.
Wellicht doet de uitdrukking ‘handvaardigheid’ wat ouderwets aan, zoals bv. ook ‘nuttige’ handwerken – het vak handwerken werd ooit zo genoemd – maar wat Steiner erover zegt, valt voor mij weer binnen de categorie ‘100 jaar oud, maar niet van gisteren’.
Net zoals zijn ‘wegwijzers‘.
In de neuro-wetenschap wordt het steeds duidelijker hoe en welke bewegingen van invloed zijn op de vorming van de hersenen, in het vormen van alle mogelijke verbindingen die (o.a.) het denken ten goede komen.
En dat beweerde Steiner al in de jaren rond de oprichting van de 1e vrijeschool in 1919.
Het ging hem om ‘menskunde’ en wat de leerkracht daarmee kan en moet! om leerstof hulp te laten zijn als ontwikkelingsstof.
Maar dat niet alleen!
In verschillende voordrachten – niet in alle – over handvaardigheid probeert Steiner ook een gevoel op te roepen voor wat ‘kunstzinnige vorm’ is, of zou kunnen/moeten zijn.
Als leerkracht kunnen we met zijn aanwijzingen ons gevoel daarvoor ontwikkelen.
M.i. ligt er wel een gevaar op de loer, n.l. dat je hierin te star of te dogmatisch kan worden. Het is ook manoeuvreren tussen ‘kunst en kitsch’.
GA 294
In voordracht 2 spreekt Steiner over het verschil tussen schilderen en tekenen. Die passage staat hier.
Nadat dit verschil verklaard is, zegt hij:
Voordracht 2, Stuttgart 22 augustus 1919
Blz. 41/42 vert.
So werden Sie allmählich darauf kommen, daß die Form der Natur wirklich aus der Farbe heraus entsteht, daß daher das Zeichnen ein Abstrahierendes ist. Von solchen Dingen sollte man eine gute Vorstellung, eine gute Empfindung schon in dem heranwachsenden Kinde erzeugen, weil dies sein ganzes Seelen wesen belebt und in ein richtiges Verhältnis zur Außenwelt bringt. Daran krankt ja unsere Kultur, daß wir kein richtiges Verhältnis zur Außenwelt haben. Man braucht dabei durchaus nicht, ich möchte sagen, unterrichtend selbst wiederum einseitig zu werden. Es würde zum Beispiel ganz gut sein, wenn wir nach und nach die Möglichkeit entwickeln könnten, von dem bloßen abstrakt Künstlerischen, das der Mensch aus seiner Lust am Schönen hervorbringt, überzugehen zu dem konkret Künstlerischen, zu dem Kunstgewerblichen, denn gar sehr bedarf die Menschheit heute des Hineinstellens eines wirklich Kunstgewerblichen in das allgemeine Kulturdasein.
Zo zult u gaandeweg ontdekken dat de vorm van de natuur werkelijk ontstaat uit de kleur en dat tekenen daarom iets abstraherends is. Voor zulke dingen zou u al bij het opgroeiende kind een goede voorstelling, een gevoel moeten aankweken, omdat dit zijn hele zielenwezen tot leven wekt en in een echte relatie tot de buitenwereld brengt. De ziekte van onze cultuur is immers dat we geen werkelijke relatie tot de buitenwereld hebben. Daarbij hoeven we beslist niet, laat ik zeggen, in ons onderwijs zelf weer eenzijdig te worden. Het zou bijvoorbeeld heel goed zijn als we op termijn de mogelijkheid konden ontwikkelen om van het louter abstract kunstzinnige, wat de mens voortbrengt vanuit zijn verlangen naar schoonheid, over te gaan naar het concreet kunstzinnige, de kunstnijverheid. Want de mensheid heeft het tegenwoordig werkelijk hard nodig dat echte kunstnijverheid een plaats krijgt in het culturele leven.
