.
Dieuwke Hessels postte dit artikel in de Facebookgroep ‘Vrijeschool’: (februari 2022). Hier gepubliceerd met toestemming van de schrijfster.
.
Carnavalsfeest
Het feest van carnaval, wordt ook wel het Verkleedfeest genoemd. Meest bekend, natuurlijk, onder de grote rivieren. Toch wordt dit feest meestal ook gevierd [op scholen] Noordelijker ….. In Meppel werd het gevierd, maar verdween, omdat “het feest meer nam dan dat het gaf” zeg maar.
Bij de kleuters werd het klein gehouden, kinderen verkleed in sprookjeskleren
[géén maskers] in de eigen klas gevierd.
Maar zonder verkleden kun je ook carnavalsactiviteiten ondernemen met de kinderen in je klas en [vasten] voor jezelf.
De herkomst van het carnavalsfeest
Carnaval werd al gevierd in voorchristelijke tijden, al heette het toen nog niet zo. Mensen wilden de kwetsbare, ontwakende natuur beschermen tegen boze geesten. Daarom zetten zij afschrikwekkende maskers op en trokken bijpassende kleren aan. Veel kabaal makend met pannen, koebellen en andere geschikte spullen trokken ze gezamenlijk door hun velden.
Carnaval in de christelijke kalender
Binnen het kerkelijke jaar heeft het carnavalsfeest een plek voor het begin van de lijdenstijd, die officieel start met Aswoensdag en die een periode inluidt van 40 dagen vasten voor het Paasfeest. De avond voor Aswoensdag wordt Vastenavond genoemd, en oorspronkelijk was dat ook de enige dag waarop carnaval werd gevierd; later heeft het feest zich steeds verder uitgebreid. Officieel duurt het drie dagen, maar in sommige streken worden er al vanaf 11 november, de “elfde
van de elfde” carnavalsactiviteiten gehouden.
Het woord “carnaval” komt waarschijnlijk van het Italiaanse carne levare: het “wegnemen van het vlees”- een manier dus om het vasten aan te duiden.
Geen wonder dat carnaval altijd een eetfeest is geweest- nog even goed schransen voordat je de broekriem ging aanhalen!
Het carnavalsfeest als ritueel
Carnaval is een omkeringsritueel: maatschappelijke rollen worden omgedraaid (liefst vanachter een masker, zodat niemand ziet wie je écht bent) en normen over gewenst gedrag worden even losgelaten. Je mag je te buiten gaan, en je mag de machthebbers de waarheid zeggen.
Carnaval op de vrijeschool
Op de vrijeschool is het carnavalsfeest vooral een verkleedfeest voor de jongere kinderen, waarbij veel spelletjes en liedjes horen. Het is een feest van
opschonen en overgave van durven loslaten.
Carnaval en de vastentijd
In de middeleeuwen gold de tijd tussen Driekoningen en het begin van de lijdenstijd als een tijd om zich te bevrijden van onvolkomenheden en slechte eigenschappen: het reinigen.
Al vieren we boven de rivieren nauwelijks carnaval, we kunnen wel een impuls krijgen van dit luidruchtige feest. Carnaval is meer dan een verkleedpartij en de eerste stap op weg via de vastentijd naar Pasen.
Carnaval valt meestal in de maand februari en dat is niet zomaar. Het is van oudsher een reinigingsmaand en daarmee louterend, maar veel mensen ervaren februari als moeilijk. Het is koud en de natuur buiten ziet er doods en grauw uit.
Mensen verlangen naar zonnestralen en kleur. Gelukkig is dat er, maar je moet er wel naar zoeken! In februari bloeien er in de tuin al sneeuwklokjes of helleborissen. En toch zet die grauwheid zich nog even voort tot in maart. Langzaam zie je hier en daar natuur tot leven komen; gras wordt groener, knoppen verschijnen in enkele bomen en de krokussen en narcissen
komen in bloei. De lente, die bij Pasen hoort, komt eraan.
In de middeleeuwen gold de tijd tussen Driekoningen en het begin van de lijdenstijd als een tijd om zich te bevrijden van onvolkomenheden en slechte eigenschappen: het reinigen. Later gebruikten huisvrouwen die periode voor de
voorjaarsschoonmaak. Daar kunnen we nu ook nog bij aanhaken door een voorjaarsschoonmaak te houden in ons huis en/of een detoxkuur te volgen.
