.
Een ander geluid is dat alle boter en eieren opgemaakt moesten worden, zodat het niet zou bederven.
Vanaf 2 februari wordt het immers warmer en er waren destijds nog geen koelkasten.
En weer een andere aanleiding; na Maria-Lichtmis volgt Aswoensdag, het begin van de 40 dagen durende vastentijd, die loopt tot en met paaszaterdag. Pas met Pasen worden weer eieren gegeten.
Daarom worden tijdens Maria-Lichtmis de laatste eieren gebruikt voor de pannenkoeken.
Maria-Lichtmis valt tegelijk met Imbolc. Imbolc is een lichtjesfeest met Keltische oorsprong. De Kelten vierden het lengen van de dagen, vruchtbaarheid en wedergeboorte; de lente. De lente waarin de zon in kracht toeneemt en de aarde weer zal verwarmen. De lente waarin nieuw leven ontwaakt. De Kelten bakten platte, ronde broden die symbool stonden voor de zon.
Zo zouden ook warme, ronde, goudgele pannenkoeken een verwijzing zijn naar de toenemende kracht, vorm en kleur van de zon.
Tegenwoordig leven we in een tijd van overvloed. Bloem is altijd voorradig en we kopen het wanneer we nodig hebben. Koelkasten houden gedurende het hele jaar onze eieren en boter koel en 40 dagen vasten tot paaszaterdag doen steeds minder mensen. Toch blijft het een mooie traditie om met Maria-Lichtmis pannenkoeken te eten. Al is het alleen al om de bewustwording dat het lichter en warmer wordt. Dat we de donkere dagen voelbaar achter ons kunnen laten en het licht – de warme, goudgele, ronde zon – meer gaan zien. Pannenkoeken eten is een mooi, jaarlijks terugkerende traditie om het voorjaar te vieren!
Zelf kiezen wij ervoor om een aantal elementen van Maria-Lichtmis samen te laten komen in een pannenkoekentaart. We stapelen pannenkoeken op een mooi bord, maken een gaatje voor een kaarsenhoudertje en steken daar een zelf getrokken kaarsje van stompjes in.

Verhalen:

Vrouw Holle- Grimm
De zoete Pap_ Grimm
De gouden sleutel-Grimm
De Pannenkoek en Nog een verhaal over de pannenkoek
Uit: Bakersprookjes
Van Beleven, org:
Waarom de sneeuw het sneeuwklokje geen kwaad doet
Van Babboes:
Het sneeuwklokje

Maria-Lichtmis

De driekoningenmaand januari brengt ons op 2 februari bij het feest van Maria- Lichtmis. Voor velen een onbekend feest, een feest dat de moeite van het vieren waard is, het feest van het steeds sterker wordende daglicht.
Het is het laatste lichtfeest, na een periode van tweemaal 40 dagen. Het Sint-Maarten-feest is het eerste lichtfeest op 11 november, 40 dagen vóór
Kerstmis. Maria Lichtmis vieren we 40 dagen ná Kerstmis.
Zo wordt de periode tussen 25 december en 6 januari ook wel ‘kleine kersttijd’ genoemd en de periode van twee maal 40 dagen ‘grote kersttijd’.
Moeder Aarde houdt in de midwintertijd haar adem in, om in de stilste concentratie de Christusgeboorte opnieuw te volbrengen, waardoor de natuur, tegen de zwaartekracht in, in haar opstanding omhooggestuwd kan worden in de zonnewarmte. Door de eeuwen (en culturen) heen hebben de mensen dit proces in een vrouwengestalte vereerd.
Het grondmotief van dit oeroude feest is het opdragen aan de schepping van het nieuwe licht door Moeder Aarde. Zelf gereinigd, doorlicht, is zij het beeld voor ons bezielde lichaam als drager van lichtende geesteskrachten, die wij de wereld willen schenken. Het gaat om ónze aarde, die ons voedt, die ons het leven schenkt, die ons behoedt en ons het levenspad geeft.
Deze dag eten we: Pannenkoeken! Het is een mooie traditie om met Maria-Lichtmis pannenkoeken te eten. Al is het alleen al om de bewustwording dat het lichter en warmer wordt. Dat we de donkere dagen voelbaar achter ons kunnen laten en het licht – de warme, goudgele, ronde zon – meer gaan zien.
Pannenkoeken eten is een mooi, jaarlijks terugkerende traditie om het voorjaar …

Op school

De restjes kaars van de afgelopen tijd zijn goed bewaard. In halve walnootdoppen maken we nu een klein kaarsje vast met behulp van een paar druppels kaarsvet of bijenwas. Of we smelten kleurige restjes kaars in een blikje, gieten de dop vol en zetten erna even stollen een klein lontje in. De notendopjes laten we drijven in een schaal met water in de
ochtendschemering van Maria-Lichtmis.

