.
Toen ik als kind naar de kleuterschool ging – die heette kort daarvoor nog ‘bewaarschool’ – deed de juffrouw met ons af en toe een kringspel. Ook op de basisschool in de 1e klas – die heette toen nog ‘lagere school’ en ‘groepen’ waren ‘klassen’ – gebeurde dat ook nog wel als het (hard) regende en we niet naar buiten konden in de pauze. Dan deden juffen en meesters ze wel met ons in de hal.
Zo herinner ik me nog ‘Witte zwanen, zwarte zwanen’.
In haar ‘Verborgen wijsheid van oude rijmen‘ besteedt Mellie Uyldert er ook aandacht aan en ze rangschikt het spel onder ‘Spelen van de dood en de andere wereld’.
Bij haar heet het:
KROENE KRANEN, WITTE ZWANEN
.
Twee kinderen staan tegenover elkaar en vormen met hun omhoog gehouden armen, elkaars handen vasthoudend, een poortje. De kinderen lopen achter elkaar en gaan een voor een door het poortje. Ze maken een cirkel en als het laatste kind erdoor is, is het eerste er weer aangekomen en gaat er opnieuw door.
Tijdens het lopen zingen ze het lied:
Kroene kranen, witte zwanen,
wie gaat er mee naar engel-land varen?
Engel-land is gesloten,
de sleutel is gebroken,
en is er dan geen smid in ’t land,
die de sleutel maken kan?
Laat doren, laat doren,
van achteren en van vo—ren!
Ik dacht – al wist ik toen nog niets van aardrijkskunde – dat het om Engeland ging, daar had ik weleens over gehoord.
Als je meer informatie zoekt over het liedje, zie je meestal ‘Engeland’, maar er is ook een artikel met achtergronden waar engelland staat.
En wij zongen over een ‘timmerman’.
Als de laatste kinderen door het poortje moeten, is het liedje ongeveer bij vo—-ren en dan moeten ze zich haasten, want de poort kan ineens de armen laten zakken en een kind vangen. Dan vraagt de poort aan het kind fluisterend om te kiezen tussen een appel of een peer o.i.d. van goud of zilver. Het ene poortkind is ‘is’ goud, het andere zilver. Valt de keus op zilver, dan sluit het gevangen kind daarachter aan.
Dan gaat het spel verder tot alle kinderen of achter goud of achter zilver staan.
Dan wordt er een streep tussen de rijen getrokken. De voorste kinderen ( de poort) houden elkaars handen nu stevig beet, de anderen kinderen pakken elkaar om het middel en nu volgt een trekstrijd wie al eerste iemand over de streep trekt.
Die rij is winnaar en heeft de anderen) verlost.
Uyldert: Het staat vrijwel vast, dat de keuze tussen een gouden en zilveren voorwerp oorspronkelijk de betekenis had van een keuze tussen zon en maan, tussen dag en nacht, tussen het licht en de duisternis en uiteindelijk tussen engelen en duivels.
De kinderen die samen de poort vormden, houden nu nog hun handen laag.
Wij speelden het zo, dat wie gewonnen had, mochten een voor een op die armen liggen en worden heen en weer gewiegd. De klas zingt: ‘De engelen moeten zweven’. Daarna komen de verliezers tussen de laag gehouden armen en worden heen en weer geschud. De kinderen zingen: ‘De duivels worden geslagen’. Daarbij kregen ze van de poortkinderen wel wat duwen.
De engelen vormen dan nog een dubbele rij waar de duivels doorheen lopen.
Uyldert weet dat hier en daar het spel eindigde met 2 rondedansen.
Verklaring
Uyldert ziet in de kinderspel een spel van dood, hemel en hel.
Vroeger of later moet iedereen door de poort van de dood. De keus appel/peer, goud, zilver, die de doodsengelen hem stellen, heeft hij eigenlijk al door zijn leven op aarde bepaald: zijn houding en daden worden gewogen en beslissen voor hem tot hemel of hel.