Wir haben es doch tatsächlich im Laufe des 19. Jahrhunderts dahin gebracht, daß wir unsere Möbel für das Auge machen, zum Beispiel einen Stuhl für das Auge machen, während er den Charakter an sich tragen sollte, daß man ihn fühlt, wenn man darauf sitzt. Darnach soll er gestaltet sein. Man soll den Stuhl erfühlen, er soll nicht bloß schön sein, er soll den Charakter an sich tragen, daß ein Mensch darauf sitzen könne. Das ganze Zusammenwachsen des Gefühlssinnes mit dem Stuhl und sogar des geformten Gefühlssinnes – durch die Art, wie Armlehnen am Stuhle sind und so weiter, indem der Mensch seine Stütze an dem Stuhl sucht -, sollte an dem Stuhl zum Ausdruck kommen. Würde man daher Handfertigkeitsunterricht mit entschieden kunstgewerblichen Absichten in das Schulwesen einführen können, so würde man damit der Kultur einen großen Dienst erweisen.
We zijn in de loop van de negentiende eeuw waarachtig zover gekomen dat we onze meubels voor het oog maken, bijvoorbeeld een stoel voor de sier maken, terwijl een stoel het karakter moet hebben dat je hem voelt als je erop zit. Daar moet hij naar gemaakt zijn.* Je moet voelen hoe een stoel zit, hij moet niet alleen mooi zijn, hij moet het karakter hebben dat je erop kunt gaan zitten. Hoe nauw de tastzin met de stoel verweven is of zelfs het ontwikkelde vormgevoel – door de manier waarop bijvoorbeeld de armleuningen aan de stoel zitten – omdat een mens nu eenmaal steun zoekt bij een stoel, dat zou in een stoel tot uiting moeten komen.
Als we dus handvaardigheidsonderwijs zouden kunnen invoeren dat expliciet ook op kunstnijverheid is gericht, dan zouden we daarmee de cultuur een grote dienst bewijzen.
GA 294/41-42
Vertaald/52
(Deze aantekening staat niet in de Duitse uitgave):
*Daar moet hij naar gemaakt zijn: Steiners ideeën en ook ontwerpen voor meubels e.d. zijn gedocumenteerd in Reinhold J. Fäth, Rudolf Steiner Design. Spiritueller Funktionalismus, Dornach 2005.

Enerzijds voldoet m.i. deze stoel aan de criteria die Steiner hierboven stelt; anderzijds heb je ook te maken met wat bij jou past, wat je om je heen wil hebben en dat is altijd persoonlijk.
Op deze site zie je voorbeelden van voorwerpen die ontstaan zijn n.a.v. Steiners opmerkingen.
Vakkenintegratie
Toen ik de onderwijzersopleiding deed (60-er jaren vorige eeuw), werd er in de toen moderne didactiek gesproken over het belang van ‘vakkenintegratie’.
Als Steiner de eerste lerarencursus geeft (1919) uit hij zich enthousiast over ‘het samengaan’ van vakken:
Voordracht 11, Stuttgart 2 september 1919
Blz. 158 vert, 152
Was kann alles in der Geographie zusammenfließen! Zum Schlüsse wird sich sogar ein wunderbares Ineinandergestalten zwischen Geographie und Geschichte ermöglichen lassen. Dann werden Sie, wenn Sie so in den Geographieunterricht manches hineingetragen haben, auch wiederum manches aus ihm herausholen können. Da wird natürlich an Ihre Phantasie, an Ihre Erfindungsgabe einige Anforderung gestellt. Wenn Sie dem Kinde erzählen, da oder dort wird dieses oder jenes gemacht, zum Beispiel: die Japaner machen ihre Bilder so und so, dann versuchen Sie gerade das Kind anzuhalten, so etwas auch in seiner einfachen, primitiven Weise zu machen.
U ziet dat we in de aardrijkskundelessen buitengewoon veel moeten onderbrengen, wil aardrijkskunde inderdaad een soort samenbundeling zijn van alle andere vakken. Wat kan er niet allemaal in aardrijkskunde samenstromen! Uiteindelijk is het ook nog mogelijk om aardrijkskunde en geschiedenis prachtig met elkaar te verweven. Zo kunt u veel dingen in aardrijkskunde een plaats geven, en aan de andere kant kunt u er ook weer veel uithalen. Dat vraagt natuurlijk wel het een en ander van uw fantasie, van uw creat iv iteit. Als u de leerlingen over dingen vertelt die elders gedaan worden, bijvoorbeeld dat de Japanners een bepaald soort tekeningen maken, dan probeert u de leerlingen ook zoiets te laten maken – natuurlijk op een eenvoudige, primitieve manier.
