.
Kringspelletjes worden voornamelijk in de kleuterklas gespeeld. Ook in de 1e klas vinden veel kinderen het nog erg fijn, vooral als het ‘nieuwe’ zijn, d.w.z. die ze in de kleuterklas nooit hebben gedaan.
(Dus als 1e-klasleerkracht even verifiëren bij de kleuterjuf/meester.)
SCHIPPER, MAG IK OVERVAREN?
Trek over de hele lengte van de speelruimte twee evenwijdige lijnen met ongeveer 5m tussenruimte.
1 kind staat in de grote ruimte – het water – in het midden met zijn gezicht naar de andere kinderen die achter de streep staan. Zij zingen:
Schipper, mag ik overvaren?
Ja of nee?
Moet ik dan ook geld* betalen,
ja of nee?
*sommige versies hebben hier ‘tol’, of ‘een cent’
De melodie
De schipper kan ‘ja’ of ‘nee’ zeggen. Bij het laatste mogen alle kinderen naar de overkant. Bij ‘ja’ roepen de kinderen:
‘Hoe?’
De schipper antwoordt – hier kan van alles worden bedacht – bijv. handen hoog, achter de rug, achteruit lopen, hinken, huppen; maar ook bijv.: ‘alleen die iets geels aan hebben. Die laatsten zijn vrij om over te steken, de anderen kunnen worden getikt. Er kunnen ook kinderen zijn die niet betalen: zij doen niet wat de schipper zegt en deze probeert ze dan te tikken. Wie getikt is, is verdronken en doet niet meer mee, moet aan de kant staan bij het verdere verloop van het spel. In sommige varianten helpen deze de schipper mee bij het vangen.
Zo gaat het steeds maar over het water heen en weer, wel of niet betalend. Als de laatste getikt is, is het spel uit en als je het nog een keer speelt (wat de kinderen altijd graag willen) wordt er een andere schipper gekozen. Dat kan bijv. het kind zijn dat als laatste is gevangen.
Verklaring
Met name Mellie Uyldert heeft verklaringen en achtergronden van de oude kinderspelen gegeven.
Het water is bij haar de rivier de Styx, de rivier van de vergetelheid, waar de gestorven zielen overheen moeten. De Styx scheidt de aarde van de hemel. Bij de oude Egyptenaren en Grieken gaf men de dode een munt mee voor de veerman.
Wie niet betaalt, loopt de kans niet aan de overkant te komen.
Een muntje bij je hebben is slechts een symbool. Verlaat je de aarde weer, dan moet je je morele schuld die je op aarde hebt opgebouwd, hebben afbetaald.
Degenen die de veerman niet betalen, worden niet overgezet, of wel halverwege in het water geworpen. Zij bereiken de overkant dus niet. En nu hangt dit in werkelijkheid niet af van het wel of niet bij zich hebben van de symbolische munt, maar van het morele afbetalen van de schuld, die men uit het aardse leven meebrengt.
Verschillende godsdiensten hebben rituelen om de stervende te begeleiden ‘naar de overkant’ en deze wordt geholpen bij het aflossen van de schuld – het Laatste Oliesel, andere gewijde handelingen, door de biecht, om ‘rein’ het andere rijk te betreden. ‘Door wezenlijk berouw en de vergeving door God, die daarop volgt, is de schuld dan zoveel mogelijk afbetaald. Gaat iemand over, zónder deze voorafgaande reiniging, dan moet hij alsnog elke meegebrachte schuld uitboeten of afbetalen, door ervoor te lijden. Want al wat men anderen tijdens het leven op aarde heeft aangedaan, kaatst nu terug naar de bedrijver en laat hem dat zelf lijden, in een of andere symbolische of analoge vorm. Wie te kort schiet in berouw, of daar te lang mee wacht, berokkent dus zichzelf de martelingen die hem dan louteren moeten. Die moet lang een ‘dolende ziel’ blijven, alvorens de hemeltoestand bereikt wordt. Niet aan genade of ongenade van een rechter is men overgeleverd, uitsluitend aan zichzelf, al objectiveert het eigen geweten zich in het beeld van de rechter of de veerman. De ziel is onderhevig aan de wetten van haar ontwikkeling, zowel hier als hierna. Het is goed om van te voren met deze wetten vertrouwd te zijn, en, door deze kennis geleid, wijs te leven en te sterven.'(Uyldert)
Heeft dit spel nog van doem met wat ooit een heilig ritueel was? Beeldt het kind onbewust die wetten uit? Dan is het op dit niveau voor het kind iets vertrouwds en dus een steun voor de ziel. (Evenals de sprookjesbeelden).
.
Spel: alle artikelen
Peuters/kleuters: alle artikelen
Vrijeschool in beeld: kleuters: alle beelden
.
2767
.
.