De Seizoenstafel

Op de Seizoenstafel kan Moeder Aarde met haar wortel- en bloemenkinderen de gang buiten nog eens zichtbaar maken. Een Moeder Aarde-figuur, uitgewerkt met sleutelbos en bril, of misschien wel heel figuratief door haar samen te stellen uit een mengeling van (gewikkelde) sprookjeswol.

Om het feest te kunnen “bevatten” zijn de volgende symbolische handelingen mogelijk
In een schaal met een laagje water (symbolisch voor de bron van alle groeikracht) worden kaarsrestjes opgebrand.
In de loop van de dag brengen we alle kaarsrestjes uit de donkere tijd naar buiten en laten ze daar opbranden in de donkere aarde.
Zo helpen we Moeder Aarde in haar oplichtende groeikracht omhoog.

Lied passend bij Maria-Lichtmis
Kom neem je lichtjes in de hand, kom naar buiten met je licht.
Nu de zon weer rijst en de dag weer lengt, krijgt natuur een nieuw gezicht.
In de herfst stak je je kaarsje aan in het donker van de knol.
Van harte door de kerst gesterkt, schijnt het nu zo liefdevol.
Kom water neem ons licht nu op, laat het schijnen in je stroom.
Laat het stralen saam met sterrenglans in de groei van elke knop.
Draag ons kleine licht als spiegelbeeld naar het grote licht omhoog,
dat zon en maan en hemelboog het beamen met hun schijn.
J.D. van Mansvelt

Zo vieren we Maria-Lichtmis bij ons op school, of kunnen we Maria-Lichtmis vieren. Daar worden de kaarsresten van de lichtfeesten verzameld en omgesmolten. Er zijn drijfkaarsjes in de klas. De kinderen brengen in de ochtend het kaarslicht naar buiten. Hierna worden de beelden en attributen van de wintertijd opgeruimd en begint de tijd van Moeder Aarde.
Pinterest↓

Maria-Lichtmis

We hebben net het driekoningenfeest met de
koningskleuren blauw, rood en groen achter de rug en
de tijd glijdt door naar het heldere blauw van Maria-Lichtmis op 2 februari. Met kinderen de feesten van
het jaar beleven is als het zien van de regenboog; de
ene kleur is nog niet vervaagd of de volgendeverschijnt. En zonder kinderen (of de kinderlijke blik) ervaren we de regenboog vaak niet eens, omdat we niet verder kijken dan de regen of het grijs van lucht en grond.
Ceremonies die diep in het verleden van de mensheid wortelen, bloeien op in het dagelijks leven van het gezin en de klas. Ze kunnen naast het feestelijke karakter, in vele woelige tijden een bron van genezing, bewustwording en spirituele groei zijn. Ze hoeven geen kerkelijk karakter of pragmatiek te hebben, want met een open blik zien we de regenboog beter.
Maria-Lichtmis valt 40 dagen na Kerstmis. Officieel herdenken we dan het feit dat Jezus, zoals elk joods jongetje, in de tempel werd opgedragen aan God. Zijn moeder, Maria, bracht daarbij een zuiveringsoffer -alle jonge moeders waren dat verplicht- en ook dat herdenken we op deze dag. Bijzonder was, dat Jezus bij deze gebeurtenis door de oude Simeon en Hanna herkend wordt als de Christus. De overlevering wil dat Simeon Jezus in zijn armen nam en daarbij door licht omstraald werd. De naam “Lichtmis” komt van een heel oud gebruik. Families lieten op 2 februari hun kaarsen wijden, die zij daarna een heel jaar lang zouden gebruiken. Ook hield men een kaarsenprocessie vóór de mis. Tijdens de mis bleven dan de kaarsen branden, zodat je echt van een “Lichtmis” kon spreken. Bij het Maria-Lichtmisfeest enerzijds gaat het om de afsluiting van de grote kersttijd op 2 februari en anderzijds om onze levende aardemoeder, die vervuld en gereinigd opnieuw haar lichtkracht opdraagt aan de schepping: zelf gereinigd, doorlicht, is zij het beeld voor ons bezielde lichaam als drager van lichtende geesteskrachten, die wij de wereld willen schenken. Het gaat om ónze aarde, die ons voedt, die ons
het leven schenkt, die ons behoedt en ons het levenspad geeft Maria-Lichtmis ook het feest van het steeds sterker wordende daglicht. In de natuur verandert in de zes weken na kerst de kleur van de hemel. De zon krijgt meer kracht en daardoor wordt de hemelkleur februariblauw; de symbolische kleur van de mantel van Maria. Het is een heldere hemel, zowel overdag als ’s nachts de moeite van het bekijken waard. Die helderheid komt doordat er o.a. nog geen pollen en zaden in de lucht hangen. Die helderheid in de lucht kan aan ons mensen een helderheid van geest geven. Die helderheid van geest is belangrijk, omdat we deze periode bezig zijn met plannen maken; er wordt gezaaid voor de toekomst. Op school: De restjes kaars van de afgelopen tijd zijn goed bewaard. In halve walnootdoppen maken we nu een klein kaarsje vast met behulp van een paar druppels kaarsvet of bijenwas. Of we smelten kleurige restjes kaars in een blikje, gieten de dop vol en zetten erna even stollen een klein lontje in. De notendopjes laten we drijven in een schaal met water in de ochtendschemering van Maria-Lichtmis.
Ideeën om thuis te vieren: Het naar buiten brengen van alle omgesmolten kaarsresten uit de donkere tijd. Het ontbijt zonder kunstlicht met een schaal drijfkaarsjes op tafel onder een hazelaar of berkentak. Het stromende water waaraan we brandende lichtjes meegeven. In de dagen voor 2 februari kun je zelf sterren-drijfkaarsjes maken met behulp van een metalen ster-koekvormpje met een doorsnede van een waxinelichtje. Leg het waxinelichtje bij de verwarming of héél even in de oven, zodat het vormpje makkelijk doorgedrukt kan worden. De dag voor 2 februari verzamelen we alles wat in de loop van de winter van buiten naar binnen kwam, eventueel met een paar nieuwe primulaplantjes, om het de volgende ochtend vroeg naar buiten te brengen. Binnen kunnen we het uitlopen van een hyacintenbol op een glas water volgen of een boon zien ontkiemen, of het kapje van een winterwortel zien uitlopen op een schoteltje water.
[Uit: vrijeschoolbeweging]