Versäumen Sie es schon am Anfang nicht, indem Sie dem Kinde den Zusammenhang zwischen dem Ackerbau und dem menschlichen Leben beibringen, dem Kinde eine deutliche Vorstellung von dem Pflug, von der Egge und so weiter im Zusammenhang mit den geographischen Vorstellungen zu geben. Und einiges davon versuchen Sie namentlich von dem Kinde nachahmen zu lassen, wenn auch als kleines Spiel- oder Kunstwerk. Dadurch wird das Kind geschickt, und dadurch wird das Kind geeignet gemacht, sich später in richtiger Weise ins Leben hineinzustellen. Und wenn man gar könnte kleine Pflüge machen und die Kinder im Schulgarten ackern lassen, wenn man sie könnte mit kleinen Sicheln mähen lassen oder mit kleinen Sensen schneiden lassen, so würde man eine gute Verbindung zum Leben herstellen. Denn wichtiger als die Geschicklichkeit, ist die seelische Verbindung zwischen dem Leben des Kindes und dem Leben in der Welt.
Denn es ist tatsächlich so: ein Kind, das mit der Sichel Gras abgeschnitten, mit der Sense Gras abgemäht hat, das mit einem kleinen Pflug
Furchen gezogen hat, wird ein anderer Mensch als ein Kind, weiches
das nicht getan hat. Das Seelische wird dadurch einfach etwas anderes.
U moet ook niet vergeten om de kinderen meteen, zodra u de samenhang tussen de akkerbouw en het menselijk leven behandelt, een duidelijk beeld te geven van een ploeg, een eg enzovoort in relatie tot de
geografische leerstof. En probeert u de leerlingen een paar van die dingen te laten namaken, al is het in de vorm van een stukje speelgoed of een kunstwerkje. Daardoor wordt een kind handig, en daardoor wordt het toegerust om later goed met het praktische leven mee te kunnen. En als het dan ook nog mogelijk zou zijn om kleine ploegen te maken en met de kinderen in de schooltuin te ploegen of ze te laten maaien met kleine sikkels of zeisen, dan zouden we helemaal een goede verbinding met het praktische leven realiseren. Want belangrijker dan handigheid is het ontstaan van een innerlijke verbinding tussen het leven van het kind en het leven in de wereld. Want het is werkelijk een feit: een kind dat met een sikkel of een zeis gras heeft gemaaid, dat met een kleine ploeg voren heeft getrokken, dat wordt een ander mens dan een kind dat dat niet heeft gedaan. Het zielenleven ontwikkelt zich daardoor eenvoudigweg anders.
Hoewel er eigenlijk niet meer met een sikkel of een zeis wordt gemaaid, de ploeg eren enorme technische ontwikkeling heeft doorgemaakt, is het toch goed op met de kinderen terug te gaan naar deze ‘oerbewegingen’ die alle ten grondslag liggen aan wat er nu aan techniek bestaat.
Zie: [ 6 ] ‘hand’elingen over: de menselijke hand; samenhang van hand en andere lichaamsdelen met het ontstaan van gereedschappen
de hand en gereedschappen
[7 ] over het ‘waarom’
[8 ] over de ploeg: ontstaan, gebruik
Der abstrakte Handfertigkeitsunterricht kann das eigentlich nicht ersetzen. Und das Stäbchenlegen und Papierflechten, das sollte tunlichst
vermieden werden, weil es eher abbringt davon, den Menschen ins
Leben hineinzustellen, als daß es diese Hineinstellung ins Leben fördert.
Viel besser ist es, wenn Sie das Kind dazu anhalten, Dinge zu tun, die
wirklich im Leben geschehen, als wenn Sie Dinge erfinden, die nicht
im Leben geschehen
Abstracte handvaardigheidslessen kunnen dat eigenlijk niet vervangen. En figuurtjes leggen of matjes vlechten, dat moeten we absoluut vermijden, omdat het eerder verhindert dat een mens in het volle leven komt te staan dan dat het dat bevordert. Het is veel beter om de kinderen dingen te laten doen die werkelijk in het gewone leven gebeuren, dan dingen te verzinnen die niet in werkelijkheid gebeuren.
GA 294/157-158
Vertaald/152-`153
.
Rudolf Steiner over handvaardigheid
Handvaardigheid: alle artikelen
Menskunde en pedagogie: [5] Intelligentie (hand en intelligentie)
Vrijeschool in beeld: alle beelden
.
3092-2906
.
.
.
.
.