.
KRANSEN VAN GROEN EN PAPIEREN BLOEMEN
De Pinksterbruid, zo wil de oude volkstraditie, wordt opgesierd met papieren bloemen.
Op de vraag waarom die bloemen juist met Pinksteren van papier dienen te zijn probeert onderstaand stukje een antwoord te geven.
‘De pinksterbruid krijgt kransen om het hoofd van groen en papieren bloemen’.
Zo wil de oude volkstraditie. En ieder jaar is dit voor velen weer een raadsel. Want het doet ergens nogal absurd aan op een moment dat de natuur ons rijkelijk bloemen en bloesems schenkt, papieren bloemen te gaan maken, die natuurlijk lang niet zo mooi zijn als de echte. Is het puur nabootsingsdrang of is het omdat de versieringen die we maken beter houdbaar zijn?
Oude gebruiken zijn vaak ontstaan uit een soort instinct, een onbewust weten van de geheimen en de zin van het leven en van de ontwikkeling van de aarde en de mensheid. In de viering van de jaarfeesten wordt daar iets van zichtbaar. In onze tijd willen we weten waarom we iets doen, anders verliest het zijn waarde. Als je met zo’n raadsel rondloopt kan het je gebeuren dat je op een keer iets tegenkomt: een gedachte of een uitspraak van iemand die je op het spoor zet van een antwoord. Wat het maken van papieren bloemen met Pinksteren betreft kun je zo op het volgende komen.
Buiten in de natuur worden we in deze tijd overladen met bloemen. Het is een stuk goddelijk scheppingswerk, die hele plantenwereld, een geschenk uit de kracht van de ‘Heilige Geest’ zou je kunnen zeggen. De mens heeft daar niets aan gedaan. Maar de mens heeft zelf ook een vonkje van die scheppende geestkracht in zich en is daarmee creatief bezig – hij vormt van alles uit de materie, vormt voorwerpen: gebruiksvoorwerpen, gereedschap, machines, maar ook kunstvoorwerpen, bouwwerken, enzovoort. En doordat hij dat doet, maakt hij zich een beetje vrij van die materie, want dat stukje materie dat hij omgevormd heeft, heeft dan zijn functie voor die creativiteit gehad, daar kan hij zich nu van distantiëren. Maar ook de materie zelf wordt door de menselijke bewerking in zekere zin bevrijd. Want het maakt toch een heel verschil of je bijvoorbeeld een brok steen voor je hebt of een beeldhouwwerk uit diezelfde steen. De materie wordt door onze creativiteit en arbeid een beetje vermenselijkt, dat wil zeggen een beetje vergeestelijkt en daarmee bevrijd uit zijn toestand van vormloosheid en indifferentie. Natuurlijk gebeurt dit niet alleen met Pinksteren. Mensen zijn voortdurend vormend bezig. Maar door op een moment iets te doen dat absurd lijkt, merk je pas waar je eigenlijk mee bezig bent.
In het Jonasboekje ‘Jaarfeesten’ vertelt Henk Sweers over de traditionele versieringen rond het pinksterfeest. Het is interessant dat die versieringen bij alle pinkstergebruiken altijd gemaakt worden van ‘mooimakersgoed’ (gekleurd papier). Vroeger bewaarde men het hele jaar door gekleurde papiertjes, pakpapier en dergelijke.
Het pinksterfeest is het feest van het Ik van de mens dat zelf actief wordt. Behalve bloemen werden er ook papieren waaiertjes gemaakt die werden opgehangen aan de pinksterkroon waaronder de pinksterbruid plaats nam.
De papierkunst is trouwens een echte volkskunst. Wie bijvoorbeeld wel eens iets gezien heeft van de kleurrijke knipsels van Johann Jacob Hauswirth zal hier zeker door gefascineerd zijn. Johann Jacob Hauswirth werkte in de bossen van het Pays d’Enhaut (Duits/ Frans grensgebied) als kolenbrander. Hij was een eenzaam, ongeletterd man, die in een eigenhandig gebouwde boshut woonde (hij stierf in 1871, hoe oud hij toen was, wist niemand). Zijn leven is een mysterie en er is weinig over bekend. Hij moet op latere leeftijd de schaar ter hand hebben genomen en werd in korte tijd grandioos in de knipkunst. Hij was een schuwe zwijgzame man en ten gevolge van een ongeluk liep hij moeilijk. Zijn knipsels gaf hij aan de kinderen op straat in ruil voor hun snoeppapiertjes. Vaak verkocht hij grote geknipte taferelen bij de boerderijen. Met zijn grove vingers kon hij geen gewone schaar hanteren en hij had daartoe twee rondjes van ijzerdraad op maat van z’n vingers aan de schaar bevestigd. Hij moet een hele rijke binnenwereld gehad hebben om op zo’n manier de materie te kunnen overwinnen. Je vermoedt zeker niet zo’n mens achter de ragfijne huppelende herten en de kantachtige patronen van de alpenweiden.
Een groot kunstenaar spreekt uit deze knipsels. Hauswirth had weinig contacten, dus de beelden moesten uit een andere ervaringswereld stammen. Het geeft mij het gevoel of ze regelrecht uit zijn ziel in de schaar overgingen: oeroude symbolen verweven met het dagelijks leven in de gang der seizoenen. Hij was dan ook volledig weg uit de wereld als hij bezig was met z’n knipsels. Een oude vrouw vertelde, hoe zij als kind hem een hele middag op een steen had zien zitten knippen zonder te merken dat een geit één voor één de gekleurde knipsels opat!
Ter versiering van de pinksterbruid en de pinksterkroon volgen hier beschrijvingen voor het maken van papieren bloemen.
.
Tineke Geus en Annet Schukking, ‘Jonas’10, 13 mei 1983
.
Pinksteren: alle artikelen
Jaarfeesten: alle artikelen
.
168-160
.

