.
DYSLEXIE IS TE VOORKOMEN
Het ligt niet aan de kinderen. De leesmethodes lokken dyslexie uit
stond op 24 januari 2017 boven een artikel in het dagblad Trouw.
Een interview met Balt van Raamsdonk – 82 jaar – die zijn hele leven dyslectisch is.
Al vanaf de eerste klas van de lagere school bleef hij achter in alles wat met lezen te maken had. In de derde werd hij als hopeloos geval opgegeven. Hij kreeg intensief bijles van een aardige mevrouw die ook niet wist wat eraan schortte. “Door veel te lezen kreeg ik het gevoel dat ik daar wat handiger in werd, maar juist spellen kan ik nog steeds niet.” Denken en praten gelukkig wel. “Mijn meester vertelde mijn ouders dat hij bij het nablijven de mooiste gesprekken met mij had.”
Lezen en schrijven bleven een obstakel voor hem. Hij verstopte zijn dyslexie – “nooit doen”, zegt hij nu. Sinds zijn pensionering is hij aan het werk als wat hij zelf gekscherend ‘beroepsdyslecticus’ noemt. Het lijkt op een roeping.
Van Raamsdonk begon vanuit zijn eigen ervaringen een diepgravende studie en een lange zoektocht naar oplossingen om uitval te voorkomen en maakte er een project van.
Op een buurtschool is het succesvol getest en het wordt nu op drie andere basisscholen in het land beproefd. Stichting Dyslexie Fonds gaf subsidie.
Hij hoopt met zijn methode bij leerlingen uit groep 2 en 3 dyslexie in de kiem te smoren.
Opmerkelijke conclusies:
=Als alle kinderen vanaf het begin op een andere manier zouden leren lezen en spellen, zou dyslexie nog nauwelijks voorkomen.
=De meest gebruikte leesmethoden op basisscholen zijn voor te veel leerlingen ongeschikt.
=Het proces van leren lezen is, zoals het nu is, volstrekt onlogisch ingericht.
=Het spellende lezen, wat iedereen op school leert, gaat langzaam en de meesten gaan haast vanzelf over op het lezen van het woordbeeld. Helaas geldt dat niet voor alle kinderen.”
=Zijn aanpak druist in tegen de heersende opvattingen over leren lezen.
=Het ligt niet aan de kinderen. De leesmethodes lokken dyslexie uit.
Oorzaak
Voor Van Raamsdonk staat vast dat hij geen woordbeeld had.
“Toen ik me dat realiseerde, begreep ik dat het voor mij zonder gedetailleerd woordbeeld-bewustzijn bijna onmogelijk was om alleen op gehoor letterklanken binnen een woordklank te onderscheiden. ‘Woordblind’ is niet eens zo’n gekke term. Pas als een woordpatroon een herkenbaar ‘gezicht’ krijgt, kan je het een betekenis geven. Heb je het woordpatroon met de betekenis vereenzelvigd, dan kan je lezen. Zwakke lezers zien dat patroon niet in een oogopslag. Voor hen is het betekenisloos. En hoe kan je iets leren dat geen betekenis heeft?”
Zijn vermogen om analytisch te kijken, (waarmee hij indertijd in zijn bedrijf de receptuur van onderhoudsmiddelen voor auto’s vernieuwde,) hielp hem.
Eigen methode
Gedreven om kinderen de last te besparen die zijn jonge jaren bepaalde, ontwikkelde hij een andere, eigen leesstart. De methode leert kinderen lezen zoals ze hebben leren spreken, door woorden als een geheel te leren ervaren. De kern is dat ze zich een gedetailleerd woordbeeld gaan voorstellen. Het zien van een patroon en volgorde van letters roept direct de betekenis op: be-oe-rr wordt in één keer boer. “Vlotte lezers hebben dat zichzelf aangeleerd. Dat spellende lezen, wat iedereen op school leert, gaat langzaam en de meesten gaan haast vanzelf over op het lezen van het woordbeeld. Helaas geldt dat niet voor alle kinderen.”
