Tagarchief: Marcus Aurelius

VRIJESCHOOL – 6e klas geschiedenis – Romeinse keizers (13-1)

.

KEIZERS VAN ROME

De Engelse historicus Mary Beard schreefHeersers over het Romeinse rijk’.

Thematisch worden ze (niet allemaal) ten tonele gevoerd: hoe leefden ze, woonden ze, hoe stonden ze tegenover hun volk, leger, slaven en hun goden. En hun paard! Daar was vaak een bijzondere relatie mee, al begonnen met Alexander de Grote en zijn Bucephalus. Zo wordt van  Hadrianus (117-138) verteld dat hij een gedicht schreef voor zijn paard en Caracalla (211-217) gaf zijn lievelingspaard mensenvoedsel en liet zijn hoeven met goud beschilderen.

Hieronder staan er een groot aantal. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat die allemaal in de periode(s) aan de beurt kunnen komen. Dat is absoluut niet nodig en wat de tijd betreft, ook onmogelijk.
Het boek van Lindenberg is een uitstekende leidraad en wat op deze blog aan verdere inhoud staat, is meer dan genoeg stof.

Wat wel een idee is, is om de leerlingen, individueel of met meer, een keizer te geven waarover ze aan de klas wat vertellen.
Daarvoor kun je interessante dingen uit het genoemde boek van Beard halen.
Ook kunnen de kinderen een beeltenis kiezen van een keizer waarover ze dan zelf iets weten. Verhaal en beeltenis kunnen dan individueel in het periodeschrift komen. 
E.e.a. zou ook in een leesuur kunnen gebeuren.

Beeltenissen van de keizers: Augustus, Caligula, Claudius, Domitianus, Elagabalus, Hadrianus, Julius Ceasar, Marcus Aurelius, Nero, Nerva, Septimus Severus, Tiberius, Titus, Trajanus, Vespasianus,
(Let op: de naam staat onder de afbeelding)

Julius Ceasar, de naamgever van het keizerschap

In het boek wordt ook aandacht besteed aan de rol die vrouwen (moeders en echtgenotes), vrijgelatenen en slaven speelden aan het keizerlijk hof. 

Een aantal Romeinse keizers:

Na de moord op dictator Julius Caesar in 44 v.Chr. brak een burgeroorlog uit. Zijn aangenomen zoon Octavianus kwam daar als overwinnaar uit.
Vanaf 27 v.Chr. tot 14 n. Chr. heerste hij als Imperator Caesar Augustus, de eerste keizer van het Julisch-Claudische huis. Hiermee kwam een einde aan de Romeinse republiek, die werd bestuurd door afgevaardigden van de patriciërs (senatoren) en het plebs (tribunen). Bestuurlijke functies werden verdeeld via verkiezingen.

Augustus (27 v.Chr.-14 n. Chr.)

Na Augustus volgden de keizers:  

Tiberius (14-37)

Caligula ( 37-41)

Claudius (41-54)

Nero (54-68)

Na het Vierkeizerjaar 69 werd Vespasianus de eerste heerser van het Flavische huis. Hij werd opgevolgd door zijn zoons Titus en Domitianus, die in 96 vermoord werd tijdens een paleiscoup.

Vespasianus (69-79)

Titus (79-81)

Domitianus ( 81-96)

Toen Rome het grootst en welvarends was, kwamen er ook buitelandse heersers op de troon. Dat waren:

Nerva (97-98)

Trajanus (98-117)

Hadrianus (117-138)

Marcus Aurelius (161-180)

Septimus Severus (193-211)

Elagabalus (218-222)

Na de dood van Alexander Severus veranderde het Romeinse Rijk voorgoed.

Geraadpleegde recensie in NRC 21-01-2024

6e klas geschiedenis: alle artikelen

6e klasalle artikelen

Geschiedenisalle artikelen

VRIJESCHOOL in beeld: 6e klas geschiedenis

.

3148-2961

.

.

.

.