Carnaval een feest waarin je in de huid van een ander kruipt (hoe voelt dat, een ander of anders te zijn) en daardoor je jezelf kunt herbezinnen op wie je werkelijk bent. Daarnaast kun je tijdens de vastentijd vasten, matigen of je onthouden van voedsel, alcohol, roken, spreken, gewoonten, etc. Ook dan ben je bezig met reinigen. Je hogere Ik krijgt zo de kans tegenover je lagere bewustzijn. Met nog even een laatste uitspatting bij het carnaval, zodat je het allemaal makkelijker kunt loslaten en veranderen.
Waar hebben we die verandering en reiniging voor nodig?
Voor het lichaam is het goed om zich fysiek te reinigen. We stappen niet alleen onder de douche om schoon te worden, maar onze spijsvertering verdient ook onze aandacht. Een sapkuur, detoxthee of vastenperiode naast het drinken van extra water is gezond. Spiritueel hebben we die reiniging nodig om met Pasen de opstandingskracht van het Ik te ervaren. Je kunt dan met een schone lei beginnen.
Jonge kinderen beleven in deze periode de natuur die langzaam ontwaakt. We zien dit terug in de seizoentafel, met de wortelkindertjes en de kleuren bruin en groen. Verder zitten ze nog nergens in vast. Zij hoeven zich met carnaval niet te
bevrijden. Vier je carnaval met kinderen, maak er dan een vrolijk en fantasievol verkleedfeest van. Het is wel van belang dat de volwassenen dit feest voorbereiden en begeleiden. Houd het voor hen licht en speels; laat het grote mensenfeest en de gevolgen van te veel alcohol niet te dichtbij komen. Ook behoeven zij nog geen reinigingskuur in de vastentijd, maar meehelpen met opruimen en schoonmaken is altijd goed!”
Naar Marion Vreugdenhil
“Een plekje in de hemel…
De vastentijd zoals het oorspronkelijk bedacht was door de Katholieke kerk, was een vorm van boetedoening. Door de 40 dagen voor Pasen vlees en eieren te laten staan, zou je de mogelijkheid vergroten een plekje in de hemel te krijgen.
Tegenwoordig zou je het vasten ook in een andere vorm kunnen gieten. Slechts weinigen onder ons zijn nog zo aan de kerk verbonden dat ze om de goodwill van God willen minderen.
Uit oude heidense tradities werd deze tijd van het jaar ook gebruikt als zuiveringstijd. Naast de grote voorjaarsschoonmaak kan je dus ook je eigen lichaam of je eigen gedragingen reinigen. Denk daarbij naast het laten staan van bepaald voedsel en bepaalde (alcoholische) dranken, aan smartphonegebruik, beeldschermtijd, shoppen, autogebruik of luiheid. Het is daarmee een tijd van inkeer en bezinning.
Met vasten bereik je behalve een lichamelijke-, psychische- of geestelijke reiniging ook een ander doel. Het is een vorm van zelfliefde, een respectvollere omgang met je medemens of het milieu en voor wie daarin gelooft, een mogelijkheid dichterbij spiritualiteit of een hogere macht te komen.
40 dagen vasten
De kerkelijke vastenperiode begint na carnaval op Aswoensdag, 46 dagen voor Pasen. De datum van de vastentijd is altijd verbonden aan Pasen. Paaszondag valt op de eerste zondag na de eerste vollemaan na het begin van de lente. Aswoensdag heeft zijn naam te danken aan het feit dat mensen op die dag in de kerk een askruisje op hun voorhoofd kregen getekend.
De as herinnert mensen eraan dat ze vergankelijk zijn en altijd tot stof zullen wederkeren.”
Carnaval
Het wordt weer carnaval! Het uitbundige verkleedfeest voor de vastentijd, waarmee we boze geesten wegjagen zodat de natuur tot leven kan komen.
Wanneer is carnaval?
Van oudsher vierde men op de dinsdag voor Aswoensdag Vastenavond. Intussen is het feest een beetje uitgerekt en begint het al 7 weken voor Pasen. Carnaval duurt nu officieel van zondag tot dinsdag. Klokslag middernacht moet het feest ten einde zijn en begint de vastentijd. De tijd van uitbundigheid is voorbij, de tijd van inkeer en boetedoening is gekomen.
