Tagarchief: coronavirus

VRIJESCHOOL – Sociale driegeleding (4-8)

.

Het is al weer enkele jaren dat we als mensheid te maken kregen met een pandemie door het zgn. coronavirus.
Er werd veel over gesproken, geschreven, gediscussieerd. 
Als je ergens middenin zit, is het moeilijk afstand te nemen.

In 2020 schreef John Hogervorst er in Driegonaal ook een artikel over aan de hand van gezichtspunten van Steiner. Als een overkoepelende gedacht!

John Hogervorst, Driegonaal, maart 2020

Een ongenode gast


Gedachten bij het coronavirus

In deze dagen, [2020]waarin de ontwikkelingen rondom het coronavirus alle aandacht vragen, is het moeilijk om níet stil te staan bij dit virus en zijn wereldwijde gevolgen.

Op 7 april 1920 hield Rudolf Steiner een voordracht met als titel ‘Hygiëne als sociaal vraagstuk’.1) Een mogelijk verbazing wekkende titel. Hoe zou hygiëne een sociaal vraagstuk kunnen zijn? Dat is daar waar het individuele raakt aan het algemene.

Rudolf Steiner: “Dit gebrek aan sociale zienswijze merkt men het duidelijkst wanneer men zijn aandacht op één bepaald gebied richt, bijvoorbeeld op het gebied van de hygiëne, dat misschien nog meer dan andere, zich leent om aan een sociale beschouwing onderworpen te worden, namelijk voor zover hygiëne een openbare aangelegenheid is, die niet de enkele mens, maar de gehele mensengemeenschap aangaat.”

Dat laatste is momenteel onmiskenbaar het geval, zodat naast een medische benadering van het coronavirus (die u op deze plaats niet zal aantreffen) een ‘sociale beschouwing’ relevant kan zijn.

Een beperkt zicht op de werkelijkheid

Het eerste deel van deze voordracht is gewijd aan het materialisme: aan de materialistische beschouwing van de wereld, en voor wie dit ver weg klinkt: ook aan het materialisme in ons eigen denken en bewustzijn. Hier ligt al direct een raakvlak met de huidige situatie.
Bijvoorbeeld: in de media zien we een reeks van deskundigen langs trekken: virologen, specialisten, epidemiologen, onderzoekers in allerlei specifieke vakgebieden die hun licht op het coronavirus laten schijnen. Zij praten ons bij over de verspreiding van het virus, de aard en werking ervan, over de oorsprong, preventie en bestrijding. – 

In zijn voordracht karakteriseert Rudolf Steiner het materialisme, en, heel verhelderend, zegt daar onder meer dat niet wat, maar hoe een mens denkt, aangeeft of hij (al dan niet bewust) een materialistische denkwijze heeft. Dat betekent bijvoorbeeld dat een mens oprecht overtuigd kan zijn van het bestaan van de menselijke ziel en de menselijke geest, maar desondanks, door hoe hij denkt, tóch materialistisch denkt.
Vervolgens geeft Rudolf Steiner een betekenisvolle illustratie van de beperktheid van elke materialistische benadering. Stel je voor, zegt hij, dat je een mens helemaal bedekt, zodanig dat je alleen nog de vingers van één hand van die mens ziet. En stel je voor dat je die vingers met alle mogelijke middelen en technieken onderzoekt. Dan is alles wat je zo te weten komt uiteindelijk van zeer beperkte betekenis: met alles dat je nu van de vingers weet, weet je niets over de gehele mens, niets over het organisme waarvan de vingers deel zijn, ben je niets wijzer over wat de mens is.
Om iets zinnigs te leren over en van het coronavirus, zouden we veel verder moeten kijken dan naar het virus zelf. Alle specifieke invalshoeken van waaruit de deskundigen ons over het virus informeren, zijn te vergelijken met een grootschalig maar minutieus onderzoek van ‘de hand’. Het coronavirus, deze ongenode gast, nodigt ons dus uit tot een verruiming van onze blik – feitelijk tot een verandering van ons denken, ons mens- en wereldbeeld, en daarmee ook van ons handelen in de ruimste zin. Dat begint met het inzicht dat we het virus niet geïsoleerd, als op zichzelf staand verschijnsel moeten onderzoeken, maar als deel van een groter geheel.