Bijpassend versje:
Klif klaf klif klaf                                       
klif klaf klooi
Kijk! Daar heb je vrouwtje Dooi
Ze veegt eens hier, ze veegt eens daar
Zij veegt alles bij elkaar

Als afsluiting [met gekeurde letters] ingezet bij onderstaand ochtendspel.

Een liedje voor Maria-Lichtmis  (2 februari)
De kinderen liepen zingend in een stoet met hun lichtjes naar buiten, daar worden de lichtjes op de aarde geplaatst.

.

Maria-Lichtmis: alle artikelen

Jaarfeesten: alle artikelen

Vrijeschool in beeld: jaarfeesten

.

2699-2529

.

.

.

.

VRIJESCHOOL – Jaarfeesten – Maria-Lichtmis (4)

.

Maria-Lichtmis
.

Maria-Lichtmis – het feest waarmee we de Grote Advent, ook wel de lichtjesfeesten, afsluiten.
De benaming is afkomstig uit de Katholieke kerk, bij deze mis hield iedere kerkganger een kaars vast. De gehele mis is gewijd aan Maria. Maria-Lichtmis is het feest van Moeder Aarde. Ze geeft vruchtbaarheid, verzorging, omhulling, draagkracht, warmte. In alle culturen werd de aardegodin aanbeden. De grote moeder Freya bij de Germanen, Demeter bij de Grieken, Ceres bij de Romeinen. Zoals alle feesten heeft ook dit feest een voor-christelijke oorsprong. In dit feest vallen Moeder Aarde en Maria samen.                                                                  

Zes weken voor kerstmis zijn we met een klein lichtje begonnen op 11 november. De warmte van de zomerzon was bewaard in de donkere aardeknol. Het was een herinnering aan de zon en tegelijk een verwachting van het licht dat komt. De kerstnacht bracht het eerste nieuwe sterrenlicht. En op driekoningen waren de dertien sterrennachten voorbij. Nu is de sterrenkracht de aarde ingetrokken. Moeder Aarde heeft het in zich opgenomen. De grond draagt het hemellicht en brengt straks nieuwe vruchten voort. De aarde gaat nu laten zien wat de hemel heeft geschonken.

De dagen worden langer, we hebben geen kaarslicht meer nodig. De kaarsrestjes en stompjes die we de afgelopen tijd hebben opgespaard worden in de aarde tussen de plantjes gezet en opgebrand.
We smelten bijenwas in halve walnootdoppen met een lontje en laten die brandend drijven in een schaal met water. Zolang de kaarsjes branden zingen we liedjes die we gezongen hebben tijdens de gehele lichtperiode, dus van Sint-Maarten tot nu.

Op school wordt dit feest voornamelijk door de kleuterklassen gevierd. De kaarsjes worden aangestoken en het licht wordt naar de aarde buiten gebracht. De kinderen zingen samen en zo wordt de Grote Advent afgesloten.

Het is een feest dat klein gevierd wordt. In de avond kun je thuis ook de laatste kaars stompjes branden, de liedjes zingen en samen een lekkere pannenkoek eten.

Bron: Vrijeschool Amersfoort

.

Maria-Lichtmis: alle artikelen

Jaarfeestenalle artikelen

VRIJESCHOOL in beeldalle jaarfeesten

.

2449-2298

.

.

.