(Vr)eten en vasten
Carnaval is een gekerstend heidens volksfeest, zoals zo vele feesten in het jaar. Oorspronkelijk was de datum van de carnavalstijd namelijk niet verbonden aan het kerkelijke paasfeest. Het was een feest ter bescherming van het ontspruiten
van de natuur.
Het was een groot eetfeest, waarbij de resten uit de voorraadkast op werden gemaakt. Men at (pannen)koeken van de laatste restjes meel, vet en eieren, die anders zouden bederven. Daarnaast was deze tijd, overeenkomstig met Maria-
Lichtmis, de tijd van het zuiveren. De nog steeds bekende voorjaarspoets was in deze tijd belangrijk, net als de lichamelijke reiniging door vasten of een ontgiftingskuur.
Uitbundigheid
Tegenwoordig is het vooral een groot uitbundig verkleedfeest geworden. Met carnaval kan het niet groots, niet gek en niet uitbundig genoeg. In de steden zijn optochten met prachtige praalwagens en wordt er tot diep in de nacht gegeten,
gedronken, gezongen en gedanst. Men draagt maskers en verkleedkleren en geniet van het moment in het jaar waarbij je niet je verantwoordelijke, volgens de normen aangepaste zelf hoeft te zijn. Het is een feest, passend bij de momenteel zeer geliefde, hedonistische levensstijl.
Carnaval wordt in Nederland niet overal gevierd. Door de opkomst van het protestantisme verdween het feest grotendeels.
Protestanten zien namelijk het nut niet in van de vastentijd omdat toch al vastligt of je een plek in de hemel hebt of niet.
Door de hernieuwde, dominante groei van het katholicisme op sommige plekken in Nederland, kwam daar het carnavalsfeest weer terug.
Maskers
Het dragen van maskers heeft een interessante betekenis. Maskers werden gezien als een hulpmiddel om het geestelijke leven door de mens heen te laten klinken. Maskers zijn dus een soort poort tussen het leven hier op aarde en het leven in de geestelijke wereld of het dodenrijk. Door een masker te dragen met carnaval, kan de mens zich uiteenzetten met ‘het dode’ in zichzelf. Door te zingen, te dansen, gek te doen en te feesten, schudt men als het ware het dode van zich af. Zodat men goed voorbereid en schoon is voor een nieuw begin in de natuur en het nieuwe leven dat we met de lente en Pasen vieren.
In de natuur zien we een soortgelijke beweging. In de maand februari verliezen veel bomen hun dode takken, zodat er ruimte is voor de groei van nieuwe loten en twijgen. Met carnaval maken we door ‘het dode’ los te laten plaats voor ‘het
nieuwe leven’.
Ontvlezen
In het woord Carne aval kan je de woorden ‘Carnem levare’ uit het Latijn ontnemen. Dat betekent het ‘wegnemen van het vlees’. Dat kan je letterlijk zien als je kijkt dat na de carnavalstijd het vasten begint. Je zou het ook figuurlijk kunnen zien als je bedenkt dat het dragen van maskers (of het drinken van alcohol…) je enigszins ontmenselijkt.
Boze geesten
Het verkleden tijdens carnaval komt dus voort uit oude heidense tradities. Men geloofde erin dat als je maar genoeg lawaai maakt, je met fakkels rondloopt en je woest verkleedt en gedraagt, boze geesten werden weggejaagd. En dat was van
grote importantie! Want voor het ontluiken van de natuur was het belangrijk dat de kwetsbare ontwakende ‘wortelkinderen’ grote bescherming kregen tegen het kwade.
Lang geleden wist men nog hoe afhankelijk men was van de vruchten van de natuur. Moeder Aarde was heilig en moest verzorgd en vereerd worden. Een goede reden eigenlijk om in de huidige tijd dit feest naar een nieuw niveau te tillen. Ga dansen op het leven, ga je verkleden en laten we de boze ‘geesten’ die het niet goed voor hebben met de natuur verjagen, zodat we weer een nieuw gemeenschappelijk gedragen bewustzijn ontwikkelen voor onze afhankelijkheid van onze prachtige, maar oh zo kwetsbare aarde.