Vragen naar het grotere geheel

Dat grotere geheel kunnen we exploreren aan de hand van vragen, bijvoorbeeld:
– Ligt de oorsprong van het virus inderdaad, zoals ons gezegd wordt, op de markten in China waar een bonte stoet van dieren, al dan niet levend, verkocht wordt? Als dat zo is, wat betekent het dan dat er in de dierenwereld een dergelijk virus ontstaat, en hoe ontstaat het daar dan? Zegt dit iets, en zo ja wat, over de ‘gezondheid’ van het ecosysteem waarin deze dieren leven – en dat ook gewoon óns ecosysteem is? Ligt er een verband tussen menselijk handelen, dit ecosysteem en het ontstaan van dit virus? Als ja, wat zou daaruit moeten volgen?
– Waarom heeft dit virus potentieel zulke gevaarlijke gevolgen voor de mens?2) En wat zegt dit over de conditie van het menselijk immuunsysteem? Een gezond immuunsysteem ‘kan heel wat hebben’ – en overwint in de loop van een mensenleven menig virus. Staat ons immuunsysteem mogelijk onder druk, en wordt het verzwakt door andere factoren? Uit wetenschappelijk onderzoek is (al lang) bekend dat het immuunsysteem van mensen die veel aan stress bloot staan, of die last hebben van depressieve gevoelens, verzwakt. Ook is bekend dat het immuunsysteem zich ‘oefent en sterkt’ wanneer wij tijdens het opgroeien met van alles in aanraking komen: met van alles dat er in de natuur is, met vuil en allerlei ‘stofjes’, met kinderziekten, met infecties. Welk effect hebben allerlei vaccinaties op de gezondheid van ons afweersysteem? Wat is het effect van allerlei vormen van straling die ons tegenwoordig dag en nacht omgeeft? Is er een relatie tussen ons immuunsysteem en de kwaliteit van industrieel vervaardigde voedingsmiddelen?
Ja, we zouden er heel veel aan kunnen hebben wanneer wij het coronavirus als deel van een groot geheel zouden opvatten.
Daarmee is nog lang niet alles gezegd dat over de gevolgen van het virus opgemerkt kan worden. Ik ga nog even verder, maar vrees niet: niet alles kan en zal hier aan bod komen.

Een nóg groter geheel

In de afgelopen week maakte ik, op een vliegveld in Boston in de VS., een voorval mee dat mij een glimp toonde van een mogelijke wereld in wording, in het kielzog van de coronacrisis. Omdat mijn retourvlucht naar Schiphol door de luchtvaartmaatschappij was geannuleerd, zoals, naar bleek, alle vluchten van deze maatschappij van Boston naar Nederland, was ik blij dat ik toch nog, met een andere vliegmaatschappij, terug kon reizen door eerst naar Lissabon en vervolgens naar Amsterdam te vliegen. Bij de gate, met een paar dozijn andere passagiers, wachtte ik op het moment dat wij het vliegtuig zouden kunnen betreden. Bij de balie van de Portugese vliegmaatschappij meldde zich een Spaanse vrouw die, zo bleek in het vervolg, diezelfde dag dezelfde vlucht naar Lissabon had geboekt, omdat haar vlucht naar Spanje ook geannuleerd was. Omdat de Spaanse regering diezelfde middag de landsgrenzen gesloten had, mocht deze vrouw, die vanuit Lissabon zou doorvliegen naar Spanje, niet mee. Ondanks de elkaar opvolgende woede en wanhoop die zich van haar meester maakten, werd haar de toegang tot het vliegtuig geweigerd. De ene na de andere medewerker van de vliegtuigmaatschappij beriep zich op het besluit van de boven hen gestelde machten en maakte de vrouw duidelijk dat zij niets voor haar konden doen. Na verloop van tijd verschenen twee gewapende politiefunctionarissen die zich over de Spaanse ‘ontfermden’…
Op de gezichten van de andere wachtenden herkende ik: verbazing, ongeloof, onbegrip, stil protest, schaamte én het besef: “Het heeft geen zin dat ik mij hiermee bemoei (en ik wil ook niet het gevaar lopen dat ik straks zelfs ook niet mee vlieg).