Nu is het dus nog mogelijk dat de engelen in staat zijn de zielen uit de hel te redden. En als de andere partij wint? Zijn de hemelbewoners dan wellicht schijnvromen gebleken die achteraf beschouwd toch de hel verdienen?
Uyldert ziet dit als een christelijke verklaring, maar zij denkt dat het spel veel ouder is.
Wie zijn de ‘koene kranen’, (verbasterd: groene). Het gaat om kraanvogels, die regelmatig op hun trek het oostelijk deel van ons land aandoen, evenals de wilde witte zwanen!
In verhalen oud oudere tijden komen we vogels regelmatig tegen; kennelijk spraken zij de ziel van de mens aan. Opvallend is hun begeleiden van de mensenziel van de ene sfeer of toestand naar een volgende. Dat is de diepere achtergrond van de ooievaar als ‘geboortevogel’. Het witte vogeltje en de eend in het sprookje van Hans en Grietje die daarmee én bij de heks komen, (stiefmoeder aarde) en weer thuis, in het vaderhuis. De zwaan zien we bij Lohengrin die hem bij zijn aardse opdracht brengt en later leidt ze hem weer verder; de hamsa in de indische mythe en de eend die Goudkindje met één kousje aan (dus als hemel-kind) naar de aardse weide brengt. Vogelgestalten, die, toen de blik der mensen voor etherische gestalten verduisterde naarmate het verstandelijk en abstract denken toenam, de plaats innamen van de eens aanschouwde engelgestalten en van de beelden der drie nornen, die de drie verblijven der mensen beheersten.
De geleidevogels, als koene of witte zwanen vormen de poort, zoals bv. Anne en Holda. Door die poort gaan we allemaal, net als de meisjes in het sprookje van Vrouw Holle. Bij Vrouw Holle dienen ze hun louteringstijd uit – maar hoe!
Op de een daalde een goudregen neer: zij kwam in haar nieuwe aardeleven begaafd met veel verworvenheden, de ander moest onder een pekregen doorgaan en ’het zwart ging er nóóit meer af!’ – haar zonden belastten haar in haar nieuwe leven met vele zichzelf berokkende gebreken! De poort kan dus zowel gezien worden als de poort des doods als de poort naar een nieuwe incarnatie op aarde.
Bij Uyldert kan de poort ook uit twee Nornen bestaan.
Bij Steiner komen we veelvuldig tegen dat de mens van nu – in het bewustzijnszielentijdperk – niet meer vanzelfsprekend het vermogen heeft om bovenzintuiglijk te kunnen waarnemen: het kunnen schouwen in een geestelijke wereld.
Is dat het heimwee naar ‘engelen-land’? Naar de fase, waarin men de engelen nog zien kon, naar het geluk van de kleuterjaren, en naar het voorgeboortelijk paradijs! Het engelen-land is gesloten en de sleutel is gebroken. De smid, die de sleutel maken kan, is degene, die het heimwee kan oproepen, dat slaapt onder het rationalisme (dat dit spel eens verklaarde als een aardigheid naar aanleiding van Napoleons Continentaal Stelsel, waardoor Engeland werd afgesloten van de handel met het vasteland!)
Wie de wilde zwanen over de eenzame heide ziet vliegen, bedenke dat het land der engelen niet ver achter die horizon ligt en niet in een versluierd verleden – maar achter de horizon van ons afgesloten bewustzijn! Wie het beperkende rationalisme verlaten wil, wordt door een zwaan afgehaald en over de stroom der vergetelheid heen gevoerd naar het rijk dat de ziel zichzelf had verboden: het onbewuste land, dat door beelden bewoond wordt en niet door begrippen! Het verlangen zelf is de zwaan, die het engelen-land voor ons ontsluit met de sleutel der stilte. Daar zien wij, dat de engelen nooit weg geweest zijn, en nog altijd met de kinderen spelen in ’t zand.
In Engel-land, daar stuift het zand,
daar luiden de klokjes van boem!
.
Op Wikipedia
Spel: alle artikelen
Peuters/kleuters: alle artikelen
Vrijeschool in beeld: kleuters: alle beelden
.
3414-3212
.
.
.
.