Een heerlijk (intiem) carnaval vol gekkigheid en stralende gezichten gewenst! “
Naar Waldorf Inspiration
Het masker bezield
Het masker verbergt iets dat ook verborgen wil of moet blijven. Jonge kinderen hebben nog niets te verbergen. Ze hebben nog geen maskers nodig om een ander te kunnen spelen. Het hoofd kan bedekt worden met een muts of een kroon, maar het gezicht blijft open. Het kind is nog direct doorlaatbaar voor ‘andere stemmen’.
Vanaf het 10e jaar verandert dat. Het eigen gevoelsleven gaat zich ontplooien, en dan is het fijn om je hoofd eens helemaal in een dierenkop te mogen verbergen, of je ogen die je kwetsbare ziel verraden te verstoppen achter een masker.
En hoe is het met ons volwassenen? Dragen wij een masker of zijn wij ‘onszelf’? En wat is dan dat ‘onszelf’ en in hoeverre is het verwerpelijk om een masker te dragen? In de loop van ons leven kiezen we een bepaalde vorm van werkzaamheid, een bepaald ‘beroep’ in de ruimste zin van het woord. Dat beroep, die werkzaamheid vereist een bepaald gedrag, en in het begin
kan de poging om zich dat gedrag eigen te maken nogal overdreven aandoen en zelfs enigszins komisch werken. Het nieuwe kleed past nog niet zo goed, en het gewichtige gezicht is nog zo onwennig.
Het hangt dan van je eigen wil tot ontwikkeling af of je dat ‘masker’ dat je ook als een soort bescherming draagt, langzamerhand kunt bezielen, van binnenuit tot leven weet te brengen. Dat is een lange weg. Het kost immers vele jaren van
ons leven om de grote menselijke deugden tegen de verdrukking in te ontwikkelen. Iedere dag kent zijn nederlagen en overwinningen wat dat betreft.
Maar dan blijkt in bijzondere levensomstandigheden of het iemand gelukt is om zich aan het masker te ontwikkelen, al of niet bewust. Want dan pas merk je of je staande blijft, als het beschermende masker af gaat.
Marieke Anschütz (gehele artikel op deze blog)
Het boek “Nederland” van C. Dematons bevat een prachtige afbeelding van een carnavalsoptocht.
Ideeën voor het feest, en carnavalskleding
Het carnavalsfeest kan men ook met kleine kinderen vieren. Het is dan goed een
bepaald thema te nemen, bijvoorbeeld de figuren uit een sprookje. Het is van groot belang dat de volwassenen dit feest goed voorbereiden en op de juiste wijze begeleiden.
Zo kan men bij voorbeeld beginnen met een bellenblaasfestijn, waardoor een vrolijke stemming ontstaat. Daarna kan men in een bontgekleurde rij door het huis, door de school of door de straten lopen, waarna men bij terugkomst een feestelijk versierde tafel vindt. Het zou dan kunnen zijn dat ieder kind zijn eigen plaats moet herkennen aan de kleur of het motief dat het draagt.
Besteed vooral veel aandacht aan de kleding van de kinderen, want dat vinden ze erg belangrijk.
Een goede afsluiting van het carnavalsfeest kan een poppenkastvoorstelling zijn. Jan Klaassen is immers bij uitstek degene die grapjes kan maken en ’in de huid van een ander kan kruipen’.
Carnavalskleding
Materiaal:
Gekleurde lappen
Vlieseline
Carnavalskleren voor kinderen worden naar heel eenvoudige patronen gemaakt, bijvoorbeeld volgens het patroon van een kimono. Omdat deze kleren slechts één of enkele malen gedragen worden, hoeven ze niet tot in de puntjes afgewerkt te zijn.
We kunnen de naden heel goed met een zigzagschaar afwerken.
Een materiaal dat zich uitstekend voor carnavalskleren en hoeden leent is vlieseline, omdat het niet genaaid hoeft te worden. Eventueel nemen we voor de naden dubbelzijdige vlieseline, want op die manier kunnen we het hele kledingstuk ineen aan elkaar strijken. Bovendien kan dit materiaal heel goed worden beschilderd met temperaverf, of gekleurd met waskrijt.
Vaak vinden kinderen het heerlijk om in verkleedkleren buiten te spelen. Als het carnavalskostuum daarvoor te kostbaar of te fragiel is, kunnen we ook een grote zak nemen, die we binnenstebuiten draaien en beschilderen. Een gat voor het hoofd en twee gaten voor de armen, en de verkleedkleren zijn klaar. Ook van een oud beddenlaken kunnen we zoiets op eenvoudige wijze maken. Nu alleen de carnavalshoed nog.