Een glimp van een mogelijke wereld in wording, schreef ik hierboven. – De maatregelen die overal ter wereld genomen worden in het kader van de coronacrisis, vormen een ongekende inperking van grondrechten en menselijke vrijheid, en laten tegelijkertijd zien welke ‘kale structuren’ onder onze alledaagse werkelijkheid schuilgaan. Het zijn koude, onaanraakbare structuren waarop mensen nog maar beperkt invloed kunnen uitoefenen en die aan ‘menselijkheid’ ook geen ruimte geven.
Mogelijk komen deze maatregelen voort uit niets anders dan de wil om de gevolgen van het coronavirus zoveel mogelijk in te dammen.
Mogelijk wordt er ook nauwkeurig waargenomen hoe ‘men’ op deze maatregelen reageert, en ontstaat bij deze of gene de gedachte dat de ene of de andere maatregel ook voor andere doeleinden te gebruiken is.
Zéker is het zo, dat wij er goed aan doen nauwgezet te volgen wat er op dit vlak gebeurt en er op toe te zien dat tijdelijke maatregelen niet stilzwijgend een permanent karakter krijgen.

Ook op het vlak van de ‘publieke opinie’ past het om wakker te blijven, of te worden. Niet alleen om niet besmet te worden met allerlei gevoelens van angst of hysterie. Ook om waar te nemen hoe stemmen die een andere (een zogenoemde ‘afwijkende’) mening over aspecten van het coronavirus vertegenwoordigen, geen podium krijgen, en om op te merken dat allerlei wezenlijke vragen niet gesteld worden. De publieke opinie heeft in onze dagen absolutistische, dictatoriale en radicaal onverdraagzame trekken gekregen.

Te midden van dit alles is het goed om te beseffen dat het beter en vruchtbaarder is onze aandacht te richten op het gezonde dan op datgene wat ziek is. – Voor de duidelijkheid: ik spreek nu niet over gezonde of zieke mensen, maar over gezonde of ziekmakende ontwikkelingen in de samenleving. –
Wanneer wij het coronavirus opnemen als dringende aansporing om te doorzien wat het eigenlijk betekent dat onze samenleving (het heersende mens- en wereldbeeld, de hoofdstroom van de wetenschap, de invulling van de media) gevangen zijn in een materialistische mens- en wereldbeschouwing, zien wij van daaruit ook wat het gezonde is, wat onze aandacht verdient en ons denken kan verlevendigen: de vrijheid die in onze cultuur moet heersen – en die daar alleen voet aan de grond krijgt wanneer wij haar in onszelf veroveren.
Daar aangekomen, zouden in vrijheid gewonnen inzichten leiden tot een andere praktijk in alle gebieden: die van het cultuurleven, de politiek en van de economie.

Noten:
1) Rudolf Steiner uit GA 314.
Vertaald
2) De medische vragen met betrekking tot de werking, betekenis en ‘gezondheid’ van het immuunsysteem ontleen ik aan een tekst van Hans-Ulrich Albonico, antroposofisch arts in Zwitserland, in de vorm van een kleine brochure bij uitgeverij Nearchus verschenen onder de titel: Is ons afweersysteem nog gezond? – Vragen van een huisarts.
.

Meer van John Hogervorst

Sociale driegeledingalle artikelen

Vrijheid van onderwijsalle artikelen

100 jaar vrijeschoolalle artikelen

Vrijeschool in beeld: alle beelden

.

3476-3273

.

.

.

.

VRIJESCHOOL – Over het coronavirus (12-6)

.

Het is weer even geleden dat we geconfronteerd werden met deze ziekte. De maatregelen die werden genomen en waaraan we ons moesten houden, liggen bij de meesten nog vers in het geheugen.
Er ontstonden vele meningen – uiteraard vaak diametraal tegenover elkaar; in het bestrijden van elkaars opvattingen ging het er soms fel aan toe.

In het maandblad ‘Motief’ van de Antroposofische Vereniging in Nederland verscheen een artikel van Georg Soldner, co-leider medische sectie aan het Goetheanum.

.

Georg soldner in Motief, nr. 241 april 2020

.

het coronavirus

Voor een dierenarts zijn coronavirussen dagelijkse praktijk, maar nu is het coronavirus SARS-C0V2 de menselijke barrière gepasseerd. Wat is een virus, hoe valt hij het organisme aan en hoe kunnen we reageren?

Virussen zijn nauw verbonden met het fysieke van het organisme. Ze komen voort uit de substantie van de erfelijkheid en kunnen op deze manier de stofwisseling van de cellen beïnvloeden en deze van het organisme vervreemden. Als er een infectie is, komen virussen het organisme binnen, en herkent het organisme dat bepaalde cellen daardoor worden vervreemd en iets anders gaan doen dan zinvol is binnen het geheel. Het begint zich tegen deze cellen te weren om ze te elimineren. De symptomen van de ziekte die nu uitbreekt, zijn niets anders: het organisme probeert de geïnfecteerde cellen en dus de binnengevallen virussen te verwijderen, bijvoorbeeld met hoesten of koorts het slijm kwijt te raken. Wie aan een virusinfectie sterft, kan ook slachtoffer zijn geworden van zijn eigen afweermechanisme, waarvan de regulering een uitdrukking is van de individuele ‘Ik-organisatie’, die de aanwezigheid van het Ik in het lichaam representeert.

