.
MARTIN TITTMAN – GRAMMATICA OP DE VRIJESCHOOL
.
VOORWOORD
.
De auteur van dit werk had sinds zijn middelbare schooltijd en zijn studie Duits een groeiende belangstelling voor grammaticale verschijnselen en hun behandeling in de klas. Het ging hem in het bijzonder om de vraag hoe deze verschijnselen vanuit de aard van de mens begrepen kunnen worden en hoe ze in overeenstemming met zijn ontwikkelingsgang dichter bij de opgroeiende mens kunnen worden gebracht. Hij maakte kennis met de antroposofie van Rudolf Steiner, die hem de meest waardevolle tips bood voor het cognitieve doorgronden en praktische realisatie op alle gebieden van onderwijs en lesgeven.
Vanaf 1923 kon hij zelfstandig uitwerken en uitproberen wat hij op de vrijeschool had geleerd, waarbij hij tijdens de basisschool met alle leeftijdsgroepen werkte. Af en toe heeft hij in het tijdschrift “Erziehungskunst” verslag gedaan van individuele deelvragen. De reacties op deze publicaties moedigden hem aan te geloven dat de resultaten niet alleen van waarde zouden kunnen zijn voor alle vrijeschoolleraren, maar ook voor elke andere opvoeder die verlangt naar een organische vernieuwing van dit gemakkelijk gestolde, zo door en door gestolde materiaal.
Dus durft hij deze eerste poging om de Duitse taaltheorie te structureren vanuit het oogpunt van de studie van de mens te publiceren. De cursus moest zo goed mogelijk worden aangeboden in aansluiting op het gehele curriculum van de vrijeschool. De uitspraken van Rudolf Steiner werden als suggesties opgepakt, zoals hij zelf overal wilde, en naar zijn beste weten en geloof gebruikt, zoals zijn eigen inzicht en ervaring toeliet, d.w.z. ondogmatisch. Ook hier werd duidelijk wat overal op het terrein van de antroposofische pedagogiek wordt ervaren: de instructies van Rudolf Steiner leiden degenen die zelf met de problemen worstelen en actief weten te reageren op adviezen naar bevredigende oplossingen en inspireren hen om verder te denken en zich productief te ontwikkelen.
Kritische opmerkingen worden in dit werk tot een minimum beperkt; ze moeten alleen dienen om te verduidelijken wat wordt gepresenteerd, maar niet in vruchteloze polemiek. Qua stijl en presentatie heeft de auteur getracht al te abstracte technische taal en enige eruditie te vermijden, omdat er geen levendige ervaring of enthousiasme kan ontstaan. Alleen levende wezens kunnen leven creëren en ontwikkelen.
Dat deze eerste, nog aarzelende poging voor een verdere uitbreiding van dit onderwijsgebied, dat echt een probleemkind van Rudolf Steiner was en hem aanleiding gaf tot veel pijnlijke opmerkingen in de conferenties, als basis zou kunnen dienen, mag wellicht deze wens van de auteur voor de gedurfde onderneming rechtvaardigen en een verontschuldiging voor zijn tekortkomingen.
Stuttgart, september 1962 Martin Tittmann
Nederlandse taal: alle artikelen
Niet-Nederlandse talen: alle artikelen
Vrijeschool in beeld: alle beelden
.
3029-2844
.
.
.
.