Tagarchief: huilbaby

VRIJESCHOOL – Opspattend grind – (14)

opspattend grindHUILBABY

In de weekendbijlage van Trouw – Tijd – van 25-05-2013 – vertelt een moeder over haar huilbaby. Ze tobt wat af en weet niet goed raad. Ze probeert van alles.

Een stukje van haar bevindingen staat hieronder.

Het komt sommigen van ons bekend voor: ‘het kiezen van je ouders, je voorgeboortelijke leven’. Maar, zo vergaat mij dat, je weet het niet zeker, wanneer je niet zelf de helderziende vermogens hebt om deze dingen waar te nemen. Ze ontkennen mag: er is geen bewijs in de gewone zin; er voor open staan mag ook: ‘zeg geen nee, maar zeg he’, een vertaling van het door Leen Mees vaak gebezigde ‘don’t say no, just say oh’, om zijn toehoorders op te roepen open te staan, juist voor het ‘ongewone’.

Voor de moeder in kwestie speelde dit ‘ongewone’ zich af:

(….)haal ik een speciaal soort melkpoeder. Verder merkt de kinesioloog een verstoorde moeder- zoonband op die ze en passant even herstelt. Ook geeft ze aanwijzingen over hoe we Rafs kamertje zouden moeten inrichten en wat er aan de muur moet (meer kleur). De grote platen schuimrub­ber die we hebben opgehangen om het gehuil te dempen, schilderen we wit. Het helpt niet.

Dan komt er hulp uit onverwachte hoek.

Mijn uiterst nuchtere fysiotherapeut, bij wie ik inmiddels wekelijks kom met een totaal ver­krampte nek en schouder, beveelt een vrouw aan die gespecialiseerd is in natuurlijke genees­wijzen. Haar werkruimte ziet er prettig uit en ik merk aan Raf dat hij zich meteen bij haar op zijn gemak voelt. Ze heeft grappige fleecesokken aan en Raf aait ongegeneerd haar voeten.

Hij spreekt nog geen woord, maar deze vrouw kan toch met hem communiceren, zegt ze. Ook zij ziet een gevoelig jongetje, dat inmiddels pri­ma geaard blijkt te zijn. Hij is talig, zegt ze, en ze vergelijkt Raf met Balkenende: iemand die niet veel slaap nodig heeft. Dat was me al opgevallen, ja.

Ik vertel dat we met Joni ook al het nodige te stellen hadden qua huilen, en mompel iets in de trant van: “Wat dat betreft lijkt het wel of wij als ouders een bijzondere taak hebben met deze kinderen.” Ze gaat er serieus op in en zegt: “Ja, zij is eerst gestuurd om te kijken of jullie het wel aankonden. Hij is het cadeautje.”

Alsof dat niet genoeg is, gebeurt e wonderlijks. Raf – hij is nu anderhalf – gaat bij een houten balk in de ruimte staan, kijkt de vrouw strak aan, wrijft over de balk en sluit zijn ogen. Niet even knipperen, nee, hij houdt ze vrij lang dicht. “O, dat is grappig”, zegt de genezeres, “hij vertelt me net dat hij in zijn vorig leven blind is geweest. Hij is bang dat ‘s ochtends niet meer licht wordt.” Ik heb even tijd no dig om dit op me in te laten werken. Vorig leven? Blind geweest? Eh… geloof ik daarin?

Het zou wel een hoop verklaren: de angst voor het donker, zijn paniek ’s nachts, het vastklampen. Ze stelt voor een lichtje aan te laten en hem voor het slapen gaan een ‘visualisatie mee te geven’. Ik vertel elke avond trouw een verhaaltje over een boom die hem beschermt. De wortels zijn een zacht matrasje en de takken hangen over hem heen, zodat niemand bij hem kan. Mijn tante maakt er een prachtig schilderij van en… het werkt! Hij slaapt door!

Of zou hij er inmiddels gewoon overheen zijn gegroeid? ■

opspattend grind: alle artikelen

.

913-844