Een carnavalshoed
Materiaal
Tekenkarton, 30×60 cm
Een kleurige strik
Beschilder of kleur het karton aan beide kanten.
Knip vervolgens een van de lange kanten op regelmatige afstanden van elkaar 12-15 cm in (bovenkant), zodat er smalle stroken ontstaan.
Vouw aan de onderkant een strook van ongeveer 3 cm naar buiten om, plak de beide
uiteinden van het karton aan elkaar −eerst even het hoofd meten− en bind de stroken met de strik bij elkaar.
Leven met het jaar
Verhalen, recepten, liedjes, knutsels en spelletjes voor alle seizoenen
Christiane Kutik, Ineke Verschuren e.a
Carnaval: schudkoker maken
De schudkoker (nog niet versierd)
In deze aflevering kunnen we zien hoe we met de kinderen een schudkoker oftewel maracas maken. Kinderen van 5-7 jaar kunnen vanaf het begin, onder begeleiding, zelf aan de slag.
Jongere kleuters hebben hulp nodig bij het knippen.
Wat hebben we nodig?
Papier, twee kleuren naar keuze
Schaar
Potlood
Closetrolletje van een stevig soort, niet zo’n slappe dus
Plakstift, of plaksel
Linzen, of rijst (klinkt zachter)
Iets ronds, bijvoorbeeld een schaaltje, om ’n cirkel te tekenen.
Een A4’tje (eventueel meerdere kopieën) waarop we rechthoeken getekend hebben voor de zijkanten van de schudkokertjes (zie tekening verderop).
Werkwijze
Teken twee cirkels, en knip ze uit.
Doe wat plaksel op de randen van een cirkel met een
plakstift of plaksel.
Zet dit ‘dekseltje’ op de closetrol, en plak de randen vast. Omspan dan je
hand om de randen, en houd eventjes vast tijdens het drogen, of/en doe er
eventueel tijdelijk een elastiekje om.
Draai de onbedekte kant van het kokertje naar boven, en doe er wat linzen,
rijst, of erwtjes in.
Schud het kokertje terwijl je het met één hand dicht houdt. Luister hierbij of
je het goed vindt klinken. Zit er nog te weinig in het kokertje, of juist te veel?
Plak dan de andere cirkel op het open uiteinde.
Knip nu een van de 3 getekende rechthoeken uit.
Breng hierop gelijkmatig plaksel aan, de randen niet vergeten, en omwikkel de zijkant van de schudkoker (zie plaatje).
Versier je instrumentje naar eigen idee, bijvoorbeeld met kleurige snippertjes sitspapier.
Het spelen
Met een korte, iets krachtige beweging vanuit de pols tikken de linzen duidelijk tegen het kokertje.
Als de maracas horizontaal gehouden, zoals op de afbeelding, dan tikken de linzen tegen de lange kant van de maracas. Het klinkt anders wanneer je de linzen laat tikken tegen de dekseltjes (Hierbij houd je de maracas in verticale stand).
Veel plezier ermee!
Tineke. [Doehoek]
Een versje voor carnaval
Uit de DoeHoek van Rita Veenman:
Wie wil je worden, wat vind je fijn?
Een dag zal je anders zijn.
Word je een kok die koken kan?
In een hele grote pan?
Ik hoop dat er kabouters zijn,
Met witte baardjes zacht en fijn.
Wie wil je worden, wat vind je fijn?
Een dag zal je anders zijn.
Kom je als ridder te paard,
Die rijdt in volle vaart.
Word je soms een toverfee?
Tover dan maar met me mee.
Wie wil je worden, wat vind je fijn?
Een dag zal je anders zijn.
Wel zeker komt er een prinses,
Misschien komen er wel zes
Er komt vast een koningszoon,
Met een prachtig gouden kroon.
Wie wil je worden, wat vind je fijn?
Morgen zal je anders zijn.
Rita Veenman
Uit het boekje ‘Ooievaar Kleppermaar’
Carnaval: alle artikelen
Jaarfeesten: alle artikelen
Vrijeschool in beeld: alle beelden
.
2609
.