Zo groeide zijn ‘Alfa-bedding’. Een pre-leescurriculum om tweede- en derdegroepers op weg te helpen met lezen en – in een latere fase – spellen.
Van Raamsdonk maakte
kaartjes
met afbeeldingen en woorden,
een tastkast om lettermodellen, geprint in 3D, letterlijk te voelen.
Het hele alfabet en combinaties als eu en au zijn tastbaar gemaakt.
Dat tasten bevordert dat letterbeelden in het brein beklijven, vond hij uit.
B, d, p, q. Allemaal bolletjes met een stokje, zwakke lezers en spellers struikelen erover.
Hoe maak je je ch of g en ei of ij eigen? Eerst ‘blind’ laten voelen en aftasten: lettervormen, tweeklanken. Dat dwingt een leerling om zich er een innerlijke voorstelling van te maken.
“Woorden krijgen een gezicht. Je moet ze als beeld opslaan in je hoofd, anders kan je ze nooit terugvinden. Als een kind eenmaal het woordbeeld herkent, is het pats.”
Samenvatting
HOE ZIT HET PRECIES?
Wat mankeert er aan de huidige leesmethode op de meeste basisscholen in Nederland?
Van Raamsdonk:
“Ze gebruiken een methode waarbij losse letters worden samen-gelezen tot een hele woordklank. Spellend, decoderend, luisterend komt de woordklank tot stand. Aan die woordklank herkent het kind wat er staat, tenminste als het kind dat woord al kent. De meeste leerlingen ervaren op den duur een patroon in de volgorde van de losse letters. Ze gaan woordbeelden ‘zien’. Deze overschakeling wordt in het huidige onderwijs volledig aan het toeval overgelaten. Leerlingen die het risico lopen dyslexie te ontwikkelen, ervaren zo’n patroon niet: zij blijven ‘rijtjes letters’ zien zonder verband tussen die letters. Uit nood blijven zij de omslachtige, tijdrovende wijze van spellend, decoderend lezen gebruiken. Met veel oefenen worden ze daar wel sneller in, maar ze blijven achter in leestempo en begrijpend lezen. Ze ontwikkelen geen ‘woordbeeld-bewustzijn’ Daar gaat ook het spellen mis.
Wie geen gedetailleerd woordbeeld ontwikkelt, kan dit ook niet gebruiken als referentie bij het …. spellen. Want spelfouten hoor je niet, die zie je.”
Aan de basis ligt volgens Van Raamsdonk een misvatting over dyslexie. “Oorzaak en gevolg worden verwisseld. Nu wordt het gezien als een tekort aan ‘fonemisch bewustzijn’; een leerling met dyslexie zou niet goed in staat zijn om letterklanken binnen een woordklank te onderscheiden. Maar niet wordt onderkend dat je voor het kunnen onderscheiden van letters in een woord eerst een ‘woordbeeld-bewustzijn’ nodig hebt. Als je voor het eerst een woord in een vreemde taal hoort, ben je ook niet in staat om puur op gehoor aan te geven uit welke letters dat woord bestaat. De oorzaak ligt in het ontbreken van woordbeeld en soms ook letterbeeld. Weinig fonemisch bewustzijn is daarvan het gevolg.”
Opspattend grind: dyslexie
De Groningse bijzonder hoogleraar Kees van der Bos, gespecialiseerd in leesproblemen en dyslexie meent dat de dyslecticus Van Raamsdonk, die hij al lang volgt in zijn zoektocht, een punt heeft met zijn verklaring waar het kan misgaan met leren lezen.
“Tekentjes, lettertjes en losse klanken die kinderen worden aangereikt, zijn behoorlijk abstracte en onnatuurlijke processen.”
Hierover vind je bij Rudolf Steiner vele gezichtspunten.
Schrijven en lezen: alle artikelen op deze blog
.
Leerproblemen: alle artikelen dyslexie onder nummer 2
.
1247-1165
.
.