Vervreemding van het lichaam

Hoe meer een mens zich al in de situatie bevindt dat het fysieke lichaam hem vreemd begint te worden, hoe vatbaarder hij is voor deze virale ziekte, die nu COVID-19 wordt genoemd. Dit geldt natuurlijk met name voor ouderen (bij wie de botten krimpen en de spiermassa afneemt) of bij chronische zieken.

Bij de coronavirus-infectie is het zo, dat die bij mensen ouder dan 8o jaar, bij mensen met diabetes type II of met hart- en vaatziekten, bijzonder zwaar kan verlopen. Hoe minder ik in mijn lichaam aanwezig ben, hoe minder mijn Ik mijn lichaam volledig doordringt, hoe gemakkelijker de infectie zich in mijn lichaam kan verspreiden en des te ernstiger de gevolgen kunnen zijn. Wat telt is natuurlijk hoe om te gaan met een mens die nu positief is getest. Vaak worden zieke mensen abrupt verwijderd uit hun thuisomgeving, ze werden aanvankelijk in China behandeld met veel andere zieke mensen in een geïmproviseerd onderkomen.
Conventionele geneeskunde heeft helaas geen nuttige medicatie of vaccinatie te bieden. Vaak onderdrukt men met medicamenten de koorts. Ondersteuning met zuurstof kan in ernstige gevallen levensreddend zijn en, indien nodig, tijdelijke beademing met behulp van apparatuur. Daarom is het belangrijk dat de klinische zorg zich zoveel mogelijk kan concentreren op ernstig zieke patiënten.

Van alles wat we nu weten, is angst en een koorts remmende behandeling een therapie die patiënten eerder zieker dan gezond maken. Want wat mensen helpt om met de ziekte om te gaan, is alles wat hen ondersteunt om hun eigen lichaam beter te doordringen, het te doorwarmen zodat ze zich beter met het lichaam kunnen verbinden. Het is dus niet verrassend dat de ziekte voor kinderen nauwelijks gevaarlijk is. Dit geldt verder tot het 50e levensjaar, waar het verloop van de ziekte meestal overeenkomt met die van een normale griep. Hoesten, een loopneus en vermoeidheid zijn de typische vroege symptomen. Daar bovenop kan longontsteking een gevaarlijk aspect zijn, dat in het begin kan worden geïdentificeerd door een verhoogde ademhalingsfrequentie.

Relatie met de zon

Nu heeft het virus medisch gezien bijzonder negatieve eigenschappen. Zo kan het lang duren voordat het organisme ‘wakker’ wordt en merkt dat er een vreemde gast aan boord is, die onheil probeert te stichten. Er is een geval bekend waarbij de ziekte pas 27 dagen na de infectie uitbrak. Gemiddeld gebeurt dit echter na 5 dagen en na 12,5 dagen is 95 procent van alle gevallen manifest. Daarom worden betrokkenen gedurende een lange periode van twee weken in quarantaine geplaatst. Bovendien is dit virus besmettelijker dan een normaal griepvirus. Daarbij worden gemiddeld misschien 1,3 mensen besmet; in het geval van het coronavirus zijn het er meer dan 3 (in het geval van een zeer besmettelijke ziekte, zoals mazelen of kinkhoest, zijn er 12 tot 18). Het besmettingspercentage is dus hoger dan bij griep en tegelijkertijd wordt het later zichtbaar. Deze eigenschappen samen, die een epidemische verspreiding bevorderen, maken artsen wereldwijd nerveus.

De relatie met de dierenwereld

Er is echter een grote raadsel: waar komen deze duidelijk nieuwe soort virussen vandaan en waarom zijn ze ontstaan? Interessant is dat veel van de virussen afkomstig zijn uit het dierenrijk. Het coronavirus is waarschijnlijk afkomstig van de Javaanse vleermuis. Waarom worden virussen uit het dierenrijk nu gevaarlijk voor de mens?

