Tagarchief: Emille van Opstall

VRIJESCHOOL – Opspattend grind (95)

.

“Op ooghoogte”

zo heet een boek van Emille van Opstall.
Kinderen hebben haar aan het denken gezet over grote filosofische vragen.
Op ‘ooghoogte’ zie je kinderen van 4 tot 11 jaar. 

Ze is classica en vindt het belangrijk dat volwassenen leren om-denken.
Anders denken, ont-denken, zoals ze het noemt.

De interviewer die haar vragen stelt, zegt op zeker ogenblik:

Uw stijl is rustig, zonder oneliners, voorzichtig, met ‘wellicht’, en ‘misschien’ en ‘zou kunnen’. Maar tussen de regels gloeit het vuur van ‘het móet anders!’.

De schrijfster: “Daar hebt u wel gelijk in. Het moet opgeschud worden. Zonder al te stellig te zijn wil ik mensen aan het denken zetten.”

Dat doet Van Opstall door haar specialisme in te zetten: ze is expert in de vertelkunst* in de Oudheid en de Middeleeuwen. Die kunst beoefent ze in Op ooghoogte ook voor de moderne lezer. Door het ophalen van smakelijke verhalen, zoals over Daphnis en Chloë die van een rijpere vrouw liefdesinstructies krijgen. En vaak vragenderwijs.

*vet en blauw van mij, phaw

‘Willen we dat verhalen een voorbeeld geven van een ideale wereld, waarin conflict en onrechtvaardigheid niet bestaan? Of moeten verhalen voorbereiden op een confrontatie met de duistere kanten van de werkelijkheid en van onszelf?’

In haar boek geeft Van Opstall zelf antwoord, want ze vertelt graag sprookjes.

Daarin gaat het er soms ruig aan toe. “Mag dat wel bij de kinderen van nu, met hun tere ziel?

“Zeker.”

‘Maria Montessori, voor wie u sympathie hebt, was faliekant tegen sprookjes.’

“Ja, wat een afknapper. Met al haar mooie ideeën… Ze wilde dat kinderen ervaring opdeden met de echte wereld. Ik heb me laten meeslepen door haar experimenten op scholen, bewonderde haar. Maar als je het beste uit kinderen wilt halen, hoe kun je dan de verbeelding en de fantasie overslaan? Dat is juist de sprankelendste manier om de wereld te ontdekken. Verbijsterend dat Montessori tegen was. Ze vond sprookjes niet geworteld in de werkelijkheid. Was ze bang voor de kracht van de verbeelding?”

Van Opstall is zelf overtuigd van die kracht. De kinderblik, schrijft ze ergens, kan ‘het huis van onze gedachten met al zijn aanbouwen omver werpen, al is het maar voor even’.

U woont in het gedachtenhuis dat wetenschap heet. Is dat wel fijn wonen?’

“Ha ha, nee, ik pas er niet meer helemaal in. De universiteit werkt als een machine, waar de intellectuele nieuwsgierigheid het verliest van de ingetreden marktwerking, waar je beurzen moet binnenhalen. Productie. Output.”

U nodigt de lezer uit om losser te kijken, meerdere perspectieven in te nemen en zo iets vastgeroests los te wrikken. Hebt u zichzelf door het schrijven van dit boek losgewrikt?

“Ik denk het wel, ja. Dat deel van mezelf, dat een breder publiek wil bereiken, buiten het kleine kringetje in academia, ontpopt zich met dit boek. Dat is mijn missie. Dat andere deel, dat met collega’s uit de hele wereld samenwerkt en onderzoek doet, voelt zich er wel uitstekend thuis.”

Interview in Trouw op 02-09-2023

Op ooghoogte

Opspattend grind: alle artikelen

Sprookjes: alle artikelen

Vertelstof: alle artikelen

Vrijeschool in beeld: alle beelden

.

3132-2945

.

.

.