Tegenwoordig brengen we dieren onuitsprekelijk lijden toe: massaslachtingen tot laboratoria-experimenten met proefdieren, die leiden tot pijnen waaraan de dierenwereld hulpeloos is overgeleverd. Kan dit lijden gevolgen hebben, waardoor de virussen, die in het dierlijke organisme eigenlijk gewoon thuis zijn, veranderen? We zijn eraan gewend om alleen naar het fysieke niveau te kijken en het meestal los van het zielenniveau te zien. Onderzoek naar de darmflora, het microbioom dat niet alleen bacteriën maar ook virussen omvat, bewijst het tegendeel. Dit roept niet alleen de microbiologische vraag op over de oorsprong van het virus, maar ook de morele vraag hoe we moeten omgaan met de dierenwereld. Rudolf Steiner heeft meer dan 100 jaar geleden al op deze samenhangen gewezen. Vandaag de dag is het aan ons om deze relaties na te gaan en naast de natuurwetenschappelijke analyse ook diepere vragen te stellen.

Wat kunnen we doen?

Er zijn in het persoonlijk gedrag enkele maatregelen die het organisme ondersteunen bij het omgaan met de ziekte. Daarbij horen onder andere het onthouden van alcohol, matige suikerconsumptie en het handhaven van een levensritme met voldoende slaap en voldoende zon. Waar ons immuunsysteem vaak last van heeft, is het gebrek aan zonlicht, een tekort dat in maart de grootste impact heeft. Over het hele jaar gezien is op onze breedtegraden het sterftecijfer daarom eind maart het hoogst. Dit houdt verband met het gebrek aan zon tijdens de wintermaanden en herinnert ons eraan dat het buitengewoon de moeite waard is om elke dag en in de winter zo mogelijk ’s middags naar buiten te gaan en je zo met de omgeving te verbinden, in wezen met de kosmos. Nog voordat vitamine D was ontdekt, ging Rudolf Steiner bij het ontwikkelen van de antroposofische geneeskunde hier uitvoerig op in, met als voorbeeld de tuberculose. Voor het immuunsysteem geldt dat vitamine-D-tabletten de opname van zonlicht slechts in beperkte mate kunnen vervangen. Gepotentieerde fosfor en dienovereenkomstig gepotentieerd meteoorijzer in de ochtend kunnen als lichtsubstanties het immuunsysteem ook ondersteunen. Voor degenen die ouder zijn en misschien te maken hebben met hart- en vaatziekten worden ook antroposofische basismiddelen voor het cardiovasculaire systeem, regelmatig wandelen en voldoende slaap aanbevolen. Wie minder dan zes uur slaapt, is veel vatbaarder voor dergelijke infecties.

Een gezonde adem ten opzichte van de medemens

Als het tot de ziekte komt wordt de patiënt in quarantaine gehouden, hoewel lichtere gevallen nu ook thuis kunnen worden behandeld. Mij lijkt het feit van belang dat de antroposofische geneeskunde al tientallen jaren ervaring heeft met de behandeling van virale en bacteriële longontsteking zonder antibiotica, maar met antroposofische medicijnen en uitwendige therapieën die uiterst effectief kunnen zijn. De artsen van de Medische Sectie hebben een bijbehorend therapieschema ontwikkeld en ter beschikking gesteld aan de internationale collega-artsen.

Wat verzwakt de longen? Twee dingen: gebrek aan een relatie met de aarde en de zon, en ook sociale spanningen. Het is daarom raadzaam om uw eigen longen, uw ademhalingsorgaan, van binnen en van buiten te beschermen door te proberen sociale spanningen in evenwicht te brengen. Naar mijn mening lopen degenen die in onopgeloste sociale conflicten verkeren een groter risico. De reguliere geneeskunde heeft het geloof aangewakkerd dat vaccinaties je zouden kunnen beschermen tegen alle soorten infecties. Dat is een vergissing. Zelfs de griepprik biedt maar een beschermingspercentage van 10 tot 30 procent. Zorgvuldig handen wassen en hygiëne bij het snuiten en hoesten zijn ook effectief – zonder mogelijke bijwerkingen. Het is dus een belangrijke stap om jezelf te bevrijden van dit angstige en defensieve beeld van de omgeving en van je eigen lichaam en je af te vragen watje zelf kunt doen om de vitaliteit en integriteit ervan te ondersteunen. 

.
Opvoedingsvragen: [12] ziekte

Menskunde en pedagogie: alle artikelen

Vrijeschool in beeld: alle beelden

.

3452-3249

.

.

.

.